33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Wet vereenvoudiging regelingen UWV)

G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 juli 2013

In de vergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 van 2 juli jl. is tijdens de rondvraag de calamiteitenregeling in het kader van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV (33 327) aan de orde gesteld.

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 2 juli 2013 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 12 juli 2013 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Den Haag, 2 juli 2013

In de vergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 juli jl. is tijdens de rondvraag de calamiteitenregeling in het kader van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV (33 327) aan de orde gesteld. Tijdens de behandeling van deze wet op 11 december 2012 hebt u aangegeven met de sociale partners in overleg te zullen treden over de lengte van de eigenrisicoperiode en toegezegd2 het sociaal overleg, ter uitvoering van de Tweede Kamermotie-Heerma3, hierop niet stuk te laten lopen.

De Eerste Kamer zou – mede gelet op de datum van inwerkingtreding van de wet per 1 september 2013 – in het tweede kwartaal van 2013 geïnformeerd worden over de uitkomsten van het overleg43, maar heeft tot op heden niets van u vernomen. Graag vernemen de leden van de commissie dan ook de laatste stand van zaken ten aanzien van deze toezegging. Zij zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze bij voorkeur voor 9 juli 2013.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.J. Sylvester

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2013

Dank voor uw brief waarin u vraagt om de laatste stand van zaken van de uitvoering van de motie Heerma (Kamerstukken II 2012/13, 33 327, nr. 12). Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel vereenvoudiging regelingen UWV (33 327) in uw Kamer heb ik toegezegd om in gesprek te gaan met de sociale partners en u tijdig voor inwerkingtreding van de calamiteitenregeling te informeren over de uitkomsten daarvan. In vervolg op deze toezegging heb ik de calamiteitenregeling betrokken in het overleg over het sociaal akkoord. Bijgevoegd treft u een afschrift van mijn brief aan de Tweede Kamer5 waarin ik nader in ga op de uitvoering van de motie Heerma.

Van de gelegenheid maak ik gebruik om u op de hoogte te stellen van mijn toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg Arbeidsmarkt op dinsdag 2 juli. Ik heb toegezegd de inwerkingtreding van de calamiteitenregeling met 1 jaar uit te stellen. De kosten hiervan bedragen 9,2 miljoen euro. De financiering zal worden meegenomen in de augustusbesluitvorming. In het AO heb ik aangegeven gehoor te geven aan de oproep de regeling uit te stellen gezien de onrust die hierover is ontstaan. De afspraak uit het sociaal akkoord om de eigenrisicoperiode in geval niet kan worden gewerkt vanwege vorst, sneeuw of ijzel op 3 weken te stellen staat nog steeds, maar treedt nu wel later in werking. In het AO heb ik aangegeven dat uitstel geen afstel betekent. Om die reden zal ik binnenkort de calamiteitenregeling publiceren met een inwerkingtredingsdatum van 1 september 2014. De regeling6 zoals ik deze binnenkort zal publiceren heb ik als bijlage bij deze brief gevoegd.

Voorts wijs ik u er nog op dat de calamiteitenregeling betrokken zal worden bij het uit te brengen SER advies over de toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur. Ik heb gevraagd om te bezien hoe de nieuwe calamiteitenregeling past binnen de in het sociaal akkoord geschetste visie op de rol van sociale partners bij de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid. Ik heb daarbij ook gevraagd of de raad in een veranderende rol van werkgevers en werknemers aanleiding ziet om te komen tot een andere invulling van de calamiteitenregeling. Zoals aangegeven zal ik de regeling alvast publiceren. Dit maakt het voor de raad ook mogelijk om de inhoudelijke en financiële kaders van de nieuwe regeling mee te wegen in de advisering.

Na ontvangst van het advies van de SER zal ik bezien of en hoe de regeling moet worden aangepast.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Terpstra (CDA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Van Dijk (PVV) (vicevoorzitter), Sörensen (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Beckers (VVD), Swagerman (VVD), Kok (PVV), Koning (PvdA)

X Noot
2

Toezegging calamiteitenregeling (T01643)

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 33 327, nr. 16

X Noot
4

Verslag schriftelijk overleg, Kamerstukken I 2012/13, 33 400 XV, E, p. 10 en 11

X Noot
5

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 151639.06.

X Noot
6

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 151639.06.

Naar boven