33 400-VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2013

Nr. 122 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID OSKAM TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 118

Voorgesteld 10 september 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat elke door de rechter opgelegde straf zo snel mogelijk ten uitvoer moet worden gebracht;

van oordeel dat het onacceptabel is dat momenteel duizenden veroordeelden vrij rondlopen en dat het gemiddeld veertien maanden duurt voordat een straf ten uitvoer wordt gelegd;

van oordeel dat de Nederlandse samenleving beschermd moet worden tegen veroordeelden die vrij rondlopen;

overwegende dat de minister van Veiligheid en Justitie halfjaarlijks verslag uitbrengt van de voortgang van de prestaties in de strafrechtketen;

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de executie van nog niet ten uitvoer gelegde zaken zo snel mogelijk plaatsvindt, en de Kamer in het kader van voornoemde halfjaarlijkse rapportage te informeren over de stand van zaken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Oskam

Naar boven