33 450 Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee

Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2023

Op 16 mei jl. heb ik u mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat geïnformeerd over de Defensie inzet voor bescherming Noordzee-infrastructuur en het onderzoek naar een permanente taak voor Defensie op de Noordzee1. Op 25 mei jl. spraken de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en ik hierover met uw Kamer tijdens het commissiedebat over de Strategie ter bescherming van Noordzee-infrastructuur (Kamerstuk 33 450, nr. 121).

Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens het kabinet, over het besluit tot een permanente taak voor Defensie in het Nederlandse deel van de Noordzee.

Aanleiding en doelstelling taak Defensie op de Noordzee

De ministerraad heeft op 7 juli 2023 ingestemd met een taak voor Defensie om (1) bij te dragen aan het beeld van dreigingsactoren en factoren op de Noordzee (Situational Understanding) en (2) in afstemming met NAVO bondgenoten en Europese partners zorg te dragen voor de begeleiding van niet-NAVO en niet-partner eenheden door het Nederlandse deel van de Noordzee.

Deze activiteiten worden nu geformaliseerd in een permanente taak. Defensie krijgt de formele taak om eigen omgevingsbeeld op te bouwen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Hierdoor krijgt Defensie een beter beeld van dreigingsfactoren en actoren op de Noordzee (Situational Awareness en Situational Understanding). Op deze wijze kan Defensie waarnemingen doen, deze verwerken en indien mogelijk en wenselijk delen met partners.

Tot op heden heeft Defensie geen formele taak op de Noordzee of bij de bescherming van Noordzee-infrastructuur. Momenteel begeleidt Defensie regulier, op basis van afspraken met NAVO-bondgenoten, Russische schepen door de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ) en levert op aanvraag (militaire) bijstand en steunverlening aan civiele autoriteiten op de Noordzee. Daarnaast heeft de MIVD net als de AIVD de bestaande taak om structureel onderzoek te doen naar (heimelijke) activiteiten van statelijke en niet statelijke actoren die een risico kunnen vormen voor de nationale veiligheid.

Financiële middelen en juridische context

De taak kan worden uitgevoerd binnen de bestaande gereedstellingsopdrachten. Conform de begrotingscyclus van Defensie wordt geëvalueerd of er na het formaliseren van de taak en afhankelijk van de ontwikkeling van de dreiging, voldoende capaciteit is om de taak effectief uit te voeren en of deze activiteiten ten koste gaan van gereedstelling voor andere taken. Aanvullend is in de Defensienota 20222 al rekening gehouden met de bescherming van Noordzee-infrastructuur. Zoals tevens gemeld in de Kamerbrief van 16 mei jl., investeert Defensie in Intelligence, Surveillance en Reconaissance (ISR) capaciteit op de Noordzee waarmee samen met partners bedreigingen tegen offshore en onderzeese infrastructuur tijdig worden gedetecteerd.

Uw Kamer zal in lijn met de toezegging tijdens het commissiedebat van 25 mei jl. door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat voor eind september van dit jaar worden geïnformeerd over de kabinetsbrede strategie ter bescherming van Noordzee-infrastructuur, waar de taak voor Defensie onderdeel van uitmaakt.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 33 450, nr. 119

X Noot
2

Kamerstuk 36 124, nr. 1, p. 61

Naar boven