33 400 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2013

Nr. 96 MOTIE VAN HET LID VAN DER STEUR C.S.

Voorgesteld 10 april 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het nadere onderzoek van de commissie-Deetman blijkt dat er in internaten sprake was van een kille en afstandelijke omgang van zusters met de aan hen toevertrouwde vrouwelijke minderjarigen en dat in tal van situaties fysiek en psychisch geweld bepaald niet werd geschuwd;

overwegende dat in de kloostergemeenschappen en de instellingen een klimaat heerste van formalisme, liefdeloosheid, emotionele kilte, hardheid, repressie en vernedering;

constaterende dat meisjes en vrouwen het slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik in thuissituaties en de parochies en slachtoffer van geweld in instellingen en ziekenhuizen;

spreekt haar afschuw uit over het leed dat de meisjes en vrouwen is aangedaan en waartegen niet adequaat en tijdig werd opgetreden;

roept de Bisschoppenconferentie en de ordes en congregaties op om de aanbevelingen van de commissie-Deetman uit het rapport Seksueel misbruik van en geweld tegen meisjes in de rooms-katholieke kerk welwillend op te volgen en zorg te dragen voor erkenning van het berokkende leed, hulp voor de slachtoffers en hun familieleden, de bijzondere mediation te faciliteren en waar nodig schadevergoeding uit te keren waarbij een lichte bewijslast afdoende is;

roept de Bisschoppenconferentie en de ordes en congregaties op om bij de afwikkeling van klachten over fysiek en psychisch geweld geen onderscheid te maken tussen mannelijke en vrouwelijke slachtoffers;

verzoekt de regering, te bezien of een nadere wetenschappelijke definitie van excessief fysiek en psychisch geweld, mede met het oog op de afwikkeling van de door de commissie-Samson geconstateerde ernstige tekortkomingen, nuttig, nodig en wenselijk is en hiertoe samen te werken met de rooms-katholieke autoriteiten;

roept zowel de slachtoffergroepen als de Bisschoppenconferentie en de ordes en congregaties over en weer op om het contact waar nodig te herstellen en verder nauw samen te werken in het belang van alle betrokkenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Steur

Helder

Van Toorenburg

Berndsen-Jansen

Gesthuizen

Ypma

Voordewind

Naar boven