33 300 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet veiligheidsregio's in verband met het beheer van het openbaar register met gegevens over de externe veiligheid, regels inzake buisleidingen en de departementale herindeling

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

I Algemeen deel

§ 1. Aanleiding en doel van het wetsvoorstel

In titel 12.2 van de Wet milieubeheer is het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) aangewezen als beheerder van het risicoregister. Sinds enkele jaren wordt dit beheer feitelijk uitgevoerd door een in de verwerking van dergelijke gegevens gespecialiseerde beheersorganisatie van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Met dit wetsvoorstel wordt beoogd titel 12.2 in overeenstemming te brengen met de huidige situatie ten aanzien van de uitvoering van de publieke beheerstaak met betrekking tot het risicoregister. In verband hiermee is in dit wetsvoorstel tevens een wijziging van de Wet veiligheidsregio’s opgenomen.

Het wetsvoorstel voorziet er daarnaast in dat titel 12.2 van de Wet milieubeheer in overeenstemming wordt gebracht met het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Hiertoe wordt de definitie van het begrip buisleiding aangepast. Ook wordt een wijziging aangebracht met betrekking tot het bevoegd gezag voor buisleidingen.

Ten slotte wordt in dit wetsvoorstel hoofdstuk 12 van de Wet milieubeheer, alsmede de definitie van «Onze Minister» in hoofdstuk 1 van die wet aangepast aan de departementale herindeling, zoals vastgelegd in het besluit van 14 oktober 2010, nr. 10.002841, houdende opheffing van de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat en instelling van een ministerie van Infrastructuur en Milieu (Stcrt. 16525) en het besluit van 14 oktober 2010, nr. 10.002840, houdende opheffing van de ministeries van Economische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en instelling van een ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (Stcrt. 16584).

§ 2. Wijzigingen in verband met het beheer van het risicoregister

In titel 12.2 van de Wet milieubeheer worden regels gesteld met betrekking tot de registratie van gegevens over externe veiligheid met betrekking tot inrichtingen, transportroutes en buisleidingen. Artikel 12.12, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat er een openbaar register is dat gegevens bevat over de externe veiligheid (hierna: het risicoregister). In artikel 12.12, derde lid, van die wet is bepaald dat het risicoregister wordt beheerd door het RIVM.

Met dit wetsvoorstel wordt beoogd het RIVM als beheerder van het risicoregister te vervangen door een door de Minister van Infrastructuur en Milieu aan te wijzen instantie. Op grond van artikel 12.12, derde lid, van de Wet milieubeheer is thans nog het RIVM belast met het beheer van het risicoregister. Omdat dat instituut deze taak feitelijk niet meer uitvoert, voorziet dit wetsvoorstel erin dat titel 12.2 op dat punt wordt aangepast. Om te voorkomen dat de wet opnieuw aangepast moet worden wanneer het beheer aan een andere instantie wordt overgedragen of bijvoorbeeld indien door een reorganisatie bij het IPO de beheersorganisatie een andere naam krijgt, vindt de aanwijzing van de beheersorganisatie van het IPO als beheerder niet op wetsniveau plaats, maar zal die aanwijzing plaatsvinden door de Minister van Infrastructuur en Milieu.

De gegevens die op grond van het op titel 12.2 van de Wet milieubeheer gebaseerde Registratiebesluit externe veiligheid worden aangeleverd, worden op de provinciale risicokaart geplaatst. In de Wet veiligheidsregio’s is in artikel 45, eerste lid, bepaald dat gedeputeerde staten zorg dragen voor de productie en het beheer van deze kaart, die onder andere de gegevens bevat die zijn opgenomen in het risicoregister. Het RIVM dient op grond van de huidige wetgeving de benodigde gegevens aan de provincies te leveren. In de praktijk voeren de provincies al de regie en aansturing van de gemeentelijke aanlevering van gegevens voor het risicoregister en zorgt de beheersorganisatie van het IPO voor de invoer van de gegevens uit het risicoregister op de provinciale risicokaart.

