Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2016
Tijdens het vragenuur van 16 juni 2015 is gesproken over een voorgenomen gaswinning
door NAM in Drenthe (Handelingen II 2014/15, nr. 96, item 3). Tijdens de mondelinge beantwoording is in algemene zin aangegeven dat er bij winning
uit kleine velden een winningsplan moet komen en dat omwonenden, gemeenten en provincies
hierop zienswijzen kunnen indienen. Dit is ook bevestigd in de beantwoording van aanvullende
schriftelijke vragen van het lid Dik-Faber (CU), waarin is aangegeven dat «in alle
gevallen waarbij op basis van boringen besloten wordt om gas te gaan winnen, een nieuw
of gewijzigd winningsplan ingediend moet worden» (Aanhangsel Handelingen II 2015/16,
nr. 57). Ofschoon dit in algemene zin juist is, kan de situatie zich voordoen dat er nog
productieruimte beschikbaar is onder het geldende winningsplan. Deze situatie doet
zich voor bij de put Vries-10 in Drenthe.
Put Vries-10 is geboord ter vervanging van een andere put, waarvan de productie jaren
geleden is beëindigd vanwege een te hoge waterproductie. NAM wil nu de productie uit
put Vries-10 opstarten en heeft Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gevraagd om aan
te geven of productie uit put Vries-10 is toegestaan. SodM heeft geconstateerd dat
de grenzen van het vigerende winningsplan met het in gebruik nemen van put Vries-10
de komende twee jaar naar verwachting niet zullen worden overschreden en dat er op
basis van het vigerende winningsplan gestart kan worden met de productie uit deze
put. NAM voldoet hiermee dus aan de vereisten en mag op basis daarvan een aanvang
maken met de productie.
Overigens heeft NAM wel een wijziging van het winningsplan ingediend. Op basis van
dit gewijzigde winningsplan kan na mijn goedkeuring de productie uit Vries-10 ook
na deze twee jaar doorgaan. Bij het indienen van het gewijzigde winningsplan heeft
NAM op mijn verzoek rekening gehouden met de lopende wijziging van de Mijnbouwwet
en de daarin opgenomen aangescherpte eisen voor winningsplannen. Zoals ik aan uw Kamer
heb toegezegd, zal ik (wijzigingen van) winningsplannen waar mogelijk beoordelen aan
de hand van de nieuwe Mijnbouwwet. Dit betekent onder meer dat ik omwonenden en gemeenten,
provincies en waterschappen de gelegenheid zal geven om op het gewijzigde winningsplan
te reageren. In dit winningsplan is ook een seismische risicoanalyse opgenomen. Deze
seismische risicoanalyse geeft geen aanleiding om de voorgenomen productie uit Vries-10
niet op te starten. Ook de verwachte bodemdaling (< 2 cm) blijft met de productie
uit de put Vries-10 binnen het nu geldende winningsplan.
SodM zal erop toezien dat de productie uit de put Vries-10 en de effecten daarvan
op de bodembeweging binnen hetgeen vastgelegd is in het vigerende winningsplan blijven.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp