33 440 (R1990) Wijziging van de Paspoortwet in verband met een andere status van de Nederlandse identiteitskaart, het verlengen van de geldigheidsduur van reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten, een andere grondslag voor de heffing van rechten door burgemeesters en gezaghebbers en het niet langer opslaan van vingerafdrukken in de reisdocumentenadministratie (Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart)

D VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING1

Vastgesteld 26 november 2013

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de memorie van antwoord in reactie op het voorlopig verslag van deze commissie over wetsvoorstel 33 440 (Wijziging van de Paspoortwet). Zij hebben nog een enkele nadere vraag.

De leden van de GroenLinks-fractie danken de regering voor haar antwoorden. Zij hebben nog enkele aanvullende vragen, mede naar aanleiding van het debat met Staatssecretaris Teeven over wetsvoorstel 33 192 (gebruik biometrie bij identificatie vreemdelingen).

Persoonsnummer

In de memorie van antwoord vermeldt de regering onder punt 5 (persoonsnummer) maatregelen voor te bereiden om de fraudegevoeligheid van het opnemen van het persoonsnummer in het paspoort te verminderen. De leden van de PvdA-fractie juichen elke vermindering van fraudegevoeligheid van het paspoort toe. Hebben zij goed begrepen dat het burgerservicenummer voortaan niet meer op de voorkant van de houderpagina van het paspoort komt te staan, maar op de achterzijde? Hoe groot acht de regering de kans dat het hiermee (nog steeds) mogelijk is dat kwaadwillende onbevoegde derden dit persoonsnummer zich eigen kunnen maken, bijvoorbeeld wanneer bij het inchecken in hotels om het paspoort wordt gevraagd? En hoe groot acht de regering de kans dat onbevoegde derden via het uitlezen van de machineleesbare zone op de houderpagina aan het persoonsnummer kunnen komen dat immers onderdeel blijft uitmaken van die zone?

De regering geeft in de memorie van antwoord aan dat «een andere oplossing is dat de burger een ander document overlegt waarop zijn burgerservicenummer staat vermeld. Een dergelijk document dient echter ook de nodige persoonsgegevens te bevatten om zekerheid te geven dat het nummer aan de persoon toebehoort». Is een dergelijk document niet veel minder fraudegevoelig, omdat het niet een identificatie- of reisdocument is dat men vaak bij zich moet dragen en veelvuldig moet overleggen, zo vragen de leden van de PvdA-fractie aan de regering. Kan de regering aangeven welke andere documenten er reeds bestaan (bijvoorbeeld een belastingformulier) waarin zowel het burgerservicenummer als de nodige persoonsgegevens staan en die in plaats van een paspoort of identiteitsbewijs kunnen worden overgelegd bij bijvoorbeeld bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst of het openen van een bankrekening?

Bewaren vingerafdrukken

In het voorliggende wetsvoorstel is bepaald dat vingerafdrukken niet langer worden bewaard dan noodzakelijk voor het aanmaken van het paspoort, zo constateren de leden van de GroenLinks-fractie. Desalniettemin blijft het huidige artikel 4b Paspoortwet, dat de mogelijkheid geeft tot een database en gebruik van de daarin opgenomen vingerafdrukken voor opsporingsdoeleinden, in stand. Moeten deze leden dit zo begrijpen dat het de bedoeling van de regering is een database in te richten waarin vingerafdrukken worden opgenomen gedurende de zeer korte periode tussen aanvraag en aanmaak van een paspoort, en dat deze gegevens dan gebruikt kunnen worden voor opsporingsdoeleinden? Zo ja, wat is de waarde van zo'n database? Zo nee, wat is dan de ratio achter het handhaven van artikel 4b?

Het Europese Hof van Justitie heeft in het Schwarz-arrest een database expliciet verboden. Kan de regering aangeven hoe het genoemde artikel 4b zich tot dat arrest verhoudt? Een belangrijke reden voor voormalig Minister van Binnenlandse Zaken Donner om vingerafdrukken niet langer centraal op te slaan, was dat de betrouwbaarheid van de gegevens daarvoor onder de maat zou zijn (een foutpercentage van ruim 20 procent). Kan de regering de aan het woord zijnde leden informeren of de huidige technologische stand van zaken in dit opzicht meer kwaliteit kan garanderen, of dat er perspectief is op meer betrouwbaarheid in de nabije toekomst? Zo nee, is dat niet (ook) een reden af te zien van wat voor database dan ook? Is de regering het met de leden van de fractie van GroenLinks eens dat er goede redenen zijn om de mogelijkheid voor een database van vingerafdrukken en het gebruik daarvan voor opsporingsdoeleinden zoals opgenomen in artikel 4b van de Paspoortwet te schrappen, en is de regering hiertoe bereid?

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet de nota naar aanleiding van het verslag met belangstelling tegemoet. Bij tijdige en adequate beantwoording van de in het verslag gestelde vragen zal zij voorstellen het wetsvoorstel als hamerstuk af te doen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Engels

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Vliegenthart (SP), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Duivesteijn (PvdA)

Naar boven