33 416 Wet inzake houdbare financiën van de collectieve sector (Wet houdbare overheidsfinanciën)

Nr. 6 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJKGRAAF EN BISSCHOP

Ontvangen 31 januari 2013

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 3 komt het tweede lid te luiden:

  • 2. Onze Minister van Financiën sluit, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, een akkoord met de decentrale overheden waarin wordt vastgesteld wat als een gelijkwaardige inspanning wordt aangemerkt.

II

In artikel 3 vervalt het derde lid.

Toelichting

In het tweede lid en derde lid van artikel 3 wordt voorgesteld dat de minister van Financiën na bestuurlijk overleg met de decentrale overheden en in overeenstemming met de minister van BZK en de minister van I&M vaststelt wat als een gelijkwaardige inspanning van de decentrale overheden wordt aangemerkt in de ontwikkeling van het feitelijke EMU-saldo.

Een gelijkwaardige inspanningsverplichting vooronderstelt een gelijkwaardige onderhandelingspositie bij het bepalen wat daaronder wordt verstaan. Om de gelijkwaardige verhouding tussen de rijksoverheid en de decentrale overheden te bevestigen, wordt met dit amendement geregeld dat met de betrokken overheden een akkoord wordt gesloten voor het vaststellen van wat als een gelijkwaardige inspanning van de decentrale overheden wordt aangemerkt.

Dijkgraaf Bisschop

Naar boven