33 529 Gaswinning

Nr. 1173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2023

Op 18 augustus jl. heeft het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) mij geadviseerd om niet over te gaan tot toepassing van tijdvak 6 in de versterkingsoperatie voor gebouwen en industriële installaties. Dit advies neem ik over. Ik zal tijdvak 5 blijven hanteren voor de duur van de versterkingsoperatie voor gebouwen. Dit betekent dat er voor de bewoners en eigenaren van bedrijfsgebouwen tot en met eind 2028 niets verandert ten opzichte van de huidige situatie.

Voor de veiligheid van de inwoners in het Groningse aardbevingsgebied wordt beoordeeld of gebouwen, maar ook industriële installaties, aan de veiligheidsnorm voldoen. Wanneer dat niet het geval is, wordt in de versterking nagegaan welke maatregelen nodig zijn om wel aan deze norm te voldoen. In de beoordeling van gebouwen en industriële installaties spelen het type constructie, de eigenschappen en de staat ervan, en de grootte van de aardbevingsbelasting een rol.

De aardbevingsbelasting wordt beschreven in zogenoemde «tijdvakken». In een tijdvak wordt per locatie, voor een bepaalde periode, in het aardbevingsgebied het dreigingsniveau beschreven. Deze tijdvakken zijn gekoppeld aan de afbouw van de gaswinning in Groningen. Met de vermindering van de gaswinning neemt ook het dreigingsniveau af.

In 2020 zijn met de kennis van toen over de Groningse seismiciteit en het voorziene afbouwpad de tijdvakken 4 tot en met 6 ontwikkeld. Op dit moment wordt tijdvak 5 gebruikt. In 2020 was voorzien dat dit tijdvak eindigt op 1 oktober 2023. Het huidige advies van ACVG over tijdvakken is een vervolg op het advies over tijdvakken uit september 20201. Destijds heeft ACVG geadviseerd om tijdvak 5 te hanteren. Dit advies is opgevolgd waarmee de versterkingsoperatie werd bijgesteld naar de laatste inzichten over seismische dreiging. Het advies in 2020 was ook om opnieuw een advies te vragen indien de keuze om over te gaan naar tijdvak 6 aan de orde zou komen. Begin dit jaar heb ik daarom dit advies aangevraagd.

Ik heb in mijn opdracht aan het ACVG gevraagd om in het advies rekening te houden met de impact voor bewoners en voor de versterkingsoperatie van het overstappen naar tijdvak 6. Het ACVG adviseert, mede om onnodige verschillen te voorkomen, om tijdvak 5 te blijven hanteren. Het ACVG schrijft nadrukkelijk dat de sociale en maatschappelijke context in de afweging of er overgaan zou moeten worden naar tijdvak 6 is meegewogen.

Ten aanzien van de technische toepasbaarheid van tijdvak 6 schrijft ACVG dat de dreiging die destijds in 2020 werd voorzien vooralsnog niet passend is bij de laatste inzichten uit bijvoorbeeld de Seismische Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA). Ook lopen er nog onderzoeken in opdracht van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) naar de seismiciteit en het seismologisch model, omdat het aantal aardbevingen de afgelopen jaren hoger was dan de gemiddelde verwachting. Tot slot heeft het ACVG vastgesteld dat een voortzetting van tijdvak 5 overeenkomt met de verwachtingen van de regio en zijn bewoners, en beter aansluit op de bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen en de kabinetsreactie daarop (voorkom onrust, onzekerheid en moeilijk uitlegbare verschillen). Dit geeft voor het college de doorslag voor het advies over bestaande en nieuwe gebouwen. Het college adviseert daarom om de versterkingsoperatie te vervolgen met tijdvak 5, tot en met de geplande afronding in 2028.

Voor de industrie adviseert het ACVG om voor het komende gasjaar eveneens tijdvak 5 te blijven toepassen. Eventueel zou het ACVG met de ingang van het daaropvolgende gasjaar, per 1 oktober 2024, de heroverweging kunnen maken om toch naar tijdvak 6 te gaan en tot die tijd maatwerk toe te passen. SodM heeft in reactie op het advies van ACVG laten weten dat zij tijdvak 6 voor industrie wel toepasbaar vinden. Ik ga in gesprek met het ACVG over wat zij exact onder maatwerk verstaan. Daarnaast ga ik in gesprek met de toezichthouders, SodM en de stuurgroep industrie hoe het komende jaar, tot het nieuwe advies van ACVG over tijdvak 6, het maatwerk in de praktijk kan worden toegepast. Ik zal conform het advies van ACVG de kosten die gemaakt worden bij toepassing van tijdvak 5 vergoeden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk 33 529, nr. 830.

Naar boven