Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2012
De vaste commissie voor Financiën kan zich in beginsel verenigen met mijn besluit
van 23 oktober 2012, nr. BLKB2012/1665M, Stcrt. 2012, 22059. De commissie heeft mij evenwel verzocht de Kamer te informeren over de datum vanaf
welke een bezwaar als massaal bezwaar wordt aangewezen en tevens toe te lichten of
terugwerkende kracht met één maand mogelijk is. Hierover bericht ik u het volgende.
De aanwijzing als massaal bezwaar heeft overeenkomstig artikel 25a van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen betrekking op bezwaarschriften waarop op de datum van
het besluit (23 oktober 2012) nog geen uitspraak was gedaan. De achtergrond hiervan
is de volgende.
De uitspraak van Rechtbank Breda die aanleiding is geweest tot de massale bezwarenstroom
en uiteindelijk tot de aanwijzing als massaal bezwaar, is gedaan op 13 juli 2012,
verzonden aan partijen op 23 juli 2012 en gepubliceerd op www.rechtspraak.nl op 1 augustus 2012.
De Belastingdienst heeft direct bij kennisneming van de uitspraak onderkend dat deze
tot een massale bezwarenstroom zou kunnen leiden en dienovereenkomstig maatregelen
genomen. Deze maatregelen bestonden er onder meer uit dat de bezwaarschriften die
binnenkwamen naar aanleiding van de uitspraak zijn aangehouden, en dat er voorbereidingen
zijn getroffen voor de aanwijzing tot massaal bezwaar.
Waar de wettelijke termijn voor het doen van uitspraak dreigde te verlopen, is deze
termijn conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht verdaagd.
Aangezien de termijn voor het doen van uitspraak zes weken (gerekend vanaf het einde
van de bezwaartermijn) en de maximale verdagingstermijn eveneens zes weken bedraagt,
diende aanwijzing tot massaal bezwaar uiterlijk op 24 oktober 2012 plaats te vinden,
te weten 12 weken na 1 augustus 2012 (datum publicatie uitspraak).
De tussenliggende periode was nodig om een beeld te krijgen van de omvang van de bezwarenstroom
en in overleg met enkele brancheorganisaties en een aantal gemachtigden geschikte
en representatieve bezwaarschriften te selecteren ten behoeve van de te voeren proefprocedures,.
Door het besluit tot aanwijzing te nemen op 23 oktober 2012 is, gelet op het bovenstaande,
bewerkstelligd dat alle bezwaarschriften die zijn ingediend naar aanleiding van de
uitspraak van Rechtbank Breda als massaal bezwaar zijn aangewezen. In zoverre is er,
materieel bezien, sprake van terugwerkende kracht van circa 12 weken. Er zijn geen
argumenten die pleiten voor een verdergaande terugwerkende kracht.
Tegen een verdergaande terugwerkende kracht pleiten de volgende argumenten:
-
1. Als er al openstaande bezwaren zijn die zijn ingediend vóór 1 augustus 2012 en die,
hoewel ze niet op de uitspraak van de Rechtbank Breda (kunnen) zijn gebaseerd, dezelfde
rechtsvraag betreffen als de rechtbankuitspraak, vallen deze onder de aanwijzing als
massaal bezwaar (zie onderdeel 2, eerste gedachtestreepje van het besluit).
-
2. Het terugdraaien van uitspraken op bezwaarschriften, ingediend vóór 1 augustus 2012,
die wel reeds zijn gedaan, staat op gespannen voet met het wettelijk systeem met betrekking
tot de rechtsbescherming van belastingplichtigen.
-
3. Het in acht nemen van terugwerkende kracht van welke duur dan ook, zonder dat er voor
die termijn een deugdelijke onderbouwing bestaat, zal leiden tot rechtsongelijkheid
tussen belanghebbenden die net wel en net niet binnen de nader vastgestelde termijn
vallen.
Gelet op het bovenstaande acht ik geen noodzaak aanwezig voor (verdergaande) terugwerkende
kracht en acht ik die evenmin wenselijk.
Ik hoop de vragen van de vaste commissie hiermee voldoende en tot tevredenheid van
uw Kamer te hebben beantwoord.
De staatssecretaris van Financiën,
F. H. H. Weekers