De taak om het register zo volledig mogelijk van gegevens te voorzien en deze gegevens actueel te houden is neergelegd bij een aantal bestuursorganen die in artikel 12.11, eerste lid, onderdeel a, van de Wet milieubeheer zijn aangewezen als bevoegd gezag. De rol van de door de Minister aan te wijzen instantie is die van beheerder, waarvan de verantwoordelijkheid beperkt blijft tot de eisen van adequaat beheer. De verschillende bevoegd gezagsinstanties blijven verantwoordelijk voor de inhoud van het risicoregister. In de bestaande verantwoordelijkheidsverdeling verandert dit wetsvoorstel niets.

§ 3. Wijzigingen in verband met regels inzake buisleidingen

De wijziging van de definitie van het begrip buisleiding houdt verband met het gegeven dat er in de huidige situatie een verschil is tussen de definitie van het begrip buisleiding in het Besluit externe veiligheid buisleidingen en de definitie van dat begrip in de Wet milieubeheer. Dit wetsvoorstel voorziet erin dat de definitie van dat begrip in die wet in overeenstemming wordt gebracht met die in het hiervoor genoemde besluit.

In artikel 12.11, eerste lid, onderdeel a, van de Wet milieubeheer wordt bepaald welke instantie als bevoegd gezag wordt aangemerkt voor bepaalde te registreren objecten. Ten aanzien van buisleidingen is thans de Minister van Infrastructuur en Milieu bevoegd gezag voor buisleidingen voor zover die door of namens het Rijk worden beheerd en voor buisleidingen waarvoor door het Rijk concessie is verleend. Voor overige buisleidingen is thans in de Wet milieubeheer geen bevoegd gezag aangewezen. In het Registratiebesluit externe veiligheid is daarom bepaald dat de Minister van Infrastructuur en Milieu ook voor de overige buisleidingen bevoegd gezag is. Dit wetsvoorstel voorziet erin dat in de Wet milieubeheer geregeld wordt dat de Minister van Infrastructuur en Milieu het bevoegd gezag is voor alle buisleidingen.

§ 4. Relatie met andere regelgeving

Wet veiligheidsregio’s

In de Wet veiligheidsregio’s wordt gedeputeerde staten opgedragen zorg te dragen voor de productie en het beheer van een geografische kaart waarop de in de veiligheidsregio aanwezige risico’s zijn aangeduid. Gedeputeerde staten moeten op die kaart ook de gegevens uit het risicoregister opnemen. Zij hebben deze taak overgedragen aan de beheersorganisatie van het IPO.

Registratiebesluit externe veiligheid

Het Registratiebesluit externe veiligheid bevat regels ter uitvoering van diverse bepalingen uit titel 12.2 van de Wet milieubeheer. In het besluit zijn categorieën inrichtingen, buisleidingen en transportroutes aangewezen waarover het risicoregister gegevens bevat. Ook is in het Registratiebesluit externe veiligheid bepaald welke gegevens geregistreerd moeten worden en wanneer.

Besluit externe veiligheid buisleidingen

In het Besluit externe veiligheid buisleidingen wordt de veiligheid in verband met buisleidingen geregeld. Exploitanten van buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen moeten op grond van dat besluit aan veiligheidseisen voldoen. Daarnaast moet bij het vaststellen van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten voldoende ruimte in acht worden genomen tussen buisleidingen en (beperkt) kwetsbare objecten. Bij ministeriele regeling op grond van artikel 2 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen worden buisleidingen aangewezen waarop dat besluit van toepassing is. Het zijn die buisleidingen waarover gegevens moeten worden opgenomen in het risicoregister.

§ 5. Gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu

Administratieve lasten

Dit wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

Het bevoegd gezag levert gegevens door deze in te voeren in een computersysteem, waarna de beheerder van het register de gegevens hieruit ophaalt. Bedrijven ondervinden hier geen gevolgen van. De gegevens zijn deels afkomstig van het bevoegd gezag en deels van bedrijven in verband met de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een inrichting. Indien nodig kan het bevoegd gezag degene die een inrichting drijft of een buisleiding of transportroute beheert om gegevens vragen. Dit wetsvoorstel verandert daar niet aan.

De verandering van de omschrijving van het bevoegd gezag voor buisleidingen betreft geen inhoudelijke wijziging, maar verandert alleen de plaats in de regelgeving waar het bevoegd gezag voor buisleidingen bepaald wordt, namelijk in de Wet milieubeheer in plaats van gedeeltelijk in de Wet milieubeheer en gedeeltelijk in het Registratiebesluit externe veiligheid. De gewijzigde definitie van het begrip buisleiding heeft evenmin gevolgen voor de administratieve lasten.

Bestuurslasten

De beheersorganisatie van het IPO krijgt er een taak bij als deze organisatie wordt aangewezen voor de uitvoering van het beheer van het risicoregister. De kosten daarvan worden door de Rijksoverheid vergoed, zoals die kosten voorheen aan het RIVM werden vergoed.

Gevolgen voor het milieu

Dit wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor het milieu.

Gevolgen voor uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De wijziging van de instantie die het beheer uitoefent heeft geen gevolgen voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Ook de overige in dit wetsvoorstel opgenomen wijzigingen hebben geen gevolgen voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

§ 6. Consultatie

Omdat het wetsvoorstel gevolgen heeft voor de provincies, is – overeenkomstig de Code Bestuurlijke Verhoudingen – een concept van dit wetsvoorstel voorgelegd aan het IPO. Bij brief van 2 februari 2012, kenmerk EP05245/2012, heeft het IPO te kennen gegeven akkoord te zijn met het conceptwetsvoorstel. Het IPO heeft hier wel de voorwaarde aan gekoppeld dat de kosten voor het beheer van de gegevens structureel worden vergoed door een voor inflatie geïndexeerde toevoeging aan het provinciefonds.

II De artikelen

Artikel I

Onderdelen A en B

De wijzigingen in de artikelen 1.1 en 12.10 van de Wet milieubeheer houden verband met de departementale herindeling zoals beschreven in paragraaf 1 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

Onderdeel C

De wijzigingen in artikel 12.11, eerste lid, onderdeel a, onder 8°, en onderdeel d, van de Wet milieubeheer houden verband met de wijzigingen in de regels met betrekking tot buisleidingen. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

De wijzigingen in artikel 12.11, eerste lid, onderdeel a, onder 4° en 9°, van de Wet milieubeheer houden verband met de departementale herindeling zoals beschreven in paragraaf 1 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

Onderdeel D

In artikel 12.12, derde lid, van de Wet milieubeheer wordt een door de Minister aan te wijzen instantie belast met het beheer van het risicoregister. Zoals in het algemeen deel van deze memorie van toelichting is aangegeven, zal de beheersorganisatie van het IPO met deze beheerstaak worden belast.

Onderdeel E

Artikel 12.13, eerste en vierde lid, van de Wet milieubeheer wordt aangepast in verband met de wijziging van de instantie die met het beheer van het risicoregister wordt belast. De tweede volzin van het tweede lid vervalt in verband met de departementale herindeling zoals beschreven in paragraaf 1 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

Onderdeel F

In het zesde lid van artikel 12.14 van de Wet milieubeheer is nog een verwijzing opgenomen naar de inmiddels ingetrokken Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dit onderdeel voorziet erin dat verwezen wordt naar de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. De tweede volzin van het achtste lid vervalt in verband met de departementale herindeling zoals beschreven in paragraaf 1 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

Onderdelen G, H en I

De artikelen 12.15, 12.16 en 19.8 van de Wet milieubeheer worden aangepast in verband met de wijziging van de instantie die met het beheer van het risicoregister wordt belast.

Artikel II

Ingevolge artikel 45, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s is de directeur-generaal van het RIVM verplicht aan gedeputeerde staten de voor de risicokaarten benodigde gegevens te verstrekken. Omdat het RIVM niet meer met het beheer van het risicoregister wordt belast, maar een door de Minister aan te wijzen instantie, moet die aan te wijzen instantie aan deze verplichting voldoen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven