33 335 Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING1

Vastgesteld 2 juli 2013

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met veel belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel gebruik Friese taal. Deze leden juichen het toe dat er een taalwet in procedure is gebracht die het gebruik van het Fries in het publieke domein regelt. Zij achten het een goede zaak dat gelijke rechten van het Nederlands en het Fries binnen de provincie Friesland nu wettelijk worden geborgd. Ook wat de inhoud van deze wet betreft begroeten deze leden het wetsvoorstel instemmend. Wel hebben zij op een aantal punten nog vragen ter verduidelijking van dit wetsvoorstel.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij onderschrijven de doelstelling van het wetsvoorstel, al zijn zij met de Afdeling advisering van de Raad van State van oordeel dat het niet veel meer omvat dan de samenvoeging van reeds bestaande wetgeving, c.q. legalisering van bestaande praktijk. Zij hebben nog een paar vragen.

2. Fries in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer

Op basis van deze wet hebben betrokkenen het recht de Friese taal te gebruiken in het bestuurlijk verkeer en het rechtsverkeer, zo stellen de leden van de VVD-fractie vast. Dit betekent dat op termijn diegenen die werkzaam zijn in deze domeinen deze taal machtig moeten zijn. Deze leden vragen zich af of dit voor alle betrokken bestuurders en functionarissen geldt. Staat deze wet, behoudens enkele gemeenten, geen uitzonderingen toe? Geldt de taalvaardigheidverplichting dus voor alle functionarissen in het bestuurlijk verkeer en rechtsverkeer? Betekent dit ook dat van een ieder die als bestuurder in een bestuurlijk orgaan wordt gekozen deze taalvaardigheid wordt gevraagd? Geldt voor nieuw gekozenen die de taal niet machtig zijn de in de wet genoemde overgangstermijn?

Een andere vraag is of de gebruiksvaardigheid passief en actief, mondeling en schriftelijk moet zijn. Welke vaardigheidscriteria gelden er in dit geval? Door wie worden die vastgelegd? Wat zijn de consequenties als iemand na training of studie en na de overgangstermijn niet aan deze criteria blijkt te voldoen? Volgt dan ontslag of ontzetting uit het ambt? Is dit laatste wettelijk gezien mogelijk? Deze vraag dringt zich uiteraard ook op bij gekozenen in het openbaar bestuur. Wat gebeurt er als een ambtenaar of functionaris na benoeming weigert zich voldoende te bekwamen in de Friese taal: is er dan sprake van een grond voor ontslag? Geldt dit ook voor degenen die nu onder deze wet vallen, maar nu al een vaste aanstelling hebben? Wordt kennis van de Friese taal, zoals in deze wet geformuleerd, een hard selectiecriterium voor benoeming of verkiezing, analoog aan de verhuisplicht?

Een andere vraag is waar precies de borging ligt van de kwaliteitseisen aan het onderwijs in de Friese taal. Dit geldt zowel voor scholen als voor andere instellingen die onderricht geven in deze taal. Is deze borging een verantwoordelijkheid of bevoegdheid van het Rijk of van de provincie? Wie stelt de criteria voor de kwaliteit van het onderwijs en waar ligt het toezicht? Als Fries in onderwijsinstellingen een regulier onderdeel is van het onderwijspakket, valt het toezicht dan integraal onder de onderwijsinspectie, of wordt ook de provincie hierin betrokken?

Waarom heeft de regering er niet voor gekozen om de opneming van het Fries als officiële taal te regelen in de Algemene wet bestuursrecht? De leden van de CDA-fractie krijgen graag een nadere toelichting.

3. Eedbepalingen in het Fries

Hoofdstuk 5 van het wetsvoorstel betreft de opneming van de Friese formuleringen inzake eed en belofte in overige wetgeving, zoals de Advocatenwet, Burgerlijk Wetboek, Gerechtsdeurwaarderswet, Wet beëdigde tolken en vertalers, Wet op de rechterlijke organisatie, Wet op het notarisambt en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Waarom, zo vragen de leden van de CDA-fractie, zijn in dit hoofdstuk niet eveneens opgenomen de Friese formuleringen inzake eed en belofte zoals thans in het Nederlands geformuleerd in de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal, respectievelijk de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning? Dit klemt temeer, nu één der leden van de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal, namelijk het Tweede Kamerlid mevrouw Lutz Jacobi (PvdA), tijdens de inhuldiging van Koning Willem Alexander de belofte daadwerkelijk in het Fries heeft uitgesproken.

4. Het Nedersaksisch

Wil de regering de leden van de VVD-fractie nog eens duidelijk maken waaruit precies de beschermwaardigheid van het Nedersaksisch bestaat en wat de positie van de rijksoverheid en de provinciale overheden hierin is? Gaat het hierbij om het Nedersaksisch als een verzamelbegrip, of geldt dit (ook) voor de vele te onderscheiden Nedersaksische dialecten? Deelt de regering de stelling dat de Nedersaksische taal en de daartoe behorende taalbeheersing een funderend element zijn van de cultuur en dat bescherming van deze dialecten bijdraagt aan de multiculturele rijkdom van ons land? Hoe ver wil de regering gaan in het beschermen van deze dialecten via onderwijsinstellingen? Zijn provinciale overheden gerechtigd hiertoe beleid te ontwikkelen?

De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag uiterlijk begin september 2013.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Engels

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA), (vicevoorzitter), Engels (D66), (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Vliegenthart (SP), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV) en Duivesteijn (PvdA).

Naar boven