33 416 Wet inzake houdbare financiën van de collectieve sector (Wet houdbare overheidsfinanciën)

E NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 9 oktober 2013

De regering heeft met belangstelling kennisgenomen van de vragen die zijn gesteld door de Vaste Commissie voor Financiën van de Eerste Kamer in het nader voorlopig verslag over het wetsvoorstel houdbare overheidsfinanciën (wetsvoorstel Hof).

De leden van de SP-fractie hebben gevraagd naar de relatie tussen trendmatig begrotingsbeleid enerzijds en de Europese begrotingsdoelstellingen anderzijds en de mogelijkheid dat als gevolg van de Europese begrotingsdoelstelling economische neergang wordt versterkt.

Het trendmatig begrotingsbeleid combineert budgettaire disciplinering met stabilisatie van de economie. Het trendmatig begrotingsbeleid geschiedt, conform de huidige begrotingsregels, binnen de lijnen van de Europese begrotingsafspraken. Het trendmatig begrotingsbeleid kan dus binnen deze kaders volledig functioneren. Een aantasting van het trendmatig begrotingsbeleid door de Europese begrotingsregels is niet aan de orde, daar in de nationale begrotingsregels reeds is voorzien in het samengaan van het trendmatig begrotingsbeleid en de Europese normen voor het (structurele) EMU-saldo en de EMU-schuld. De Europese begrotingsnormen vormen als het ware een vangrail. Het doorkruisen van de vangrail noopt het kabinet tot het nemen van aanvullende maatregelen om het EMU-tekort en/of de EMU-schuld terug te dringen. Dit is overigens niet direct onwenselijk daar het niet corrigeren van een te hoog tekort gepaard gaat met grote risico’s en onwenselijke effecten uit oogpunt van bijvoorbeeld generationele effecten, mogelijke impact op de financiële markten en hogere renteuitgaven die productieve uitgaven wegdrukken. Tegelijkertijd bestaan in de preventieve en correctieve arm van het SGP uitzonderingsclausules voor uitzonderlijke economische omstandigheden, wat als gevolg kan hebben dat bijvoorbeeld een significante afwijking van het gevraagde aanpassingspad naar de MTO een lidstaat tijdelijk niet wordt aangerekend. Dit past ook binnen de trendmatige benadering van begrotingsbeleid.

De leden van de SP-fractie hebben gevraagd of een eventueel herstelplan ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Staten-Generaal. Het herstelplan dat moet worden gemaakt wanneer Nederland een Europese aanbeveling krijgt wanneer teveel wordt afgeweken van de vereisten ten aanzien van de middellange termijndoelstelling voor het EMU-saldo, wordt op grond van het zesde lid van artikel 2 opgenomen in een budgettaire nota. Deze nota wordt op grond van het achtste lid voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Hierna wordt de nota aangeboden aan de Staten-Generaal. Maatregelen die in het herstelplan zijn opgenomen, kunnen wijziging van (begrotings)wetgeving vergen en derhalve goedkeuring van de Staten-Generaal vragen, dit in tegenstelling tot het herstelplan zelf.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven