Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2017
Bij de behandeling van Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof) heb ik toegezegd
uw Kamer te informeren over welke andere lidstaten van de Europese Unie macronormen
hebben geformuleerd voor het overheidstekort van decentrale overheden, nadat de Europese
Commissie hiervan een overzicht heeft gepubliceerd.
Het overzicht zou onderdeel zijn van de evaluatie van de Europese Commissie van de
implementatie van het Fiscal Compact. De afronding van deze evaluatie was in eerste
instantie voorzien in 2014. Uiteindelijk is het rapport pas begin 2017 verschenen.
In de Miljoenennota 2018 heb ik uw Kamer verwezen naar deze publicatie (zie Miljoenennota
2018 pagina 56, voetnoot 46).
In de evaluatie heeft de Europese Commissie inzicht gegeven in verschillende mechanismen
per lidstaat. Er is echter geen integraal overzicht opgenomen van alle dwingende macronormen
die gelden in de verschillende lidstaten. De noodzaak en exacte vormgeving van een
dwingende macronorm is onder andere afhankelijk van de autonomie van de decentrale
bestuurslagen. De inrichting van het openbaar bestuur is per lidstaat verschillend
en daarmee verschillen ook de geïmplementeerde dwingende normen.
Belangrijk uitgangspunt van het Fiscal Compact is dat de regels zoals bijvoorbeeld
de middenlange termijn doelstelling worden gerespecteerd in het nationale begrotingsproces
waar decentrale overheden onderdeel van uitmaken. In het Fiscal Compact is geen specifieke
vormvereiste voor het implementeren van een dwingende macronorm opgenomen.
Uit de publicaties van de Europese Commissie (de evaluatie en de individuele beoordelingen
van de landen) blijkt dat naast Nederland ook België, Duitsland, Italië, Luxemburg,
Oostenrijk, Portugal en Spanje een vorm van een dwingende, budgettaire EMU-norm kennen
voor decentrale overheidslichamen.
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem