33 318 Wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door de Sociale verzekeringsbank (Wet vereenvoudiging regelingen SVB)

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 5 maart 2013

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van de PvdA danken de regering voor de antwoorden op hun vragen betreffende het voornemen om enkele socialezekerheidswetten te wijzigen in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Graag maken zij van de gelegenheid gebruik om de regering hierover enkele nadere vragen te stellen. De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord en hebben naar aanleiding daarvan nog een nadere vraag.

Wijzigingen Algemene Ouderdomswet (AOW)

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden van de regering op de vragen uit het voorlopig verslag over de zogenaamde «kruimelpensioenen». Zij zijn nog steeds benieuwd naar de argumentatie die de regering tot dit standpunt heeft gebracht. Met name zijn zij geïnteresseerd in de afwegingen en argumenten die de regering hanteert om niet over te gaan tot afkoop van kleine pensioenen. De leden van de VVD-fractie begrijpen heel wel dat Europese wetgeving het niet-uitkeren van kruimelpensioenen toestaat, mits beperkt tot een periode van één jaar, maar voor afkoop van kleine AOW-pensioenen, eventueel kleiner dan 10% geldt de betreffende Europese verordening2 niet. Dat de huidige bepalingen van de Algemene Ouderdomswet die mogelijkheid niet biedt, zou de regering kunnen aanzetten om een wijziging van die wet voor te bereiden. Graag vernemen deze leden welke gedachten en overwegingen de regering er toe gebracht hebben om ter zake geen initiatieven te nemen, terwijl wijziging van het huidige beleid op dit punt tot goede besparingen van de uitvoeringskosten zou kunnen leiden.

In het voorlopig verslag hebben de leden van de PvdA-fractie aandacht gevraagd voor de mogelijkheid dat iemand door de verhoging van de AOW-leeftijd en de daarmee samenhangende verschuiving van het opbouwtijdvak een opbouwjaar verliest. Dit riep bij hen de vraag op voor hoeveel personen deze situatie zich zal voordoen. De regering merkt in de memorie van antwoord op dat het haar niet bekend is voor hoeveel personen deze situatie zich zal voordoen. De leden van de PvdA-fractie menen zo geen zorgvuldig oordeel over het voorliggende wetsvoorstel te kunnen vormen en vragen de regering om in ieder geval bij benadering aan te geven om hoeveel personen het naar verwachting gaat.

Wijzigingen Algemene nabestaandenwet (Anw)

In het voorlopig verslag hebben de leden van de PvdA-fractie geïnformeerd naar de inkomenseffecten indien het volledige recht op een halfwezenuitkering verloren gaat en er daartegenover geen nieuw recht op een hogere Anw-uitkering ontstaat. Zij hebben gevraagd welke mogelijkheden de regering ziet om een inkomensdaling te beperken. De regering schrijft in de memorie van antwoord dat de inkomensdaling wordt beperkt door een hogere zorgtoeslag en een hoger kindgebonden budget. Het effect hiervan is evenwel reeds meegenomen in het getoonde inkomensbeeld uit de memorie van toelichting. Dit is bovendien geen antwoord op de vraag van de leden van de PvdA-fractie en derhalve herhalen zij de vraag hier.

Zoals de Raad van State opmerkt, worden de inkomenseffecten niet noodzakelijk door een (hogere) huurtoeslag gemitigeerd. Immers, het kan voorkomen dat nabestaanden een zodanig lage huur betalen, dat zij geen recht hebben op huurtoeslag. Bovendien komen eigenaren van een woning evenmin in aanmerking voor huurtoeslag. Graag vragen de leden van de PvdA-fractie de regering wederom welke mogelijkheden zij ziet om een inkomensdaling te beperken voor nabestaanden die geen (hogere) huurtoeslag zullen ontvangen.

Wijzigingen kinderbijslag

Op vragen van de leden van de PvdA-fractie over de bezuinigingstaakstelling voor de SVB schrijft de regering in de memorie van antwoord dat tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is toegezegd dat de Kamer een oplossing zal bieden voor het besparingsverlies als gevolg van het amendement Vermeij en Huizing3, maar dat nog geen concreet voorstel is ontvangen.

Graag vernemen de leden van de PvdA-fractie van de regering wanneer zij verwacht een concreet voorstel te ontvangen. Wat doet de regering om dit te bespoedigen? Mocht een concreet voorstel uitblijven, welke oplossingen ziet de regering dan voor het besparingsverlies als gevolg van het amendement Vermeij en Huizing? De leden van deze fractie krijgen op dit punt graag een gedetailleerde reactie.

Relatie tot hervorming kindregelingen

Regelmatig verwijst de regering in haar memorie van antwoord naar de relatie tussen voorliggend wetsvoorstel en het kindgebonden budget alsmede de kinderbijslag. Echter, de regering is voornemens de kindregelingen zoals die nu bestaan te hervormen en te versoberen. Graag ontvangen de leden van de PvdA-fractie van de regering een actualisatie van de inkomenseffecten in tabel 1 van de memorie van toelichting, met inachtneming van de effecten van de voorgenomen maatregelen betreffende de kindregelingen.

Daarnaast roept de relatie van het voorliggende wetsvoorstel met het voornemen om de kindregelingen te hervormen en te versoberen bij de leden van de PvdA-fractie de vraag op waarom de regering er niet voor heeft gekozen om de integratie van de halfwezenuitkering in de nabestaandenuitkering gelijktijdig door te voeren. Graag krijgen zij een reactie van de regering op dit punt.

De leden van de commissie zien de beantwoording met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sylvester

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Putters (PvdA), Terpstra (CDA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Van Dijk (PVV) (vice-voorzitter), Sörensen (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Beckers (VVD), Swagerman (VVD), Kok (PVV)

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PBEU 2004 L 166)

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 33 318, nr. 8.

Naar boven