33 529 Gaswinning

Nr. 1195 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2023

Bij de schadeafhandeling en versterking in het gaswinningsgebied in Groningen en Noord-Drenthe zijn onuitlegbare verschillen ontstaan. Deze verschillen leiden tot sociale ontwrichting in straten, buurten en dorpen. Ook schaden ze het vertrouwen in de instanties die de regelingen bedenken en uitvoeren. Ik heb in mijn brieven van 26 september 2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1076) en 24 november 2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1084) laten weten dat ik deze onaanvaardbare verschillen, voor zover dat in redelijkheid en met oog voor proportionaliteit mogelijk is, wil overbruggen. Dat is een complex probleem.

Daarom heb ik een commissie onder leiding van de heer P.L.B.A. van Geel gevraagd om mij hierin te adviseren. De commissie heeft haar advies «Veilig, schadevrij en verduurzaamd» vandaag aan mij gepresenteerd. Met deze brief stuur ik u het eindadvies van de commissie toe en geef ik een eerste reactie die ik in ons wetgevingsoverleg (WGO) van 16 oktober a.s. nader kan toelichten.

De commissie heeft gesproken met tal van bewoners en partijen die direct en indirect bij de gaswinning en de gevolgen daarvan zijn betrokken. Overeenkomstig de motie van het lid Agnes Mulder (Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 104) heb ik de commissie gevraagd om in haar advies het perspectief van bewoners als uitgangspunt te nemen. Ik ben de commissieleden veel dank verschuldigd voor hun werk, de grondigheid van hun analyse én hun heldere aanbevelingen.

De commissie herkent dat in de afhandeling van schades, de versterking van woningen en het toepassen van verduurzamingsmaatregelen, ongelijkwaardige uitkomsten zijn ontstaan in op het oog vergelijkbare situaties. De zichtbare én onzichtbare verschillen zijn zeer divers waardoor het, naar het oordeel van de commissie, niet mogelijk is om deze verschillen te vatten in vaste criteria om te bepalen of deze verschillen al dan niet aanvaardbaar zijn. Daarom stelt de commissie in haar advies het perspectief van een gelijkwaardige eindsituatie en een integrale aanpak voor alle gedupeerden voorop: een veilig, schadevrij en verduurzaamd huis in een leefbare buurt of wijk, waar het fijn wonen is. De commissie doet acht aanbevelingen om dit perspectief te helpen realiseren.

Ik zal hieronder kort aangeven wat ik nu al doe, en vervolgens hoe ik naar het advies kijk en hoe ik hier komende tijd verder mee wil gaan.

Eerste reactie op de aanbevelingen met betrekking tot versterking, schadeafhandeling en verduurzaming

De commissie adviseert onder andere om de versterking gebiedsgericht aan te pakken en de bewoners daarbij mee te nemen in het proces. In lijn met dit advies wordt sinds de dorpenaanpak en Nij Begun in de versterking steeds meer gewerkt met een gebiedsgerichte aanpak, waarbij veiligheid, leefbaarheid en sociale cohesie zoveel mogelijk in samenhang worden aangepakt. Het bevorderen van de veiligheid blijft daarbij leidend, zowel fysieke, mentale als sociale veiligheid. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) staat náást bewoners en helpt hen de juiste keuzes te maken voor hun situatie en thuis. Verschillen die zijn ontstaan doordat woningen op verschilende momenten zijn beoordeeld, worden met maatwerk opgelost. Verduurzamingsmaatregelen worden direct meegenomen in de uitvoering van de versterking waar dit de uitvoering niet vertraagt en de bewonersbegeleiders besluiten direct met mandaat als de situatie daar om vraagt. De lessen uit de dorpenaanpak worden nu reeds gedeeld in de rest van het versterkingsgebied.

Elke bewoner in het aardbevingsgebied heeft recht op een schadevrij huis volgens de commissie. In de schadeafhandeling worden de komende maanden al fundamentele verbeteringen doorgevoerd die het schadeherstel milder, makkelijker en menselijker zullen maken. In mijn brief van 6 oktober jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1175) heb ik aangegeven hoe dit eruit gaat zien. We gaan naar een systeem dat draait om vertrouwen in mensen en om daadwerkelijk herstel. Bewoners kunnen alle schade aan hun woning tot een bedrag van € 60.000 in één keer daadwerkelijk laten herstellen, zonder gedoe. Zo komt er een eind aan de situatie waarin buren verschillende vergoedingen kregen voor op het oog vergelijkbare schades en krijgt iedereen een gelijkwaardig eindresultaat aangeboden: een volledig herstelde woning. Dit verbetert de kwaliteit van het woningbestand én de leefbaarheid van Groningen en Noord-Drenthe. Dat is de basis voor verder sociaal en economisch herstel van het aardbevingsgebied. Daarnaast kan iedereen die in het verleden een lagere schadevergoeding dan € 10.000 schade heeft ontvangen, alsnog tot dit bedrag een schadevergoeding aangevuld krijgen.

Voor wat betreft de verduurzaming van het aardbevingsgebied constateert de commissie terecht dat verschillende regelingen zijn ontstaan voor verschillende doelgroepen met telkens verschillende toepassingsgebieden. Daarom werk ik in het kader van Nij Begun al samen met mijn collega van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de regio aan een nieuwe regeling en gebiedsgerichte aanpak voor woningisolatie. Ook wordt de bestaande subsidieregeling voor woningverbetering en verduurzaming van € 10.000 uitgebreid naar een groter gebied, zonder onlogische enclaves of exclaves, en eindigt de waardevermeerderingsregeling als aparte subsidie.

Uitwerking en uitvoering van de adviezen

De commissie beschrijft heldere doelen en een aantrekkelijk eindbeeld voor het hele aardbevingsgebied: veilige, schadevrije en verduurzaamde woningen in een leefbare wijk, dorp of buurt. Bij het wegen, uitwerken en eventueel uitvoeren van de aanbevelingen van de commissie past ook de erkenning dat het streven naar een gelijkwaardige eindsituatie voor iedereen in het aardbevingsgebied om een jarenlange inspanning vraagt. Niet alles kan, en ook niet meteen voor iedereen. Daarbij wijst de regio, in de brief (d.d. 28 september jl.) van gedeputeerde Top aan de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, terecht op de voortdurende zoektocht naar een goede balans tussen snelheid en kwaliteit. Er zit een spanning tussen de noodzaak van versterking en herstel op korte termijn enerzijds en de begrijpelijke wens om bewoners zoveel mogelijk in één keer een totaaloplossing te bieden anderzijds. Ik ga in op het verzoek van de regionale overheden om hier gezamenlijk over verder te praten en te komen tot uitlegbare, evenwichtige en samenhangende uitvoering van de maatregelen uit Nij Begun en de adviezen van de commissie Van Geel.

Ik wil nadrukkelijk voorkomen dat ik aan de mensen in het aardbevingsgebied beloften doe, of verwachtingen wek, die uiteindelijk niet uitvoerbaar blijken of niet snel genoeg gerealiseerd kunnen worden. Dit is in het verleden al te vaak misgegaan. De commissie waarschuwt daarom terecht realistisch te zijn: niet alle verschillen zijn op te lossen, verschillen zijn niet altijd precies te bepalen en niet altijd te voorkomen. Daarom volg ik het advies van de commissie op om het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)en de NCG te vragen om samen met bouwbedrijven en andere betrokkenen te onderzoeken op welke wijze de adviezen opgevolgd kunnen worden, welke scenario’s denkbaar zijn, welke impact deze hebben wat mogelijk is om de capaciteit op te schalen.

Ik ga de komende tijd aan de slag met de adviezen van de commissie. Deze adviezen schetsen een aantrekkelijk toekomstbeeld waar ik, binnen de grenzen van het mogelijke, aan wil werken. Daarvoor bespreek ik met het IMG en de NCG de mogelijkheden en kom zo snel als mogelijk met een uitwerking. Tot die tijd mogen de schadeafhandeling en versterking geen vertraging oplopen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven