33 529 Gaswinning Groningen-veld

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2013

In mijn brief van 11 februari jl.1 heb ik u geïnformeerd over de elf onderzoeken, die uitgevoerd worden om tot een zorgvuldige besluitvorming te komen met betrekking tot de gaswinning uit het Groningen-veld. Tevens heb ik aangegeven hoe ik de onafhankelijkheid van deze onderzoeken wil waarborgen. Aan de hand van deze brief wil ik u nader informeren over de invulling die ik heb gegeven aan de genoemde waarborging, over de planning van de elf onderzoeken en over de communicatie rond dit dossier.

Borgen onafhankelijkheid onderzoeken

Er is een stuurgroep ingesteld om de opzet van de onderzoeken tegen het licht te houden en goed te keuren. Daarnaast zal de stuurgroep de onderzoeken begeleiden en monitoren en de uitkomsten bezien en daarover aan mij rapporteren. Ik zal er daarbij op toezien dat de stuurgroep volledige vrijheid van handelen heeft.

De stuurgroep bestaat uit:

  • Mw. drs. T. Klip-Martin (voorzitter). Zij is dijkgraaf van het waterschap Vallei en Veluwe en heeft daarvoor diverse bestuurlijke functies vervuld, onder andere als thema-gedeputeerde voor Bodem & Diepe ondergrond in het InterProvinciaal Overleg.

  • Dhr. prof. dr. R.D. van der Hilst. Hij is hoofd van de afdeling Earth, Atmospheric and Planetary sciences aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), waarbij hij zich onder andere bezig houdt met seismologie.

  • Dhr. dr. J.N. Breunese. Hij is werkzaam bij TNO en heeft als expertiseterreinen modellering van de ondergrond en gasreservoirs, aardgasproductie en bodembeweging.

De stuurgroep wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door een technische begeleidingscommissie die tot taak heeft de voortgang en de inhoud van alle technische onderzoeken te bewaken. Dhr. drs. J.W.P.M. Haenen, momenteel verbonden aan de Energy Academy Europe. is aangezocht als voorzitter van deze commissie en hij zal in deze functie ook de contacten met de stuurgroep onderhouden.

Planning onderzoeken

De elf onderzoeken zijn inmiddels opgestart. Hieronder geef ik een overzicht van de planning.

 

Onderzoek

Gereed

1.

Inventarisatie preventieve maatregelen

Juni 2013

2.

Quick scan naar mogelijke effecten op vitale infrastructuur

Juni 2013

3.

Schadepatroon bij hoger maximum beving

December 2013

4.

Beïnvloedingscirkel bij hoger maximum beving

December 2013

5.

Bepaling maximum beving

December 2013

6.

Alternatieve winningstechnieken

December 2013

7.

Mogelijkheden kwaliteitsconversie

December 2013

8.

Mogelijke financiële effecten op inkomsten Staat

December 2013

9.

Leveringscontracten

December 2013

10.

Waardedaling

Juni 2013

11.

Verankeren onafhankelijkheid schadeprocedures

Maart 2013

De elf onderzoeken zijn niet gelijktijdig gereed. Dit heeft te maken met de aard, complexiteit en doorlooptijd van de verschillende onderzoeken, alsmede met de noodzaak de uitkomsten adequaat te kunnen toetsen en verifiëren. In juni 2013 zal ik u informeren over de resultaten van de onderzoeken 1, 2, 10 en 11. De overige onderzoeksresultaten zullen onderdeel uitmaken van de besluitvorming rond het geactualiseerde winningsplan dat op 1 december 2013 bij mij zal worden ingediend.

Communicatie en samenwerking

Over het hele dossier onderhouden alle betrokkenen intensief contact, zowel onderling als met mijzelf. De samenwerking tussen regionale partijen zoals de provincie, de gemeenten en de Veiligheidsregio en de NAM heeft inmiddels duidelijk vorm gekregen. Zo wordt gezamenlijk invulling gegeven aan de toezegging om de inwoners van de regio te informeren over de veiligheidsaspecten rond gaswinning en aardbevingen. Er zijn afspraken gemaakt over het direct nemen van maatregelen bij acuut onveilige situaties. Daarnaast wordt voorlichting gegeven over de maatregelen die bewoners zelf kunnen nemen om de gevolgen van aardbevingen te verkleinen. Deze en andere actuele informatie staat op websites van de Rijksoverheid en de NAM2.

Ook wordt nauw samengewerkt tussen de diverse partijen in Groningen en mijn ministerie. Zo is er een Regionaal Informatiepunt Gaswinning opgericht in het gemeentehuis in Loppersum. Daarnaast treedt de directie van de NAM actief naar buiten om voorlichting te geven over gaswinning en aardbevingen.

Verder heb ik de bewoners van het gebied geïnformeerd over de stand van zaken rond de gaswinning uit het Groningen-veld aan de hand van een artikel in alle huis aan huis bladen in de provincie Groningen in de periode tussen 19 en 21 maart.

Ik ben heden en morgen (28 en 29 maart) in de regio om mij persoonlijk op de hoogte te stellen van de stand van zaken en om met alle betrokkenen de verdere stappen richting 1 december 2013 te bespreken. Daarbij zal uiteraard ook de in deze brief omschreven informatie gedeeld worden.

Verankeren onafhankelijkheid schadeprocedures

Een van de elf onderzoeken gaat over de verankering van de onafhankelijkheid van de schadeprocedures. In dit licht heeft uw Kamer in de motie Vos/Van Tongeren (Kamerstuk 33 529, nr. 4) verzocht een onafhankelijke ombudsfunctie te creëren waar bewoners terecht kunnen met vragen en zorgen over de gasboringen en daardoor ontstane schade. Deze onafhankelijke ombudsfunctie zal ik invullen door een centraal punt in te stellen waar klachten over de lopende afhandeling van een schadeclaim gemeld kunnen worden. In lijn met de wens van uw Kamer zal hierbij een onafhankelijke ombudsman worden benoemd. Op basis van gesprekken met de regio is een kandidaat voor deze functie benaderd. Ik verwacht op korte termijn hier meer over bekend te kunnen maken.

Daarnaast zal de lopende schadeafhandeling geëvalueerd worden door de Technische commissie bodembeweging (Tcbb). In juni van dit jaar zal de Tcbb de resultaten van de eerste review aan mij voorleggen.

Aan de hand van de beschreven aanpak verwacht ik alle informatie tot mijn beschikking te krijgen om een goed afgewogen besluit te kunnen nemen met betrekking tot de gaswinning uit het Groningen-gasveld.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 529, nr. 2

Naar boven