33 525 Het niet indexeren van het basiskinderbijslagbedrag in de Algemene Kinderbijslagwet per 1 juli 2013

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 14 mei 2013

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van de PvdA hebben met interesse kennisgenomen van het voornemen van de regering om het basiskinderbijslagbedrag niet te indexeren per 1 juli 2013. Graag maken zij van de gelegenheid gebruik de regering hierover enkele vragen te stellen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij leggen de regering naar aanleiding daarvan nog graag een vraag voor.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog een vraag over de cumulatie van maatregelen die de koopkracht van gezinnen met kinderen raken.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met zorg kennisgenomen van het wetsontwerp. Zij hebben daarover dan ook een aantal vragen.

Voorgenomen maatregelen

De leden van de PvdA-fractie vernemen graag van de regering hoe het voorliggende wetsvoorstel zich verhoudt tot de voorgenomen aanpassingen van de kindregelingen.

De regering heeft in het regeerakkoord de wens uitgesproken de kindregelingen te willen «hervormen en versoberen». Met name de eerste doelstelling kunnen de leden van de CDA-fractie van harte onderschrijven. Ook zijn zij geen principieel tegenstander van het niet-indexeren van de kinderbijslag. Wel vragen zij waarom de regering er voor kiest om als eerste stap een wetsvoorstel voor te leggen dat niet leidt tot hervormingen, en slechts zeer beperkte financiële impact heeft. Zij zouden er de voorkeur aan geven om eerst zicht te krijgen op de contouren van de hervormde kindregelingen, en in dat licht het totale pakket aan versoberingen te beoordelen, waaronder dan mogelijk het niet-indexeren van de kinderbijslag. Graag vernemen zij de reactie van de regering hierop.

De regering streeft naar vereenvoudiging van en bezuiniging op de kindregelingen. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de regering aan kan geven welke vereenvoudigingen en bezuinigingen op deze regelingen nog meer voorzien zijn. Zo ja, van welke orde zijn de voorgenomen maatregelen en op welke termijn zijn ze te verwachten? Welke gezinspolitiek ligt hieraan ten grondslag?

Inkomenseffecten

De leden van de PvdA-fractie vragen graag aandacht voor de inkomenseffecten van de voorliggende maatregel voor kinderen die leven in armoede. De regering geeft in de nota naar aanleiding van het verslag behorende bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer2 aan de problemen die hierdoor kunnen ontstaan te onderkennen en bij de intensivering van het armoedebeleid extra aandacht te geven aan gezinnen met kinderen, zoals ook vastgelegd in het Regeerakkoord «Bruggen slaan». De leden van de PvdA-fractie lezen in het Regeerakkoord evenwel: «De mogelijkheden voor individuele bijzondere bijstand (van daadwerkelijke kosten) worden verruimd en de mogelijkheden voor categoriale bijzondere bijstand (aannemelijke kosten) worden beperkt. Daarbij is er bijzondere aandacht voor werkenden met een laag inkomen en ouderen met klein pensioen.».3 Hoe verhoudt dit zich tot het aangekondigde voornemen van de regering om bij de intensivering van het armoedebeleid extra aandacht te geven aan gezinnen met kinderen, zo vragen de leden van de fractie van de PvdA.

De regering wijst er in de voornoemde nota naar aanleiding van het verslag voorts op dat eind 2012 besloten is tot het verhogen van het kindgebonden budget met € 75,- voor het tweede kind. Deze verhoging zorgt ervoor dat gezinnen met lage inkomens en twee of meer kinderen, ondanks het niet indexeren van de kinderbijslag, er in reële termen op vooruitgaan. Dit geldt evenwel alleen voor gezinnen met twee kinderen of meer. Hoeveel kinderen leven als enig kind in armoede, zo vernemen de leden van de fractie van de PvdA graag van de regering. En welke mogelijkheden ziet de regering om deze kinderen extra aandacht te geven?

De regering maakt een onderscheid naar inkomensondersteunende en participatie bevorderende kindmaatregelen, maar zal conform het regeerakkoord het geheel aan kindregelingen hervormen en versoberen. De leden van de SP-fractie vragen de cumulatie van inkomensgevolgen van deze aangekondigde maatregelen en recent reeds genomen maatregelen met betrekking tot alle kindregelingen inzichtelijk te maken en het cumulatieve (te verwachten) effect van alle (genomen en aangekondigde) maatregelen met betrekking tot hervorming en versobering van kindregelingen van Rutte I en II op een rij te zetten voor de jaren 2012 t/m 2017 voor inkomensgroepen (decielen), uitgesplitst naar gezinssamenstelling en aantallen kinderen.

Voor de leden van de fractie van de ChristenUnie is het wezenlijk om jonge gezinnen financieel bij te staan. Deze gezinnen worden geconfronteerd met een cumulatie van beleidsmaatregelen die hun sociaaleconomische situatie negatief beïnvloeden. Zij voelen ten volle de crisis op de arbeidsmarkt, de woningmarkt en de zorg. Zij voelen ook de bezuinigingen in het onderwijs en de kinderopvang. De kinderen die in deze gezinnen opgroeien, vormen de generatie die het Nederland van de toekomst moeten vormgeven. Kan de regering aangeven welke gezinspolitiek het kabinet voert en hoe de doelstellingen ervan gerelateerd zijn aan de doelstellingen van dit wetsontwerp? Kan de regering een omvattend trendmatig beeld geven van hoe jonge gezinnen in Nederland getroffen worden door stapeleffecten van bezuinigingen en maatregelen?

De zorgen van de leden van ChristenUnie-fractie betreffen met name ook de positie van jonge gezinnen die onder de armoedegrens leven, zeker ook gezien de economische crisis. Kan de regering aangeven hoe deze gezinnen door het niet-indexeren van de kinderbijslag extra worden getroffen en hoe dit varieert naar gezinssamenstelling en gezinsgrootte? Welke trends hebben zich hier de afgelopen jaren voorgedaan?

De leden van de commissie zien de beantwoording met belangstelling tegemoet. Zij ontvangen de reactie bij voorkeur binnen vier weken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sylvester

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Putters (PvdA), Terpstra (CDA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Van Dijk (PVV) (vice-voorzitter), Sörensen (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Beckers (VVD), Swagerman (VVD), Kok (PVV)

X Noot
2

Kamerstukken II 2012/13, 33 525, nr. 5

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 15, p. 58

Naar boven