Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2022
Op 29 juni 2022 informeerde ik uw Kamer over het voorstel van Shell en ExxonMobil
om te proberen te komen tot «finale afspraken» over het Akkoord op Hoofdlijnen (AoH)
(Kamerstuk 33 529, nr. 1042). Daarbij heb ik aangegeven te zullen verkennen of er voldoende basis en vertrouwen
is om tot verdere gesprekken over te gaan met Shell en ExxonMobil. Ik heb toen aangegeven
uw Kamer over de uitkomst hiervan en eventuele vervolgstappen te informeren en geen
onomkeerbare stappen te zetten, conform de motie van de leden Boulakjar en Van Wijngaarden
(Kamerstuk 33 529, nr. 972).
In de afgelopen periode hebben verkennende gesprekken plaatsgevonden met vertegenwoordigers
van Shell en ExxonMobil. Uit deze gesprekken is gebleken dat er aanzienlijke verschillen
in positie bestaan tussen de Staat en beide bedrijven. Desalniettemin hebben de vertegenwoordigers
van beide bedrijven tijdens de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie
aardgaswinning Groningen gezegd dat er een aanzienlijke oplossingsruimte is. Ook wordt
samengewerkt om de sluiting van het Groningenveld definitief te realiseren. Daarnaast
spelen een aantal vraagstukken rond de stabiliteit van de energiemarkten, de leveringszekerheid
en de eventuele rol van gasopslagen Norg en Grijpskerk daarbij.
Tijdens de verkenningsfase is gebleken dat partijen bereid zijn om de verschillen
nader te bespreken om te pogen tot een vergelijk te komen. In plaats van tegenover
elkaar te staan in langdurige juridische conflicten verdient het de voorkeur om te
bezien of partijen elkaar in deze omstandigheden kunnen vinden in constructief overleg.
Ik benadruk dat de inzet van de Staat gericht zal zijn op de borging van de publieke
belangen, waaronder veiligheid, rust en perspectief voor de Groningers en leveringszekerheid.
Het belang om tot goede aanvullende afspraken te komen is groot, maar niet tegen iedere
prijs.
Tegen deze achtergrond meen ik dat het verstandig is nu een volgende fase in de gesprekken
in te gaan en tot onderhandelingen over te gaan.
De onderhandelingsinzet van de Staat wordt voor Kamerleden vertrouwelijk ter inzage
gelegd bij de griffie van de Kamer1. Desgewenst ben ik bereid uw Kamer vertrouwelijk te informeren over de standpunten
van de Staat die zij zal hanteren tijdens de onderhandelingen. Tijdens de onderhandelingen
zal ik uw Kamer op gezette momenten informeren over het verloop van de gesprekken.
Verder zeg ik toe, voordat ik een definitief akkoord sluit, uw Kamer te informeren
over het dan bereikte onderhandelingsresultaat.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief