33 400 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2013

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2013

Bij de Regeling van werkzaamheden d.d. 28 mei 2013 (Handelingen II 2012/13, nr. 87) is door Uw Kamer verzocht om een brief ter zake van enkele onderwerpen die betrekking hebben op het OM.

1. Inleiding

Als bijlage bij deze brief treft u aan het Jaarbericht van het OM over het jaar 20121. Het Jaarbericht laat zien dat het OM er -ook onder moeilijke omstandigheden- in geslaagd is om de afgesproken doelstellingen uit het kabinetsprogramma Nederland Veiliger te realiseren. In 2012 zijn 850 georganiseerde criminele samenwerkingsverbanden aangepakt (+148% t.o.v. 2009), er is meer crimineel geld afgepakt (waarvan € 50 mln. als ontnemingsresultaat voor begroting VenJ), het aantal overvallen is gedaald tot onder de 2.000, onder andere door een stijging van het ophelderingspercentage en strafratio, de criminele jeugdgroepen zijn of worden integraal aangepakt, en er zijn meer dan 500 kinderpornozaken ingestroomd en afgehandeld.

Het OM heeft in 2012 relevante grote onderzoeken en strafzaken behandeld zoals het Passage-onderzoek, de zaak Marianne Vaatstra, de mensenhandelactie op het Baekelandtplein in Eindhoven, vervolgen van plegers van zware overvallen (bijvoorbeeld op juweliers), de strafzaak tegen Robert M., en de brand bij Chemie-Pack.

De positie van het slachtoffer staat centraal in alle zaken. Bij ernstige zaken voeren officieren van justitie persoonlijke gesprekken met slachtoffers en nabestaanden. Waar mogelijk ontvangen slachtoffers schadevergoeding. Op alle parketten zijn slachtofferloketten ingericht die deze serviceverlening aan slachtoffers organiseren en realiseren.

Het OM toont daarmee aan een professionele, slagvaardige organisatie te zijn die resultaten boekt en kwaliteit levert in een dynamische en veeleisende omgeving.

Transitie

Naast het behalen van gestelde resultaten dient het OM merkbare verbeteringen in te voeren op het gebied van efficiency en effectiviteit. In het kader daarvan heeft het OM een aantal grote programma’s lopen. Een voorbeeld hiervan is de implementatie van de ZSM-werkwijze, waar meerdere ketenpartners aan werken en die leidt tot een snellere en effectievere afhandeling van veel voorkomende criminaliteit in nauwe verbinding met het openbaar bestuur. In 2013 stroomt al meer dan de helft van de zaken in via ZSM.

Maar ook de programma’s gericht op High Impact Crimes en Ondermijning met een brede geïntegreerde aanpak, of het programma Afpakken dat er voor zorgt dat misdaad niet loont, slachtoffers hun schade vergoed krijgen en voorkomt dat criminele winsten worden geherinvesteerd.De inhoudelijke transitie die deze programma’s bewerkstelligen, raakt het primair proces en de bedrijfsvoering van het OM en de strafrechtsketen fundamenteel. Dit vraagt noodzakelijke aanpassingen in de logistieke processen bij alle ketenpartners. Zowel deze grote inhoudelijke programma’s als de reguliere taakuitvoering in de opsporing, leiden tot strafzaken die efficiënt en effectief in de keten moeten worden afgedaan en waarin het OM een positie inneemt tussen politie en de ZM. Beide organisaties zijn ingrijpend aan het veranderen. De start van Nationale Politie per januari van 2013 aan de ene kant, en de reorganisatie van de ZM per 1 januari 2013 als gevolg van de Herziening Gerechtelijke Kaart aan de andere kant.

