De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel II wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 13aa
-
1. In afwijking van artikel 13, eerste lid, heeft de verzekerde voor zorg zoals huisartsen
en verloskundigen die plegen te bieden, fysiotherapie, logopedie, ergotherapie, oefentherapie,
farmaceutische zorg, mondzorg, met uitzondering van de tandheelkundige hulp van specialistische
aard, kraamzorg en dieetadvisering alsmede verpleging en verzorging die niet gepaard
gaat met verblijf als bedoeld in artikel 10, onderdeel g, recht op een door de zorgverzekeraar
te bepalen vergoeding van de voor deze zorg of dienst gemaakte kosten.
-
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, behoeft de verzekerde voor zover hij behoefte
heeft aan verpleging en verzorging die niet gepaard gaat met verblijf als bedoeld
in artikel 10, onderdeel g, daartoe voorafgaande toestemming van de zorgverzekeraar.
Toestemming kan worden geweigerd indien daarvoor gewichtige redenen zijn.
Toelichting
Van de werking van het voorgestelde artikel 13, eerste lid, wordt een aantal vormen
van zorg uitgezonderd, namelijk zorg zoals huisartsen en verloskundigen die plegen
te bieden, fysiotherapie, logopedie, ergotherapie, oefentherapie, farmaceutische zorg,
mondzorg (met uitzondering van de tandheelkundige hulp van specialistische aard) kraamzorg
en dieetadvisering alsmede verpleging en verzorging die niet gepaard gaat met verblijf
als bedoeld in artikel 10, onderdeel g, van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Voor deze
vormen van zorg geldt dat de verzekerde recht heeft op een door de zorgverzekeraar
te bepalen vergoeding van de voor deze zorg of dienst gemaakte kosten. De indieners
menen dat de vergoedingsregeling voor deze zorg moet blijven aansluiten bij de huidige
regeling in artikel 13 van de Zvw, waarbij in de memorie van toelichting is gesteld
dat de omvang van de vergoeding niet zodanig mag zijn dat deze feitelijk verhindert
dat de verzekerde niet-gecontracteerde zorg inroept. De tekst van het eerste lid sluit
om deze reden aan bij deze huidige regeling, waarvan het hinderpaalcriterium impliciet
deel uitmaakt.
Voor verpleging en verzorging (die niet gepaard gaat met verblijf) dient de verzekerde
eerst toestemming van de zorgverzekeraar te verkrijgen, alvorens hij de zorg betrekt
van een niet-gecontracteerde aanbieder. De zorgverzekeraar neemt daarbij in overweging
of en in hoeverre de wijkverpleegkundige deelneemt aan sociale wijkteams en of de
aanbieder voldoet aan de benodigde, gangbare kwaliteits- en doelmatigheidseisen om
deze zorg te leveren. De verzekeraar kan met andere woorden toestemming slechts onthouden
indien daartoe gewichtige redenen bestaan.
In het voorgestelde artikel 13, vierde lid, is opgenomen dat de zorgverzekeraar transparant
dient te zijn over de hoogte van de vergoedingen die hij verstrekt. Dit geldt uiteraard
ook voor de uitgezonderde vormen van zorg waarbij aangesloten wordt bij de huidige
regeling in artikel 13 van de Zvw. Samen met de verplichtingen die de zorgverzekeraar
krijgt om transparant te zijn over het inkoopproces en inkoopbeleid en hoe hij daarbij
rekening houdt met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele
achtergrond van verzekerden, is de verzekerde in staat een weloverwogen keuze te maken
voor een zorgverzekering.
Slob Van der Staaij Rutte Bouwmeester P. Dijkstra