33 400 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2013

Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2012

Het lid Van Veldhoven heeft gevraagd of mijn oordeel over amendement nr. 33 400 XII, nr. 14 zou veranderen als de dekking in dit amendement zou worden vervangen door de dekking die het lid Van Veldhoven had voorgesteld in amendement nr. 33 400 A, nr. 14.

Mijn antwoord hierop is dat mijn oordeel over dit amendement (nr. 33 400 XII, nr. 14) niet wijzigt als het dekkingsvoorstel wordt gewijzigd. Bovendien acht ik de nieuw aangegeven dekking in uit amendement nr. 33 400 A, nr. 14 niet wenselijk. Reden hiervoor is dat de genoemde middelen die ter dekking voorgesteld worden niet vrij inzetbaar zijn.

Het batig saldo van 2011 is met name veroorzaakt doordat enerzijds € 6 miljoen aan kosten voor inhuur zijn doorgeschoven naar 2012 omdat geplande werkzaamheden in het kader van de spoedaanpak zijn doorgeschoven van 2011 naar 2012 en anderzijds doordat € 18 miljoen kosten door vertraging in de aanbesteding betreffende beheer kantoorautomatisering in een later stadium worden gemaakt (zie p. 257 van het Jaarverslag van Hoofdstuk XII). Dat geld is dus benodigd en wordt conform de regeling Baten-Lastendiensten 2011 via het Eigen Vermogen dan ook meegenomen naar 2012 en verder. Het restant (circa € 1 miljoen) is reeds bestemd om de kosten van de reorganisatie van Rijkswaterstaat de komende jaren op te kunnen vangen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W. J. Mansveld

Naar boven