In het kader van de Wet herziening gerechtelijke kaart is het aantal arrondissementen per 1 januari 2013 teruggebracht van negentien naar tien arrondissementen. Voor de betreffende parketten en rechtbanken die zijn samengevoegd betekent dat een grote verandering. Verschillende manieren van werken, processen of producten van de afzonderlijke partners moeten worden aangepast om te komen tot een eenvormige en efficiëntere manier van werken. Vanzelfsprekend heeft het OM in deze aanloopfase te maken met overgangsproblemen. Het OM voert intensief overleg met de betrokken partners om tot optimalisatie van het proces te komen. Dit vraagt, zeker in de eerste maanden, een verhoogde kwaliteitsbewaking van alle drie de partijen. Door de politie voordat de producten aan het OM worden overgedragen, door het OM voordat de zaken en zittingen naar de ZM gaan, en door de ZM voordat vonnissen en arresten de executiefase ingaan.

Het OM functioneert als onderdeel van de strafrechtketen. In mijn brief van 23 november 20122 heb ik u geïnformeerd over de voortgang van de reeds getroffen maatregelen om de prestaties van de strafrechtketen te versterken. Nog vóór het zomerreces ontvangt u van mij een brief waarin ik toelicht welke ambities en doelstellingen ik heb om de prestaties van de strafrechtketen te versterken. In de brief ga ik onder meer in op de verbeteringen die door het OM en de andere ketenpartners worden getroffen om strafzaken succesvoller en sneller af te handelen, en wordt toegelicht welke bijdrage de invoering van de ZSM-werkwijze en de digitalisering levert aan de versterking van de prestaties van de strafrechtketen.

3. Bezuinigingen

U heeft verzocht om een nadere toelichting op «de bezuinigingen bij het OM».

Uitgangspunten voor bespreking van dit onderwerp met Uw Kamer zijn de Begrotingswet VenJ (Kamerstuk 33 400 VI, nr. 1) en de door het kabinet voorgestelde Voorjaarsnota 2013 (Kamerstuk 33 640 VI, nr. 1).

Dit kabinet voert met ingang van 2013 een korting door op het budget van het Openbaar Ministerie van 8,9% in 2018. Zoals vermeld in het Regeerakkoord, richt deze bezuiniging voor de gehele rijksdienst zich op huisvesting, keteninformatie en bedrijfsvoering. Voor het OM bedraagt deze korting € 54 mln. in 2018.

De 8,9% taakstelling van dit kabinet wordt pas vanaf 2016 geleidelijk ingevoerd, zodat er voor het OM voldoende tijd is om zich hierop voor te bereiden.

Over bovenstaande bezuinigingen heb ik intensief overleg gevoerd en goede afspraken gemaakt met het College van Procureurs-Generaal. Het OM zal de bezuinigingen realiseren onder de randvoorwaarden die met mij zijn afgesproken op het gebied van huisvesting en digitalisering. Voor wat betreft de huisvesting verwijs ik naar mijn brief d.d. 14 december 2012 (Kamerstuk 29 628, nr. 348) en het met uw Kamer gevoerde debat hierover d.d. 13 maart 2013.

Begin dit jaar is een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en risico's voor het OM de taakstellingen, inclusief Rutte II, op te vangen. In dit rapport is geconcludeerd dat het OM, mits de veranderingsopgave goed wordt aangestuurd, en aan voornoemde randvoorwaarden inzake huisvesting en digitalisering wordt voldaan, de structurele bezuinigingsopgave kan invullen zonder kwaliteitsverlies.

Vanzelfsprekend zal ik de voortgang van de bezuinigingen van het OM volgen. Indien zich onverhoopt problemen voordoen in het tempo van de besparingen zal ik -in overleg met het College- hiervoor oplossingen zoeken.

Alles overziende ben ik ervan overtuigd dat deze bezuinigingen uitvoerbaar zijn zonder dat de rechtstaat en de ambities om Nederland veiliger te maken in het gedrang komen.

Verzamelvragen

In deze brief heb ik de hoofdlijnen geschetst ten aanzien van de prestaties, verbetertrajecten en bezuinigingen met betrekking tot het OM. Ten aanzien van enkele specifieke vragen informeer ik u als volgt.

Parket Oost-Nederland

Uw Kamer is tijdens het Vragenuur van 28 mei jl. reeds geïnformeerd over enkele overgangsproblemen in het arrondissementsparket Oost-Nederland (Handelingen II 2012/13, nr. 87, mondelinge vragen van het lid Van Toorenburg over het bericht «Puinhoop bij Justitie in Oost»).

In Oost-Nederland is sprake van een grote transitie waarbij vier arrondissementsparketten worden samengevoegd tot één parket. Dat betekent vier verschillende werkwijzen die op elkaar afgestemd moeten worden.

Vervolgens is met ingang van 1 april 2013 het arrondissement Oost-Nederland gesplitst in de arrondissementen Overijssel en Gelderland. Het OM parket Oost-Nederland is niet gesplitst. Dat geldt eveneens voor de eenheid Oost-Nederland van de Nationale Politie.

Binnen de betrokken organisaties dienen nieuwe werkafspraken te worden ingevoerd. Bekendheid met die afspraken en het ook daadwerkelijk ernaar handelen, heeft nog tijd nodig. Naar verwachting zijn aan het eind van 2013 alle processen en manieren van werken geüniformeerd.

Kamervragen kwaliteit van de rechtspraak in Zeeland

De schriftelijke vragen van de leden Van der Steur en Bosman over de kwaliteit van rechtspraak in Zeeland (vraagnummer 2013Z09792, ingezonden 21 mei 2013) zijn gelijktijdig met deze brief aan uw Kamer verzonden. Strekking van de beantwoording is dat diverse factoren een rol spelen, onder andere de fusie van de parketten Breda en Middelburg. Het OM voert intensief overleg met de ZM en de balie om tot optimalisatie van het proces te komen. Er is sprake van intensieve monitoring.

Parket Noord-Nederland

De rechtbank in Groningen heeft kritiek geuit op het te laat aanleveren van strafzaken. Op dit moment zijn er relatief weinig reguliere zaken gereed voor zitting in de meervoudige kamer waardoor de voorbereidingstijd voor zittingen erg kort is. Met de rechtbank zijn afspraken gemaakt om dit structureel te verbeteren.

Klachtbehandeling

Op 22 mei 2013 heb ik u tijdens het debat over fouten bij politie en Openbaar Ministerie toegezegd zorgvuldig te willen kijken naar de procedures voor klachtbehandeling en disciplinaire maatregelen bij het Openbaar Ministerie (Kamerstuk 33 400 VI, nrs. 104 en 105). De daarover door uw Kamer aanvaarde motie nr. 104 neem ik daarbij ter harte. Voor de begrotingsbehandeling zal ik u hierover berichten.

De door uw Kamer aanvaarde motie nr. 105 over publicatie van disciplinaire maatregelen voer ik uit. Ik heb het College van procureurs-generaal gevraagd daarvoor een regeling te treffen.

Executie

Ten aanzien van de executietaak verwijs ik naar de brief d.d. 25 februari 2013 (Kamerstuk 33 400 VI, nr. 90) die ik samen met de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan uw Kamer heb gestuurd, over onherroepelijke vrijheidsstraffen die momenteel nog niet of niet geheel ten uitvoer zijn gelegd.

Tot slot

De komende jaren zal het OM zich blijven ontwikkelen, onder andere op het gebied van digitalisering, het stroomlijnen van het primaire proces en het doorvoeren van maatregelen binnen de organisatie om uitwerking te geven aan bezuinigingen. Hierdoor zorgt het OM ervoor dat het ook in de komende jaren uitvoering kan geven aan het opsporen en vervolgen van strafbare feiten volgens de vastgestelde doelstellingen. Daarmee geeft het OM gestalte aan onze gezamenlijke ambitie: een veilig Nederland.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Kamerstuk 29 279, nr. 156

Naar boven