33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)

Nr. 193 HERDRUK1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ontvangen ter Griffie op 23 december 2016.

De vastgestelde algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 28 februari 2017.

De vastgestelde algemene maatregel van bestuur kan niet eerder inwerking treden dan op 1 maart 2017.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2016

Hierbij zend ik u het Besluit van 8 december 20162, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming (Stb. nr. 513). Het besluit vindt zijn grondslag deels in de Wet milieubeheer, deels in de Wet ruimtelijke ordening en deels in de Wet bodembescherming. Het besluit heeft een technisch karakter: het vervangt de verwijzingen in enkele op voornoemde wetten gebaseerde algemene maatregelen van bestuur naar de tot 1 januari 2017 geldende natuurwetgeving, door verwijzingen naar de nieuwe Wet natuurbescherming.

De voorlegging aan uw Kamer geschiedt in het kader van de zogenoemde nahangprocedures, geregeld in voornoemde wetten.

Op grond van artikelen 21.6, vijfde lid, van de Wet milieubeheer en 92, tweede lid, van de Wet bodembescherming treedt dit besluit in werking op een tijdstip dat, nadat vier weken na de toezending ervan aan de beide Kamers der Staten-Generaal zijn verstreken, bij koninklijk besluit wordt vastgesteld. Deze procedure van de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming heeft ten doel beide Kamers der Staten-Generaal in de gelegenheid te stellen te beoordelen of het in de algemene maatregel van bestuur geregelde onderwerp regeling bij wet in formele zin behoeft.

Op grond van artikel 10.9 van de Wet ruimtelijke ordening wordt het besluit toegezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal en treedt het niet eerder in werking dan met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de dagtekening van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Op grond van artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving dient de termijn van de nahangprocedure voor ten minste drie vierde deel buiten het reces van de Kamers te vallen.

Gezien deze aanwijzing en het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening zal ik het besluit niet eerder in werking laten treden dan 1 maart 2017. Gelet op het technische karakter van het besluit en het belang van actualiteit van de verwijzingen in wetteksten voor burgers en bedrijven, zal ik afwijken van het beleid inzake de vaste verandermomenten.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Herdruk i.v.m. correctie in de termijntekst.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven