Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2022
In het kader van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (hierna: KEM) is theoretisch
onderzoek uitgevoerd naar de effecten van injectie op de seismiciteit in het Groningenveld.
Met deze Kamerbrief bied ik u dit onderzoek aan. Hiermee geef ik invulling aan de
toezegging gedaan aan Kamerlid Van Haga in het debat van 30 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1059). Voordat ik in deze brief in ga op de uitkomsten van het onderzoek en de vervolgstappen,
wil ik het standpunt van het kabinet op dit onderwerp herhalen. Met het Groningenveld
wordt niet geëxperimenteerd en de beste manier om de veiligheid in Groningen te verbeteren,
is door te stoppen met de gaswinning.
Geen eenduidige conclusies
Het theoretische onderzoek naar de effecten van injectie op de seismiciteit in het
Groningenveld is gestart in 2020 en uitgevoerd door Fugro en DynaFrax, een start-up
van het Helmholtz centrum in Potsdam. Het doel van het onderzoek is om te achterhalen
of met injectie de reservoirdruk in gasvelden op peil kan worden gehouden en het seismisch
risico kan worden beperkt. Het Groningenveld is als voorbeeld genomen, omdat veel
data en informatie beschikbaar zijn over dit veld. De onderzochte injectiemiddelen
zijn stikstof, CO2 en water.
Om de gestelde onderzoeksvragen te beantwoorden hebben de onderzoekers een nieuw model
van het Groningenveld ontwikkeld. (Er bestaat al een model dat is ontwikkeld voor
publieke seismische dreigings- en risicoanalyse) Het doel hierbij was om de reservoirdrukken
en seismiciteit in de periode 1960–2020 na te bootsten, zodat het model kon worden
gebruikt om injectie na deze periode te modelleren. Helaas was dit nieuwe model niet
in staat de geobserveerde seismiciteit en tegelijk het verloop van de reservoirdruk
na te bootsen. Hierdoor kunnen er op basis van dit onderzoek geen eenduidige conclusies
worden getrokken over de effecten van injectie op seismiciteit. Ik vind het jammer
dat een eenduidige uitkomst ontbreekt.
In de publieksamenvatting heeft het onderzoeksteam aanbevelingen gedaan om een haalbaarheidsstudie
te doen met het oog op een doorgaande gaswinning in het Groningenveld. Dit was dit
geen onderdeel van de onderzoeksvraag, het verrichte onderzoek en de evaluatie hiervan
door het onafhankelijke wetenschappelijk panel van het KEM. Omdat de aanbevelingen
niet met onderzoek onderbouwd zijn en het kabinet het Groningenveld wil sluiten, kan
ik deze niet overnemen.
Wel neem ik de aanbeveling van het KEM-panel over. Het KEM heeft het verrichtte onderzoek
geëvalueerd en concludeert dat het onderzoeksteam een goede poging heeft gedaan een
nieuw Groningenmodel te ontwikkelen. Echter, de gestelde onderzoeksvragen blijven
onbeantwoord en daarom adviseert het KEM-panel om een vervolgonderzoek te doen, dat
gericht is op de oorspronkelijke onderzoeksvragen.
Vervolgonderzoek
TNO zal een theoretisch vervolgonderzoek doen en daarbij gebruik maken van het bestaande
Groningenmodel dat voor de publieke seismische dreigings- en risicoanalyse is ontwikkeld.
Doordat TNO een bestaand en gevalideerd model kan gebruiken, dat slechts een beperkte
aanpassing behoeft om ook injectie te modelleren, is de verwachting dat het onderzoek
een goede kans biedt om inzicht te krijgen over de effecten van injectie op seismiciteit.
Het onderzoek zal ik wederom uitzetten binnen het KEM. Dat betekent dat de inhoud
van het onderzoek wordt beoordeeld door het onafhankelijke KEM-panel. Zodra het vervolgonderzoek
gereed is, inclusief de evaluatie door het KEM-panel, zal ik dit met uw Kamer delen.
Concluderend
Het standpunt van het kabinet is dat met het Groningenveld niet wordt geëxperimenteerd
en de beste manier om de veiligheid in Groningen te verbeteren, is door te stoppen
met de gaswinning. Evengoed realiseer ik dat er vragen leven over de mogelijkheid
om met injectie het optreden van aardbevingen te bedwingen. Ik wil graag dat hier
een eenduidig antwoord op komt. Dit antwoord kan mogelijk ook nuttig zijn voor andere
toepassingen van injectie, zoals gasopslagen of andere vormen van (energie)opslag.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief