33 529 Gaswinning

Nr. 1239 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2024

Met deze brief bied ik u een ontwerp aan van een regeling tot wijziging van de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (hierna: Waardevermeerderingsregeling). De Waardevermeerderingsregeling is een subsidieregeling voor bewoners in het aardbevingsgebied die schade hebben gehad waarmee zij subsidie tot maximaal € 4.000 voor verduurzamingsmaatregelen kunnen aanvragen. De regeling loopt af op 1 februari 2025. In deze brief informeer ik uw Kamer over enkele aanpassingen van de regeling die zullen gelden tot het einde van de looptijd.

Uitbreiding met 3 doelgroepen en logiesfunctie

Wijzigingen conform motie Beckerman Nijboer

Op 24 oktober 2023 heeft uw Kamer een motie aangenomen over de Waardevermeerderingsregeling (Kamerstuk 33 529, nr. 1198). Met de motie wordt de regering opgeroepen om de Waardevermeerderingsregeling te verlengen tot 1 februari 2025 én nieuwe doelgroepen toe te voegen, te weten ondernemers, kerken en andere maatschappelijke instellingen.

Hiermee wordt de regeling ook opengesteld voor bijvoorbeeld de lokale bakker of muziekvereniging, die net als particuliere woningeigenaren mogelijk overlast hebben gehad van de schadeafhandeling. Zo wordt het ook voor deze nieuwe doelgroepen mogelijk om verduurzamingsmaatregelen te treffen met behulp van de subsidie.

Logiesfunctie

Verder kwamen in de oorspronkelijke opzet van de Waardevermeerderingsregeling adressen met een logiesfunctie niet in aanmerking voor subsidie. Dit vanuit de redenatie dat met name op adressen die permanent bewoond worden sprake is van overlast ten gevolge van de schadeafhandeling. Met het toevoegen van de nieuwe doelgroepen vervalt deze redenatie. Daarom wordt met de huidige regelingswijziging de regeling ook opengesteld voor adressen met een logiesfunctie.

Dekking

In de voorjaarsnota 2024 is dekking geregeld voor de doelgroepenuitbreiding alsook de logiesfunctie.

Beleidskeuzes Uitgelegd

Conform de wettelijke vereisten uit artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 is een financiële analyse verricht op basis waarvan het onderstaande kader «Beleidskeuzes Uitgelegd» is opgesteld voor beide bovenstaande uitbreidingen. Dit kader beschrijft onder meer de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze regelingswijziging.

  • a) Doel: Het verkleinen van verschillen in het effectgebied door de Waardevermeerderingsregeling voor meer doelgroepen open te stellen.

  • b) Beleidsinstrument: een wijziging van de Waardevermeerderingsregeling.

  • c) Financiële gevolgen voor het Rijk: voor deze uitbreiding is circa € 40 miljoen benodigd. Dekking hiervoor wordt gevonden in middelen die voor Batch 1581 gereserveerd waren maar nu beschikbaar komen omdat Batch 1581 inmiddels onderdeel is van de reguliere versterkingsoperatie.

  • d) Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren: n.v.t.

  • e) Nagestreefde doeltreffendheid: Het uitbreiden van de regeling is een doeltreffende manier om verschillen te verkleinen, omdat hiermee meer groepen mensen dezelfde mogelijkheden krijgen om een subsidieaanvraag te doen.

  • f) Nagestreefde doelmatigheid: door deze doelgroep binnen de bestaande structuur van de regeling op te nemen kan dit op efficiente wijze en zonder veel aanvullende (uitvoerings)kosten worden gerealiseerd.

  • g) Evaluatieparagraaf: dit jaar vindt er een evaluatie van de Waardevermeerderingsregeling plaats. De onderzoeksopzet hiervan wordt momenteel uitgewerkt, en de uitkomsten van de evaluatie zullen in Q4 van dit jaar met uw Kamer gedeeld worden.

Twee aanvullende aanpassingen: interimregeling en schikkingen met de NAM

Interimregeling

In de periode 2014–2016, voorafgaand aan de huidige Waardevermeerderingsregeling, konden bewoners aanspraak maken op de zogeheten «interimregeling waardevermeerdering» van de Provincie Groningen. Bij de inwerkingtreding van de huidige Waardevermeerderingsregeling in 2017 is ervoor gekozen bewoners die een subsidie onder de interimregeling hadden ontvangen uit te sluiten van de Waardevermeerderingsregeling. Deze uitsluiting gold ook voor bewoners die minder dan € 4.000 aan subsidie hadden ontvangen onder de oude regeling. Zij kwamen daardoor ook niet in aanmerking voor aanvulling tot € 4.000 onder de nieuwe regeling. Dit terwijl het voor bewoners die een aanvraag wilden doen onder de huidige Waardevermeerderingsregeling wél mogelijk was het maximale subsidiebedrag in etappes aan te vragen. Gezien de inzet om het beleid milder, menselijker en makkelijker te maken, is dit niet goed uit te leggen. Er ontstaan immers onwenselijke verschillen tussen buren op basis van het moment van aanvraag van de subsidie. Met de huidige regelingswijziging wordt een aanvulling voor ontvangers van een subsidie onder de interimregeling waardevermeerdering tot € 4.000 niet langer uitgesloten. Datzelfde geldt voor een situatie waarin de NAM een met deze regeling vergelijkbare vergoeding voor verduurzamingsmaatregelen had verstrekt van minder dan € 4.000.

Schikkingen met de NAM

Tot op heden is de Waardevermeerderingsregeling niet beschikbaar geweest voor een kleine groep mensen die een schadevergoeding van de NAM heeft ontvangen in wat bekend staat als de «Zuidlaren brief». Dit leidde tot onwenselijke verschillen tussen bewoners omdat de situatie voor deze bewoners vergelijkbaar is met de groep «proef buitengebied» die in september 2023 is toegevoegd aan de regeling (Kamerstuk 33 529, nr. 1171). In beide gevallen betreft het juist woningeigenaren die vroeg schade hebben gemeld en daarmee veel overlast hebben ervaren door de NAM-procedures, maar niet in aanmerking kwamen doordat de vergoede schade niet als «mijnbouwschade» werd gezien. Dit terwijl mensen in dezelfde omgeving die later schade meldden wel in aanmerking komen. Dit wordt nu rechtgetrokken waardoor ook deze mensen alsnog een subsidie kunnen aanvragen voor zover zij niet eerder van de gelijksoortige regeling van de NAM gebruik gemaakt hebben. Voor de zekerheid is nu gekozen voor een formulering waarbij alle schikkingen die de NAM heeft getroffen met bewoners binnen hetzelfde regime vallen, zodat zeker is gesteld dat er niet nogmaals ongelijkheid kan ontstaan.

Dekking voor beide aanpassingen

De financiële dekking voor deze twee bovengenoemde correcties op de bestaande regeling wordt gevonden in een reservering op de Aanvullende Post. In de suppletoire begroting die op Prinsjesdag aan de Kamer wordt aangeboden wordt het budget van de waardevermeerderingsregeling met € 5 miljoen opwaarts bijgesteld.

Uitvoering

Op 20 december 2023 heeft het kabinet besloten de regeling tot 1 februari 2025 in ongewijzigde vorm te verlengen (Kamerstuk 33 529, nr. 1205). Het toevoegen van de aanvullende doelgroepen vergde echter nadere (uitvoeringstechnische) uitwerking. Deze uitvoeringstechnische uitwerking is inmiddels zo goed als afgerond, en op korte termijn neemt de uitvoeringsorganisatie hierover een formeel besluit. Mijn verwachting is de uitbreiding door te kunnen voeren met de beoogde ingangsdatum van 1 juli 2024.

Voorhang en publicatie

Eerdere wijzigingen van de Waardevermeerderingsregeling zijn altijd voorgelegd aan uw Kamer in een formele voorhangprocedure. Dit is een wettelijke vereiste wanneer een regeling verlengd wordt. In de huidige wijziging is slechts sprake van een aanpassing op de inhoud van de regeling en niet op de looptijd. Daarmee is een voorhangprocedure niet nodig.

De wijzigingsregeling zal in de loop van juni gepubliceerd worden in de Staatscourant, en per vast verandermoment van 1 juli in werking treden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven