33 280 Voorjaarsnota 2012

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2012

1. Inleiding

De Voorjaarsnota 2012 is de eerste rapportage van het kabinet over de uitvoering van de begroting 2012. Hierin geeft het kabinet een overzicht van de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2012 ten opzichte van de Miljoenennota 2012. Deze bijstellingen zijn gebaseerd op nieuwe macro-economische ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) 2012 van het CPB en inzichten over de begrotingsuitvoering. Daarnaast bevat deze Voorjaarsnota een nadere invulling van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013, zoals toegezegd in het debat van 26 april jongstleden.

De uitvoering van de begroting 2012 wordt gekenmerkt door budgettaire krapte en forse tegenvallers, met name in de werkloosheidsuitkeringen en gezondheidszorg. Ondanks de problematiek is het gelukt het uitgavenkader voor dit jaar te sluiten.

Het EMU-saldo 2012 komt naar verwachting uit op een tekort van 4,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De EMU-schuld 2012 komt naar verwachting uit op bijna 70 procent bbp.

Deze Voorjaarsnota bevat naast informatie over de begroting 2012 een overzicht en invulling van de maatregelen die gesloten zijn in het begrotingsakkoord voor 2013. De meerjarige doorwerking zal worden verwerkt in de Miljoenennota 2013. Het kabinet zal voortvarend van start gaan met de implementatie van de maatregelen en de benodigde wet- en regelgeving. Het streven is om bij in ieder geval het grootste deel van de fiscale maatregelen het wetgevingsproces al voor de zomer geheel af te ronden.

Deze Voorjaarsnota is als volgt opgebouwd: paragraaf 2 gaat in op het economisch beeld voor dit jaar. Vervolgens gaat paragraaf 3 in op de uitgavenzijde van de begroting en paragraaf 4 kijkt naar de inkomstenkant. Tot slot resulteren in paragraaf 5 het EMU-saldo en de EMU-schuld voor 2012 om af te sluiten met paragraaf 6 waarin de gevolgen voor de begroting van de laatste ontwikkelingen van de economische en financiële crisis besproken worden.

Bijlage 1 (bijgaand) geeft een overzicht van budgettaire kerngegevens voor dit jaar. In bijlage 2 (bijgaand)wordt een verdere invulling gegeven van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord voor 2013. Bijlage 3 (bijgaand) geeft vervolgens een overzicht van interventies in de financiële sector. In bijlage 4 (bijgaand) wordt ingegaan op het risicomanagement van de staatsschuld en bijlage 5 (bijgaand) bevat de verticale toelichting.

2. Economisch beeld

In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Nederlandse economie. De Voorjaarsnota is gebaseerd op het CEP 2012.

Onderstaande tabel geeft de wijzigingen in de ramingen van de belangrijkste macro-economische variabelen weer ten opzichte van de Macro Economische Verkenning 2012, waarop de Miljoenennota 2012 is gebaseerd. In de tweede helft van 2011 is de Nederlandse economie teruggevallen in een recessie. Zoals voorspeld in het CEP 2012 was in het eerste kwartaal van dit jaar sprake van een bescheiden krimp van het volume van het bbp. Voor de tweede helft van dit jaar verwacht het CPB weer positieve groei. Per saldo raamt het CPB een krimp van ongeveer ¾ procent in 2012. Dit leidt tot een relatief forse bijstelling van de groeiprognose voor 2012 met 1¾ procentpunt.

Tabel 1: Macro-economische kernvariabelen
 

Miljoenennota 2012

VJN 2012

Verschil

Volumemutatie bbp (in procenten)

1

– ¾

– 1¾

Prijsmutatie bbp (in procenten)

2

– ¼

Bbp (in miljarden euro)

623

609

– 14

Contractloonstijging marktsector (in procenten)

2

– ¼

Inflatie (cpi; in procenten)

2

¼

Lange rente (in procenten)

– 1

Werkloosheid (in duizenden personen; ILO-definitie)

375

500

125

Eurokoers (in dollars)

1.43

1.29

– 0.14

Olieprijs (Brent, niveau in dollars per vat; in procenten per jaar)

106

111

5

Alle binnenlandse bestedingscomponenten leveren in 2012 een bescheiden negatieve groeibijdrage. Alleen de uitvoer van diensten en energie levert een positieve groeibijdrage in 2012. De hieruit resulterende economische krimp doet ook de werkloosheid sterk oplopen. Dit impliceert een forse tegenvaller voor de begroting. Dat de contractloonontwikkeling slechts een kwartprocentpunt lager uitkomt, is gelegen in het feit dat veel cao’s voor 2012 reeds vastliggen. De actuele raming van de lange rente laat een meevaller zien voor de Nederlandse begroting: de rente wordt 1 procentpunt lager geraamd dan bij Miljoenennota op gemiddeld 2¼ procent. Dit leidt tot lagere rentelasten. De bijstelling van de olieprijsraming is beperkt.

3. Uitgaven

Totaalkader

Op diverse begrotingen is sprake van forse uitvoeringsproblematiek. Daarnaast leidt de verslechterde macro-economische ontwikkeling tot tegenvallers, met name bij de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen. Ondanks de problematiek is het gelukt het uitgavenkader voor dit jaar te sluiten. Hiervoor zijn ook generieke maatregelen ingezet.

Tabel 2 laat de mutaties per deelkader zien; het totale uitgavenkader sluit. De mutaties per deelkader worden onderstaand toegelicht.

Tabel 2: Toetsing totaalkader

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

20121

Totaalkader Miljoenennota 2012

0,0

Totaalkader Voorjaarsnota 2012

0,0

   

Kader RBG-eng Miljoenennota 2012

– 0,5

Besluitvorming Voorjaarsnota

– 2,0

Kader RBG-eng Voorjaarsnota 2012

– 2,5

   

Kader SZA Miljoenennota 2012

0,0

Besluitvorming Voorjaarsnota

1,3

Kader SZA Voorjaarsnota 2012

1,3

   

Kader zorg Miljoenennota 2012

0,5

Besluitvorming Voorjaarsnota

0,6

Kader zorg Voorjaarsnota 2012

1,2

X Noot
1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Kader Rijksbegroting in enge zin

In het kader RBG-eng hebben zich ten opzichte van de Miljoenennota 2012 diverse mutaties voorgedaan, hetgeen resulteert in onderstaande kadertoetsing.

Tabel 3: Uitvoeringsbeeld kader RBG-eng

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

20121

Stand kadertoetsing RBG-eng Miljoenennota 2012

– 0,5

Macromutaties

 

Ruilvoet

– 0,4

Winstafdracht DNB

– 0,1

EU-afdrachten

– 0,1

HGIS

– 0,1

GF/PF-accressen

– 0,3

Beleidsmatige en overige mutaties

 

Verlenging nullijn

– 0,8

Seno-gom

– 0,2

Kasschuif A15 Maasvlakte

– 0,2

Overige kasschuiven

– 0,1

Invulling in=uit

0,2

Kadertoetsing RBG-eng Voorjaarsnota 2012

– 2,5

Rente-uitgaven

(– 0,9)

Winstafdracht DNB

(– 0,5)

X Noot
1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Macromutaties

De ruilvoet onder het kader RBG-eng laat een meevaller zien. In 2012 stijgt de prijs nationale bestedingen en dalen de uitgaven aan loon- en prijsbijstelling onder het kader ten opzichte van de verwachting bij Miljoenennota vanwege een lagere loonontwikkeling. Beide effecten zorgen voor een ruilvoetwinst.

De winstafdracht DNB laat een meevaller zien in 2012. Deze meevaller wordt veroorzaakt door een hoger dan verwachte operationele winst in 2012.

Bij de EU-afdrachten is ook sprake van een meevaller. Eind november heeft de Begrotingsraad de geamendeerde begroting nr. 6 aangenomen over 2011. Hieruit bleek dat sprake was van enkele meevallers (uit geïnde boetes en traditionele eigen middelen) en een tegenvaller. Het gesaldeerde effect voor de Nederlandse afdracht aan de EU was – 52 miljoen euro. De meevaller is verwerkt in de afdracht van januari 2012 en wordt om die reden bij Voorjaarsnota verwerkt.

Verder is sprake van een neerwaartse aanpassing van de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking als gevolg van een lager bruto nationaal product ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2012.

De accressen voor het gemeente- en provinciefonds nemen in 2012 met circa 0,3 miljard euro af ten opzichte van de Miljoenennotastand. De daling van de accressen is vooral het gevolg van het hanteren van de nullijn en, in mindere mate, de doorwerking van de reguliere voorjaarsbesluitvorming.

Beleidsmatige en overige mutaties

Ten aanzien van de lonen in de collectieve sector (exclusief de zorgsector) wordt voor 2012 een nullijn gehandhaafd. De tranches voor de loonbijstelling 2012 worden ingehouden voor de contractloonstijging wat een besparing van 0,8 miljard euro oplevert onder het kader Rijksbegroting in enge zin.

De zogeheten seno-gom portefeuille (onderdeel Exportkredietverzekering) wordt afgebouwd en in dat kader vindt een vrijval plaats uit de reserve.

Het in het Infrastructuurfonds geraamde aanlegbudget voor het project A15 Maasvlakte Vaanplein wordt omgezet in een meerjarig budget voor de beschikbaarheidsvergoeding. Bij nieuwe PPS-projecten wordt toegezien op de nieuwe aangescherpte Eurostat-richtlijn die stelt dat de beschikbaarheidsvergoeding volledig variabel wordt vormgegeven.

De post overige kasschuiven bestaat uit meerdere componenten. Dit betreft voornamelijk de doorwerking van de kasschuiven zoals gemeld in de Najaarsnota 2011 waarbij sprake was van een versnelling van de uitgaven. Het betreft onder meer een kasschuif om de arbeidsvoorwaarden in de sector Voortgezet Onderwijs mogelijk te maken en het herfaseren van middelen bij defensie om pensioenen uit te betalen. Verder worden verschillende intertemporele compensaties geaccommodeerd binnen onder andere de begrotingen van BZK, OCW en het Gemeentefonds. Het totaal aan mutaties leidt tot een kaderonderschrijding van 0,1 miljard euro in 2012.

De eindejaarsmarge wordt uitgekeerd aan de departementale begrotingen. Als tegenhanger hiervan wordt de ramingstechnische veronderstelling in=uit op de aanvullende post verwerkt. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de onderuitputting die zich in 2011 heeft voorgedaan ook in 2012 zal optreden. De eindejaarsmarge voor de HGIS-middelen en de daarmee corresponderende in=uit wordt over drie jaren verspreid. Voorts wordt de in=uit bij Voorjaarsnota reeds voor 240 miljoen ingevuld.1

Kadercorrecties

De eerste correctie betreft de lagere rentelasten- conform begrotingsregel 22. Ondanks de toename van het tekort komen de rente-uitgaven voor de staatsschuld in 2012 naar verwachting circa 0,9 miljard euro lager uit dan bij Miljoenennota geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de lagere rentetarieven waartegen de Staat naar verwachting kan lenen dit jaar.

De tweede correctie betreft de winstafdracht van DNB. Deze correctie hangt samen met de kadercorrectie in 2011 zoals toegelicht in het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2011.

Kader sociale zekerheid en arbeidsmarkt

In het kader SZA hebben zich ten opzichte van de Miljoenennota 2012 diverse mutaties voorgedaan, hetgeen resulteert in onderstaande kadertoetsing.

Tabel 4: Uitvoeringsbeeld kader sociale zekerheid en arbeidsmarkt

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

20121

Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Miljoenennota 2012

0,0

Macromutaties

 

Ruilvoet

– 0,2

Werkloosheidsuitgaven

1,5

Uitvoeringsmutaties

 

Kinderopvangtoeslag

– 0,1

Besparingsverliezen

0,1

Beleidsmatige mutaties

 

Verlenging nullijn

– 0,1

Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Voorjaarsnota 2012

1,3

X Noot
1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Binnen het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt doet zich door een opwaartse bijstelling van de werkloosheidsraming een macrotegenvaller voor. Deze wordt voor een klein deel gecompenseerd door een meevallende ruilvoet.

De uitvoeringsmutaties laten in 2012 per saldo een budgettair neutraal beeld zien. Er doet zich een meevaller van 55 miljoen euro voor bij de kinderopvangtoeslag. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere terugontvangsten door verbeterde controles en snellere inning.

Hiertegenover staat een tegenvaller als gevolg van enkele besparingsverliezen bij regeerakkoordmaatregelen. Er doet zich een besparingsverlies voor bij de aanpak van fraude als gevolg van het uitstellen van de invoering van de wet aanpak fraude (35 miljoen euro). Daarnaast zijn er besparingsverliezen als gevolg van de overgangsregeling Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK; 10 miljoen euro) en het uitstel van de invoering van de maatregel «AOW vanaf pensioneringsdatum» (16 miljoen euro).

Ten aanzien van de lonen in de collectieve sector (exclusief de zorgsector) wordt voor 2012 een nullijn gehandhaafd. De tranches voor de loonbijstelling 2012 worden ingehouden voor de contractloonstijging wat een besparing van 0,1 miljard euro oplevert binnen het kader SZA.

Budgettair Kader Zorg

In het BKZ hebben zich ten opzichte van Miljoenennota 2012 diverse mutaties voorgedaan, hetgeen resulteert in onderstaande kadertoetsing.

Tabel 5: Uitvoeringsbeeld kader zorg

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2012

Budgettair Kader Zorg Miljoenennota 2012

0,5

Macromutaties

0,1

Saldo mee- en tegenvallers

0,6

Budgettair Kader Zorg Voorjaarsnota 2012

1,2

De overschrijding van het BKZ is met 0,7 miljard euro toegenomen ten opzichte van Miljoenennota. Deze toename wordt veroorzaakt door een ruilvoettegenvaller en mee- en tegenvallers. Bij de AWBZ is sprake van een tegenvaller van 0,3 miljard euro die volgt uit nieuwe informatie over de zorguitgaven van de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZa) en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) over 2011. De tegenvaller bij de Zorgverzekeringswet (Zvw) bedraagt 0,2 miljard euro en volgt deels uit nieuwe informatie van NZa en CVZ over 2011 en deels uit enkele besparingsverliezen.

4. Inkomsten

De totale ontvangsten

In 2012 komen de belasting- en premieontvangsten op EMU-basis volgens de huidige inzichten per saldo 7,6 miljard euro lager uit dan verwacht bij Miljoenennota 2012, zoals blijkt uit tabel 6.

Tabel 6: Belasting- en premieontvangsten 2012 op EMU-basis
 

Stand MN 2012

Stand

VJN 2012

Mutatie

Belastingen en premies volksverzekeringen

179,6

172,4

– 7,2

wv. belastingen

140,2

134,6

– 5,7

wv. premies volksverzekeringen

39,4

37,8

– 1,6

Premies werknemersverzekeringen

52,3

51,9

– 0,4

Totaal

231,9

224,3

– 7,6

Tabel 7 geeft een uitsplitsing van de mutatie in de raming van de ontvangsten voor 2012 ten opzichte van de stand bij Miljoenennota 2012. Allereerst zijn de ontvangsten over 2011 2,6 miljard euro lager uitgekomen dan verwacht bij Miljoenennota 2012. Deze tegenvaller werkt in zijn geheel door naar 2012. Daarbovenop zorgt een fors lagere economische groei op basis van het CEP 2012 voor 6,1 miljard euro lagere ontvangsten in 2012 dan eerder verwacht. De tegenvallende inkomsten betreffen vrijwel alle belasting- en premiesoorten, waarvan de belangrijkste bijstellingen hierna worden toegelicht. Ten slotte is naast tegenvallers sprake van hogere ontvangsten als gevolg van beleidsmaatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013.

Tabel 7: Overzicht mutaties van de inkomsten sinds Miljoenennota 2012

(– = tegenvaller in miljarden euro)

2012

Stand Miljoenennota 2012

231,9

Doorwerking realisatie 2011

– 2,6

Economisch beeld

– 6,1

Beleid

1,0

Stand Voorjaarsnota 2012

224,3

De belangrijkste tegenvallers betreffen de ontvangsten uit de vennootschapsbelasting (vpb; – 2,3 miljard euro) en de loon- en inkomensheffing (– 3,0 miljard euro). Deze tegenvallers volgen allereerst uit een fors lagere winstontwikkeling dan eerder verwacht wat zowel gevolgen heeft voor de vpb-ontvangsten als – vanwege IB-ondernemers – de ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing. Daarnaast zorgen een negatievere ontwikkeling (– 0,6 procent) van de werkgelegenheid dan bij Miljoenennota 2012 werd verwacht (– 0,1 procent) en een lagere loonontwikkeling voor lagere ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing. Verder zijn er tegenvallende ontvangsten bij de btw als gevolg van een tegenvallende consumptie en investeringen in woningen. Ten slotte is sprake van een relatief grote tegenvaller bij de ontvangsten uit de overdrachtsbelasting (– 0,6 miljard euro) als gevolg van een aanhoudende malaise op de woningmarkt in 2012.

Beleidsmaatregelen zorgen zoals gezegd voor 1,0 miljard euro hogere ontvangsten dan bij Miljoenennota verwacht. Dit betreft vooral (0,7 miljard euro) de maatregelen uit het Begrotingsakkoord die in 2012 ingaan: de verhoging van het algemene btw-tarief per 1 oktober 2012 (– 1,0 miljard euro) naar 21 procent, de verlaging van de btw op podiumkunsten naar 6 procent per 1 juli 2012, het verdubbelen van de bankbelasting van 300 miljoen naar 600 miljoen euro en het structureel maken van de overdrachtsbelasting voor woningen op 2 procent (– 0,6 miljard euro). Bij Miljoenennota 2012 was nog sprake van een tijdelijke verlaging van dit tarief en dat deze per 1 juli 2012 weer zou worden verhoogd naar 6 procent. De lagere ontvangsten (– 0,6 miljard euro) van de overdrachtsbelasting die uit deze beleidsmaatregel volgen komen bovenop op de bovengenoemde tegenvallende ontvangsten in 2012. Ten slotte zorgen hogere zorgpremies in 2012 dan verondersteld bij Miljoenennota 2012 nog voor 0,3 miljard euro hogere ontvangsten. De hoogte van de zorgpremies voor 2012 betreft op het moment van de Miljoenennota 2012 nog een raming omdat de hoogte van de zorgpremies in 2012 pas begin 2012 bekend is.

5. EMU-saldo en EMU-schuld

Tabel 8 geeft de ontwikkeling van het EMU-saldo weer ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2012.

Tabel 8: Verticale toelichting EMU-saldo

(in percentage bbp)

20121

EMU-saldo Miljoenennota 2012

– 2,9

Inkomsten

– 1,3

Sociale zekerheid (met name werkloosheidsuitgaven)

– 0,2

Zorguitgaven (inclusief zorgtoeslag)

– 0,2

Nullijn

0,2

Rente-uitgaven

0,1

Winstafdracht DNB

0,1

Overige uitgaven

– 0,1

EMU-saldo lokale overheden

0,1

Noemereffect

– 0,1

EMU-saldo Voorjaarsnota 2012

– 4,2

X Noot
1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Het EMU-saldo laat een verslechtering zien van 1,3 procent bbp ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2012. Deze verslechtering is gelijk aan de afname van de belasting- en premie-inkomsten. De uitgavenbijstellingen zijn met elkaar in evenwicht.

Zo is sprake van hogere uitgaven binnen de sociale zekerheid, met name vanwege hogere werkloosheidsuitgaven, en de zorg vanwege uitvoeringsproblematiek. De in het begrotingsakkoord afgesproken nullijn zorgt daarentegen voor een saldoverbetering.

Ondanks het toegenomen EMU-tekort laten de rente-uitgaven per saldo een meevaller zien, als gevolg van een lagere rentevoet ten opzichte van Miljoenennota 2012.

Bij de winstafdracht DNB is voorts sprake van een saldomeevaller van 0,1 procent bbp ten opzichte van de verwachting bij Miljoenennota 2012 als gevolg van het alsnog uitkeren van een slotdividend over 2011.

De bijstelling in het EMU-saldo lokale overheden vloeit voort uit de beter dan verwachte realisatie van het EMU-saldo van de lokale overheden over 2011. De verwachting is dat de verbetering van het EMU-saldo zich voortzet in 2012.

Tenslotte is sprake van een negatief noemereffect, omdat de raming van het bbp neerwaarts is aangepast sinds Miljoenennota.

De EMU-schuld komt dit jaar naar verwachting uit op 69,7 procent bbp. Dit is ruim 4 procent bbp hoger dan de raming bij Miljoenennota 2012. Ten eerste is de schuld in 2011 hoger uitgekomen dan waar in Miljoenennota 2012 rekening mee werd gehouden, waardoor de startpositie in 2012 is verslechterd.

Verder heeft de verslechtering van het EMU-saldo een verhogend effect op de schuld.

Daarnaast leiden de wijzigingen binnen het EFSF als gevolg van het tweede Griekse steunprogramma tot een hogere schuld van per saldo 6 miljard euro.

Ook is sprake van een negatief noemereffect als gevolg van een lager bbp ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2012. Tabel 9 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2012.

Tabel 9: Verticale toelichting EMU-schuld

(in percentage bbp)

2012

EMU-schuld Miljoenennota 2012

65,3%

Doorwerking realisatie 2011

0,5%

Mutatie EMU-saldo

1,2%

Tweede Griekse steunprogramma EFSF / omzetting bilaterale lening Griekenland

1,0%

Europees Stabilisatie Mechanisme (ESM)

0,3%

Noemereffect

1,5%

Overig

– 0,1%

EMU-schuld Voorjaarsnota 2012

69,7%

Figuur 1 plaatst het Nederlandse EMU-saldo en de EMU-schuld in Europees perspectief.

Figuur 1: EMU-saldo en EMU-schuld 2012 (eurozone, in procenten bbp)

Figuur 1: EMU-saldo en EMU-schuld 2012 (eurozone, in procenten bbp)

Bron: European Economic Forecast – spring 2012 (Europese Commissie), met uitzondering van Nederland, waarvoor de ramingen uit de Voorjaarsnota zijn gebruikt.

Het Nederlandse EMU-tekort is groter dan het gemiddelde van de eurozone; de schuldpositie van Nederland is beter dan het gemiddelde van de eurozone.

6. Budgettaire ontwikkelingen in het kader van de economische en financiële crisis

Om tegenwicht te bieden aan de gevolgen van de crisis voor het economische en financiële klimaat, heeft het kabinet een aantal maatregelen genomen om het financiële stelsel gezond te houden, de rust te helpen herstellen en om de economie te ondersteunen. Deze ingrepen en hun budgettair effect worden besproken in deze paragraaf.

Financiële interventies

Bijlage 2 geeft een overzicht van de budgettaire gevolgen van de financiële interventies en geeft een toelichting op de mutaties die sinds Miljoenennota 2012 hebben plaatsgevonden op deze interventies. Met dit budgettair overzicht wordt de structurele informatievoorziening omtrent de budgettaire gevolgen van de crisismaatregelen verbeterd.

ING

Gezien de marktomstandigheden is het onzeker of ING in 2012 de begrote bedragen zal kunnen betalen. Op dit moment is de Staat met ING en de Europese Commissie in overleg over een aflossingsschema. Hierbij blijft gelden dat DNB te allen tijde toestemming dient te verlenen aan de terugbetaling.

Lening Griekenland

Het akkoord over het tweede leningenprogramma voor Griekenland leidt tot een schuldtoename van 7 miljard euro voor Nederland. Dit betreft het Nederlandse aandeel in het EFSF, dat conform de Eurostatregels aan de Nederlandse schuld wordt toegerekend. Eveneens is bij de Eurogroep van 20 februari jongstleden besloten dat het resterende deel van het bilaterale leningprogramma dat in 2010 aan Griekenland is toegezegd door het EFSF zal worden uitgekeerd. De bilaterale leningen die in 2012 en 2013 verstrekt zouden worden door Nederland komen hiermee te vervallen. In totaal gaat het om een bedrag van circa 1 miljard euro aan bilaterale leningen die Nederland minder verstrekt. Tevens is de looptijd van de uitgekeerde bilaterale leningen aan Griekenland verlengd. Hierdoor vinden de aflossingen op een later moment plaats (zie ondermeer Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 885).

De renteontvangsten op de leningen aan Griekenland zijn naar beneden bijgesteld in deze Voorjaarsnota. Deze bijstelling heeft verschillende oorzaken. (i) De renteopslag is verlaagd naar 150 basispunten zoals overeengekomen door de Eurogroep van 20 februari jongstleden, (ii) er zullen minder leningen bilateraal worden uitgekeerd waardoor er ook over een lager bedrag rente wordt ontvangen, (iii) de renteraming voor de korte rente is aangepast voor de laatste CEP-cijfers die lager zijn dan in een eerdere raming en in 2012 wordt met terugwerkende kracht een renteverlaging geëffectueerd voor de periode waarin de nationale procedures over de verlaging van de opslag nog liepen en Griekenland nog de oorspronkelijke hogere opslag betaalde (zie ook Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 885 en nr. 893 en mijn brief met kenmerk BZ / 2012 /223M d.d. 10 april jongstleden). Daarnaast zorgt onder andere een verlenging van de looptijd van de bestaande leningen ervoor dat meer rente ontvangen wordt. Per saldo zorgen de bovengenoemde effecten voor een lagere renteontvangst.

ESM

Tijdens de Europese Raad van 8 en 9 december 2011 werd besloten om het ESM vervroegd in werking te laten treden in juli 2012. Bij de Eurogroep van 30 maart jongstleden werd een akkoord bereikt dat het ESM sneller zal worden opgebouwd. In eerste instantie zou het gestorte kapitaal in vijf gelijke delen worden gestort over de jaren 2012–2016. Op 2 maart jongstleden is afgesproken om in 2012 2/5 van het gestort kapitaal vol te storten, in plaats van 1/5. Tijdens de Eurogroep van 30 maart jongstleden is afgesproken om ook in 2013 twee tranches te storten, in plaats van één. Dit betekent dat in 2014 nog slechts één tranche dient te worden gestort. Op basis van het besluit van de Eurogroep zal Nederland net als in 2012 in 2013 wederom twee tranches storten, wat neerkomt op circa 1,8 miljard euro. In 2014 wordt de laatste tranche gestort van voor Nederland circa 915 miljoen euro.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

Bijlage 1 Budgettaire kerngegevens

(in miljarden euro)

20121

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

224,2

   

Netto uitgaven onder de kaders

248,6

Rijksbegroting in enge zin

113,2

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

71,1

Budgettair Kader Zorg

64,3

Overige netto uitgaven

– 3,0

Zorgtoeslag

4,4

Gasbaten (kasbasis)

– 11,8

Overig

4,3

Totale netto uitgaven

245,5

   

EMU-saldo centrale overheid

– 21,4

   

EMU-saldo lokale overheden

– 4,0

   

Feitelijk EMU-saldo

– 25,3

Feitelijk EMU-saldo (in procenten bbp)

– 4,2%

   

EMU-schuld (in procenten bbp)

69,5%

   

bbp

609

X Noot
1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Bijlage 2 Begrotingsakkoord 2013

Begrotingsakkoord 2013: Verantwoordelijkheid nemen in crisistijd

Gezonde overheidsfinanciën zijn van essentieel belang. Sinds de tweede helft van 2011 zijn we geconfronteerd met nieuwe onzekerheden en tegenvallende economische ontwikkelingen. Nederland is opnieuw in een recessie terecht gekomen en ook voor de komende jaren wordt een lage economische groei verwacht. Als gevolg hiervan dreigden de overheidsfinanciën voor 2013 verder te verslechteren. In de ontstane politieke situatie hebben de fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie de handen ineen geslagen en een begrotingsakkoord voor 2013 gesloten dat het EMU-tekort terugdringt tot 3%. Hiermee wordt koers gezet richting gezonde overheidsfinanciën en een versterking van de economie. Het jaar 2013 is hierdoor geen «verloren» jaar.

De ernst van de situatie vroeg om snelle en ingrijpende beslissingen. De betrokken fracties hebben hun verantwoordelijkheid genomen, zodat volgende generaties niet met enorme schulden worden opgezadeld. Door het constructieve optreden van het parlement heeft Nederland haar sterke reputatie op de financiële markten behouden en is een stijging van de financieringslasten van overheid en het bedrijfsleven voorkomen. Dit biedt perspectief aan burgers en bedrijven om te investeren in de toekomst van Nederland. Zonder aanvullende maatregelen zou het EMU-tekort in 2013 naar verwachting blijven steken op 4,4% van het bbp. De EMU-schuld zou oplopen tot bijna 76% van het bbp in 2015 en daarna verder toenemen.

Het akkoord behelst een aanvullend pakket van hervormingen, ombuigingen en lastenmaatregelen. Ingrijpende maatregelen, die iedereen in Nederland zullen treffen. De koopkrachteffecten van het pakket in 2013 zijn zwaar, maar evenwichtig over huishoudens verdeeld, met oog voor de lage inkomens. De omvang van het pakket bedraagt afgerond 12,4 miljard aan saldoverbeterende maatregelen in 2013. Daarnaast wordt een aantal hervormingen in gang gezet die op termijn de economische structuur versterken en de overheidsfinanciën verbeteren. Het gaat daarbij om modernisering van de arbeidsmarkt, versneld verhogen van de pensioenleeftijd, hervorming van de woningmarkt en efficiëntere zorgverlening. Ook leveren de maatregelen een significante bijdrage aan de aanpak van problemen op het terrein van klimaat en energie.

Begrotingsakkoord (in miljoenen euro; – = saldoverbeterend)

2013

Sociale zekerheid

– 1 371

Versnelling AOW-leeftijdsverhoging en koppeling aan levensverwachting en aanpassing van het Witteveenkader

– 144

Beperken vitaliteitspakket (onderdeel hervorming pensioen AOW)

– 815

Hervorming WW/ontslag

– 500

Kinderopvang/kinderbijslag/kindgebondenbudget (zie terugsluis btw-verhoging)

0

Afschaffen huishoudinkomenstoets in de WWB

54

Geen doorgang van het wetsvoorstel Werken naar vermogen (per saldo)

34

Modernisering Ziektewet

0

   

Zorg

– 1 402

Curatieve zorg

 

Preventieve en palliatieve zorg

100

Rollator en overige eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen uit het basispakket

– 20

Verhogen eigen risico tot 350 euro met compensatie onderkant

– 800

Eigen bijdrage verblijfskosten 7,50 euro medisch specialistische zorg

– 55

Nieuwe bekostiging hoortoestellen

– 27

Bestuurlijk akkoord curatieve GGZ (waarvan 15 mln. voor verzachten eigen bijdrage GGZ)

– 75

Verzachten eigen bijdrage GGZ

55

Onderzoek norminkomens medisch specialisten

0

Aanpassen tarieven kaakchirurgie

0

Gelijkschakeling vergoedingsbedrag vervolgopleidingen (opleidingsfonds)

– 15

Langdurige zorg

 

Extramuraliseren ZZP 1–3

– 20

Ongedaan maken verhoging ZZP-tarief GGZ

– 65

Ongedaan maken verhoging ZZP-tarief GHZ

– 215

Ongedaan maken tariefsverhoging 5% PGB intramuraal

– 30

Verlagen groeiruimte tot niveau demografie

– 150

Onder contracteerruimte brengen van bovenbudgettaire vergoedingen

– 40

Verlaging vergoeding vervoerskosten instellingen

– 150

Verhogen vermogensinkomensbijtelling AWBZ

– 120

Toekomstbestendiger maken persoonsgebonden budgetten

150

Terugdraaien IQ-maatregel

60

Terugdraaien overheveling begeleiding naar de Wmo

80

Overig

 

Btw heffing niet-BIG geregistreerden

– 65

Dichten fiscale weglek zorgmaatregelen

0

   

Woningmarkt

1 206

Woningmarkt; annuïtair aflossen 30 jaar, KEW, LTV in stappen naar 100 (naar 5,4 mld.)

– 13

Overdrachtsbelasting woningen 2%

1 200

Huur

– 13

Huurtoeslag

32

   

Onderwijs

95

Terugdraaien prestatiebeloning onderwijs

– 10

Meevaller leerlingenraming

– 100

Terugdraaien bezuiniging passend onderwijs

100

Extra middelen voor kwaliteit leraren

75

Intensivering kwaliteit onderwijs

30

Niet invoeren MBO leeftijdsgrens 30 jaar voor bekostiging

80

Vereenvoudiging kwalificatiestructuur en kwaliteitsverbetering MBO

– 80

Studeren is investeren

0

   

Vergroening

– 1 887

Intensivering duurzame economie

200

Intensivering natuur

200

Terugsluis vergroeningsmaatregelen

0

Mobiliteit

– 1 375

Afschaffen onbelaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

– 1 300

Afschaffen gerichte vrijstellingen kosten van vervoer

 

Maatregel auto van de zaak

– 75

Vergroting vrije ruimte in werkkostenregeling

 

Energie en Water

– 890

Verhoging EB aardgas

– 365

Kolenbelasting

– 115

Afschaffen rode diesel

– 250

Niet afschaffen leidingwaterbelasting

– 126

Niet afschaffen eurovignet

– 34

   

Veiligheid en Justitie

186

Doorberekenen kosten voetbalwedstrijden

– 30

Terugdraaien wetsvoorstel Griffierechten

240

Dierenpolitie → gewone politie

0

Geen doorgang opbrengst licenties

10

Elektronische detentie en versoberen gevangenisregime

– 34

   

Collectieve sector

– 4 495

Additionele nullijn ambtenaren (incl. politici en Hoge Colleges van Staat; excl. zorg en uitkeringsgerechtigden) vanaf 2012

– 1 680

Bevriezen belastingschijven en heffingskortingen

– 1 230

Departementale taakstelling

– 875

Medeoverheden

– 380

Korting infrastructuur

– 200

Kasschuif infrastructuur

– 230

Openbaar vervoer en intensivering regionaal spoor

100

Handhaven Ontwikkelingssamenwerking 0,7%

0

   

Overige belastingen en premies1

– 4 776

Verdubbeling bankenbelasting

– 600

Algemene BTW tarief van 19% met 2% punt omhoog per 1/10/ 2012

– 4 060

Pakket terugsluis btw-verhoging door lastenverlichting via IB en zorgtoeslag

1 500

BTW podiumkunsten, kunstvoorwerpen en kunstenaars terug naar 6%

90

Beperking aftrek deelnemingsrente

– 150

Tijdelijke crisisheffing boven 150 000 euro en tarief excessieve vertrekbonussen

– 500

Lasten bedrijfsleven

– 430

wv. inhouden ULB envelop werkgevers

– 80

wv. inhouden incidentele envelop

– 350

Alcohol/tabak/frisdranken

– 626

Niet afschaffen belasting op alcoholvrije dranken

– 155

Accijnsverhoging tabak

– 371

Accijnsverhoging alcohol

– 100

Subtotaal

– 12.4 miljard euro

X Noot
1

Incl. compensatie via tarief 1e en 2e schijf en AOF-premie voor lagere zorgpremies

Sociale Zekerheid

 

2013

Sociale zekerheid

– 1 371

Versnelling AOW-leeftijdsverhoging en koppeling aan levensverwachting en aanpassing van het Witteveenkader

– 144

Beperken vitaliteitspakket (onderdeel hervorming pensioen AOW)

– 815

Hervorming WW/ontslag

– 500

Kinderopvang/kinderbijslag/kindgebondenbudget (zie terugsluis btw-verhoging)

0

Afschaffen huishoudinkomenstoets in de WWB

54

Geen doorgang van het wetsvoorstel Werken naar vermogen (per saldo)

34

Modernisering Ziektewet

0

Versnelling verhoging AOW leeftijdsverhoging en koppeling aan levensverwachting en aanpassing van het Witteveenkader

Nederland vergrijst en ontgroent. Hierdoor zal de beroepsbevolking gaan krimpen. Bovendien stijgt de levensverwachting: elke generatie leeft langer dan de vorige. Sinds de invoering van de AOW in de jaren vijftig is de levensverwachting van gepensioneerden gestegen met 5 jaar en tussen nu en 2 040 zal de levensverwachting nog verder toenemen. Dit alles betekent dat de AOW door steeds minder werkenden gefinancierd moet worden. Bovendien dwingt de krimp van de beroepsbevolking ons tot een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt. Langer doorwerken is onvermijdelijk. Alleen daarmee kan, ook voor toekomstige generaties, het draagvlak voor onze sociale voorzieningen worden veiliggesteld.

In 2011 heeft het kabinet met de sociale partners een Pensioenakkoord afgesloten. In dit akkoord werd overeengekomen dat de AOW-leeftijd in 2020 zou worden gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting, waarbij de leeftijd in 2020 naar 66 zou gaan en in 2025 naar 67. Hiertoe heeft het kabinet ook een wetsvoorstel ingediend. De overheidsfinanciën zijn sinds het sluiten van het akkoord sterk verslechterd. Dit heeft onvermijdelijk ook consequenties voor het tempo waarin maatregelen moeten worden genomen. Daarom verhoogt het kabinet de AOW leeftijd al geleidelijk vanaf 2013.

Eerdere invoering van de verhoging de AOW-leeftijd kan tijdelijke overbruggingsproblemen veroorzaken voor mensen die weinig voorbereidingstijd hebben en weinig mogelijkheden hebben het verlies te compenseren. Daarom wordt een viertal overgangsmaatregelen genomen om de overbrugging voor de mensen met weinig voorbereidingstijd te versoepelen:

  • Ten eerste wordt de verhoging van de AOW-leeftijd geleidelijk ingevoerd, zodat de overbruggingsproblemen voor de groep met weinig voorbereidingstijd sterk worden beperkt. In onderstaande tabel is dit uitgewerkt (verhoging in maanden):

    2013

    2014

    2015

    2016

    2017

    2018

    2019

    1

    1

    1

    2

    2

    2

    3

    Het overbruggingsprobleem wordt met dit verzachte invoerpad aanzienlijk verkleind voor mensen die het dichtst tegen hun pensioen aanzitten.

  • Er komt voor de eerste jaren een voorschotregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid om een voorschot op de AOW te krijgen vanaf de 65e verjaardag. Hiermee kunnen mensen een eventueel inkomensgat overbruggen. Daarbij geldt dat het eerder opgenomen bedrag over een vastgestelde termijn (maximaal 1,5 jaar bij 3 maanden voorschot in 2015) dient te worden terugbetaald.

  • In situaties van onvoldoende middelen om in het bestaan te voorzien tot de AOW/gerechtigde leeftijd kan door mensen die aan de voorwaarden voldoen altijd een beroep gedaan worden op de (bijzondere) bijstand, die geregeld is in de WWB. De SVB zal de groep ouderen met weinig voorbereidingstijd actief benaderen.

  • Voor degenen die alleen als gevolg van de versnelde verhoging van de AOW leeftijd geen partnertoeslag meer ontvangen, i.e. voor de mensen die in november en december 2014 65 jaar worden en onder de bestaande regelingen recht hadden op de toeslag, blijft de AOW partnertoeslag beschikbaar. Hierdoor wordt voorkomen dat mensen door dit wetsvoorstel opeens niet meer de partnertoeslag ontvangen, terwijl zij daar wel op rekenen.

In 2014 wordt de pensioenrichtleeftijd in het Witteveenkader aangepast naar 67 jaar. Daarna wordt deze gekoppeld aan de levensverwachting. Verdere verhoging zal plaatsvinden in stappen van één jaar, 10 jaar voorafgaand aan een geraamde toename van de levensverwachting met één jaar. De derde pijler, de fiscale oudedagsreserve en het deelnemingsjarenpensioen worden op overeenkomstige wijze ingeperkt. De maximale opbouwpercentages worden verlaagd met 0,1% in 2014 (wordt 1,9% eindloon; 2,15% middelloon). Van de voorgenomen aanpassing van de AOW-franchise, MKOB en ouderenkortingen wordt afgezien.

Beperken Vitaliteitspakket

Het totale budget van het vitaliteitspakket wordt met 815 mln. beperkt in 2013, maar bedraagt na maatregelen nog 2,4 mld. euro. Onderdeel van dit akkoord is dat in 2013 een nieuwe regeling wordt ingevoerd, vitaliteitssparen. Deze regeling maakt het voor werknemers en IB-ondernemers mogelijk om fiscaal vriendelijk te sparen. Ook de eerder aangekondigde overgangsregeling voor de levensloopregeling blijft bestaan. De mobiliteitsbonussen worden gericht op mensen die nu langs de lijn staan: oudere uitkeringsgerechtigden en arbeidsgehandicapten. Hiervoor is 0,7 mld. beschikbaar. De verlaging van de drempel in de scholinguitgaven blijft overeind: kosten van scholing (zoals lesmateriaal) boven de drempel van 250 euro is aftrekbaar. Aan de sociale partners is gevraagd om intersectorale scholing en de overgang van-werk-naar-werk te stimuleren. Hiervoor wordt financiële ondersteuning geboden die in 2013 naar verwachting bestaat uit een verlaging van de ww premie voor werkgevers met 300 mln. Tot slot is er in 2013 220 mln. in het koopkrachtbeeld verwerkt door een verhoging van de arbeidskorting.

Budget vitaliteitspakket na verwerking begrotingsakkoord (in mln.)

2013

Vitaliteitssparen

662

Overgangsregeling levensloop

191

Mobiliteitsbonussen

693

Scholingsuitgaven

288

Verlaging WW-premie (ten behoeve van stimuleren van-werk-naar-werk)

300

Overig (ingezet voor arbeidskorting)

220

Totaal

2 354

De besparing van 815 mln. wordt gerealiseerd door een combinatie van maatregelen. De voor 2013 voorziene invoering van de nieuwe werkbonus voor oudere werkenden, in aanvulling op de arbeidskorting, wordt niet doorgevoerd. Deze zou in 2013 de doorwerkbonus vervangen. Beide regelingen vervallen waardoor oudere werkenden vanaf 2013 dezelfde heffingskorting voor werken krijgen als jongere werkenden. De opbrengst van het afschaffen van deze werkbonus loopt in de tijd op, omdat de regeling in de toekomst zou worden uitgebreid.

De werkbonus voor werkgevers voor het in dienst hebben van 62-plussers wordt afgeschaft. De mobiliteitsbonus voor 55-plussers wordt niet ingevoerd. Daarnaast geldt er een taakstellende besparing op de overige mobiliteitsbonussen (mobiliteitsbonussen voor uitkeringsgerechtigden 50+ en arbeidsgehandicapten). Tenslotte wordt de resterende ruimte eenmalig gekort (in het koopkrachtbeeld verwerkt door aanpassing van het tarief eerste schijf IB).

Maatregel

Opbrengst (in mln.)

Niet invoeren werkbonus werknemers

– 542

Afschaffen werkbonus werkgevers voor het in dienst hebben van 62-plussers

– 185

Mobiliteitsbonussen

– 45

Overig (gefinancierd uit tarief eerste schijf IB)

– 43

Totaal

– 815

Hervorming WW/ontslag

  • De Nederlandse arbeidsmarkt kent internationaal bezien een lage werkloosheid en een hoge arbeidsparticipatie. Qua arbeidsmobiliteit schiet de Nederlandse arbeidsmarkt echter tekort, zeker voor oudere werknemers. Werkgevers zijn steeds vaker huiverig om werknemers aan te nemen of een contract voor onbepaald tijd aan te bieden vanwege het niveau van ontslagbescherming. Daar komt bij dat er sprake is van onvoldoende activering en omscholing bij ontslag. Tot slot is het ontslagsysteem onnodig complex en daarmee kostbaar. De verschillende routes voor ontslag (UWV en kantonrechter) leiden bovendien tot ongelijke behandeling in soortgelijke gevallen.

  • De voorstellen in het begrotingsakkoord adresseren deze problemen. De plannen bevatten drie hoofdelementen:

    • 1. Ten eerste gaan werkgevers betalen voor (maximaal) de eerste 6 maanden WW. Werkgevers betalen één maand WW per dienstjaar met een minimum van drie maanden voor contracten voor onbepaalde tijd, tot een maximum van zes maanden. Bij het bepalen van de duur die de werkgever betaalt wordt uitsluitend gekeken naar het dienstverband bij de betrokken werkgever.

    • 2. Ten tweede komt er één eenduidig ontslagstelsel met lagere ontslagvergoedingen (van een kwart maandsalaris per gewerkt dienstjaar met een maximum van 6 maanden)

    • 3. En tot slot komt er een individueel recht op scholing bij ontslag, gefinancierd uit de ontslagvergoedingen.

  • De maatregelen dragen bij aan het verkleinen van de verschillen tussen de positie op de arbeidsmarkt van werknemers met een vast contract en werknemers zonder vast contract. Werkgevers zullen hierdoor sneller geneigd zijn om mensen op basis van een vast contract aan te nemen. Het levert eveneens een bijdrage aan de arbeidsmobiliteit van ouderen.

  • De gecombineerde hervorming van de WW en het ontslagrecht betekent eveneens dat de werkgeversuitgaven bij het beëindigen van dienstverbanden anders worden aangewend: tegenover het feit dat werkgevers maximaal de eerste zes maanden gaan betalen staat dat de ontslagvergoedingen worden beperkt. Het betalen van (maximaal) de eerste zes maanden van de WW levert een belangrijke bijdrage aan het herstel van de overheidsfinanciën. Bezien wordt hoe voor wat betreft de betaling van de eerste maanden van de WW voor kleine werkgevers een uitzondering wordt gerealiseerd.

  • Het ontslagrecht en de WW worden op deze manier activerend ingezet ten behoeve van scholing en toeleiding naar een andere baan en gericht op het snel vinden van nieuw werk. Het feit dat de werkgever maximaal de eerste 6 maanden van de WW betaalt geeft hem een belang om de werknemer actief te ondersteunen en begeleiden bij het vinden van nieuw werk. De werknemer krijgt een ontslagvergoeding, die vormgegeven wordt als een aanspraak op scholing of van-werk-naar-werktrajecten en die ondersteunt bij het vinden van nieuw werk. Een relatief hoge ontslagvergoeding voor een beperkte groep wordt hiermee omgevormd tot een steun in de rug naar nieuw werk voor velen. Dit geldt ook voor mensen met tijdelijke contracten. Werkgevers gaan na beëindiging van deze contracten ook betalen voor (maximaal) de eerste 6 maanden WW. Dat geeft werkgevers er een belang bij om te investeren in de scholing en duurzame inzetbaarheid van tijdelijke werknemers, zowel tijdens als direct na het beëindigen van het dienstverband.

  • Tot slot komt er één eenduidige ontslagroute voor iedereen (civielrechtelijk repressief stelsel met een verplichte hoorprocedure in het bedrijf). Hiermee wordt voorkomen dat werknemers in soortgelijke gevallen verschillend worden behandeld, al naar gelang de route die de werkgever bewandelt. Ook de uitvoeringskosten en administratieve lasten worden door het nieuwe stelsel gereduceerd. In geval van kennelijk onredelijk ontslag, bijvoorbeeld bij discriminatie, blijft de gang naar de rechter mogelijk, waarbij strakke wettelijke normen een onnodige juridificering zullen moeten voorkomen.

  • Omdat bovenstaande hervormingen pas in 2014 effectief worden (met een budgettair beslag van 750 mln. in 2014 en 1 mld.), wordt in 2013 de premie voor werkgevers tijdelijk verhoogd. Dit zorgt in 2013 voor 500 mln. extra inkomsten.

  • Begin juni ontvangt de Tweede Kamer een hoofdlijnennotitie met een nadere uitwerking van de maatregelen.

Aanpassing Kinderopvang/Kinderbijslag/Kindgebonden budget

Bij de kinderopvangtoeslag zal overeenkomstig het regeerakkoord per 2013 de vaste voet in de eerste kindtabel lineair afgebouwd worden naar nul bij een verzamelinkomen van ongeveer 118 000 euro. De voorgenomen vaste eigen bijdrage van 15 euro per maand per huishouden wordt vervangen door een verlaging van de subsidiepercentages van de eerste kindtabel waarbij de lage inkomens relatief worden ontzien. Dit gebeurt budgetneutraal. De koopkracht van gezinnen met lagere inkomens wordt verder ondersteund door een verhoging van het kindgebonden budget in 2013, voor het tweede kind, met 75 euro. De toeslag voor twee kinderen komt daarmee op 1553 euro per jaar. Dit kost ongeveer 40 mln. in 2013 en wordt gefinancierd uit de koopkrachtenveloppe (zie Overige belastingen). De bestaande situatie voor ouderparticipatiecrèches, waarin ouders naar rato van de kosten een toeslag ontvangen, was beoogd te duren tot eind 2012. Deze situatie wordt gecontinueerd tot eind 2013 zodat deze ouders ook in 2013 in aanmerking kunnen komen voor toeslag.

Zoals reeds aangekondigd in de begroting van 2012 zal de Kinderbijslag per 1 januari 2013 en per 1 januari 2014 niet worden geïndexeerd.

Afschaffen Huishoudinkomenstoets in de WWB

Deze maatregel uit het regeer- en gedoogakkoord (onderdeel van het WWB pakket) wordt teruggedraaid. De huishoudinkomenstoets wordt met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 afgeschaft. De door gemeenten gewenste afschaffing van de toets leidt eventueel tot uitvoeringskosten die door de gemeenten zelf opgevangen zullen worden.

Geen doorgang wetsvoorstel Werken naar vermogen

De fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie hebben afgesproken dat de Wet Werken naar Vermogen geen doorgang vindt. Dit leidt tot besparingsverliezen. De besparingsverliezen worden beperkt door de vrijval van: de gereserveerde RUD-middelen, de herstructureringsfaciliteit WSW en een deel van de mobiliteitsbonussen door het niet uitbreiden van de doelgroep.

Modernisering ziektewet (Wetsvoorstel beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters)

De fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie steunen het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel om de ziektewet activerender te maken. Met dit wetsvoorstel worden maatregelen getroffen om het langdurig ziekterverzuim en beroep op de WIA van vangnetters te beperken.

Zorg

Een kwalitatief goede en toegankelijke gezondheidszorg is voor iedereen van belang. Om dit in stand te kunnen houden is het noodzakelijk dat de zorg ook betaalbaar blijft. Zonder nadere maatregelen zouden de zorguitgaven in de periode 2011–2015 naar verwachting met 15 mld. stijgen van 60 mld. naar bijna 75 mld. per jaar. Om de betaalbaarheid van de zorg voor de toekomst beter te waarborgen en grote stijging van de zorgpremie en daling van de koopkracht te voorkomen, worden er daarom in 2013 zowel op het terrein van de curatieve zorg als op het terrein van de langdurige zorg noodzakelijke maatregelen genomen. Binnen de gezondheidszorg verdienen ouderen, langdurig zieken en gehandicapten bijzondere aandacht. Maatregelen die ingrijpen op deze zorg vragen daarom een zorgvuldige afweging. Met het Begrotingsakkoord 2013 is getracht om zowel hervormingen te introduceren die aansluiten bij de wensen van de cliënt als om de betaalbaarheid van de zorg te verbeteren. Een hervorming die hieraan heel duidelijk tegemoet komt, is de inzet op zorg dichtbij huis in de AWBZ (extramuralisering).

 

2013

Zorg

– 1 402

Curatieve zorg

 

Preventieve en palliatieve zorg

100

Rollator en overige eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen uit het basispakket

– 20

Verhogen eigen risico tot 350 euro met compensatie onderkant

– 800

Eigen bijdrage verblijfskosten 7,50 euro medisch specialistische zorg

– 55

Nieuwe bekostiging hoortoestellen

– 27

Bestuurlijk akkoord curatieve GGZ (waarvan 15 mln. voor verzachten eigen bijdrage GGZ)

– 75

Verzachten eigen bijdrage GGZ

55

Onderzoek norminkomens medisch specialisten

0

Aanpassen tarieven kaakchirurgie

0

Gelijkschakeling vergoedingsbedrag vervolgopleidingen (opleidingsfonds)

– 15

Langdurige zorg

 

Extramuraliseren ZZP 1–3

– 20

Ongedaan maken verhoging ZZP-tarief GGZ

– 65

Ongedaan maken verhoging ZZP-tarief GHZ

– 215

Ongedaan maken tariefsverhoging 5% PGB intramuraal

– 30

Verlagen groeiruimte tot niveau demografie

– 150

Onder contracteerruimte brengen van bovenbudgettaire vergoedingen

– 40

Verlaging vergoeding vervoerskosten instellingen

– 150

Verhogen vermogensinkomensbijtelling AWBZ

– 120

Toekomstbestendiger maken persoonsgebonden budgetten

150

Terugdraaien IQ-maatregel

60

Terugdraaien overheveling begeleiding naar de Wmo

80

Overig

 

Btw heffing niet-BIG geregistreerden

– 65

Dichten fiscale weglek zorgmaatregelen

0

Curatieve zorg

Preventieve en palliatieve zorg

Preventie en palliatieve zorg leveren een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van leven van een cliënt. Het gaat hier om zorg dichtbij de cliënt en zijn of haar omgeving, die laagdrempelig en betrouwbaar moet zijn en bij kan dragen aan de gezondheid op de lange termijn, of juist aan de kwaliteit van leven in de laatste fase. Om het belang van dit type zorg te onderstrepen wordt vanaf 2013 100 mln. extra uitgetrokken. Hiervan zal 10 mln. worden besteed aan palliatieve zorg, 44 mln. aan dieetadvisering, 20 mln. aan «stoppen met roken» en 26 mln. aan het tegengaan van obesitas bij kinderen.

Rollator en overige eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen uit het basispakket

Naast de overheid heeft de cliënt ook zelf een verantwoordelijkheid. Zorg waarvan de kosten te overzien zijn en die bij het dagelijks leven behoren, kunnen cliënten zelf dragen. Daarom is besloten om het advies van het College voor zorgverzekeringen op te volgen door de rollator en andere eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen uit het pakket te halen.

Verhogen eigen risico tot 350 euro met compensatie onderkant

Het eigen risico wordt met 115 euro verhoogd van 235 tot 350 euro. Deze verhoging vergroot het bewustzijn van cliënten over de kosten van zorg. Volledige compensatie voor personen met een laag inkomen wordt gegeven via de zorgtoeslag. Deze gaat voor lage inkomens (WML) ook met 115 euro omhoog.

Eigen bijdrage verblijfskosten 7,50 euro medisch specialistische zorg

Cliënten die in een instelling voor medisch specialistische zorg (ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra) verblijven gaan een eigen bijdrage voor verblijfskosten van 7,50 euro per dag betalen als gedeeltelijke compensatie voor niet-zorgkosten (voeding en verblijf).

Nieuwe bekostiging hoortoestellen

In 2013 worden de aanspraken ten aanzien van gehoortoestellen functioneel omschreven en vervalt de huidige maximum vergoeding. Verzekeraars hebben aangegeven zo in staat te zijn tot scherper inkopen. Dit leidt naar verwachting tot een fors lagere gemiddelde prijs voor hoortoestellen. Daarbij wordt een eigen bijdrage van 25% voor gehoortoestellen geïntroduceerd. Door de functionele omschrijving en het vervallen van de maximum vergoeding is de verwachting dat de eigen bijdrage straks veel lager is dan onder de huidige regeling. De totale kosten per toestel liggen nu vaak tussen de 1000 en 2000 euro met als gevolg een eigen bijdrage van 500 tot 1500 euro.

Bestuurlijk akkoord curatieve GGZ

Van de aanbieders in de GGZ wordt verwacht dat ze ook verantwoordelijkheid nemen voor het beperken van de stijgende zorguitgaven. Er wordt daarom een bestuurlijk akkoord met de veldpartijen in de curatieve GGZ gesloten, waarvan dit een onderdeel is. Hier wordt in ondermeer ingezet op een doelmatigere zorg. Dit leidt tot een opbrengst van 75 mln. in 2013 oplopend tot 100 mln. vanaf 2014. Van deze opbrengst zal 15 mln. ingezet worden om de eigen bijdrage in de GGZ verder te verzachten. Met dit akkoord wordt een nieuw kader voor de GGZ geschapen.

Verzachten eigen bijdrage GGZ (waarvan 15 mln. voor verzachten eigen bijdrage GGZ)

De eigen bijdrage in de curatieve GGZ wordt verzacht om zo toegang tot deze zorg voor kwetsbare groepen te garanderen.

Onderzoek norminkomens medisch specialisten

Er zal onderzoek worden gedaan naar de wijze waarop de norminkomens van medisch specialisten (in loondienst en vrijgevestigd) meer in lijn gebracht zouden kunnen worden met hun collega's in andere landen. De onderzoeksopdracht valt uiteen in twee delen: een beschrijvende analyse van de relatieve inkomenspositie van Nederlandse specialisten en een inventarisatie van beleidsopties om de inkomens van Nederlandse specialisten meer in lijn te brengen met hun collega's in andere landen. Ook de optie van degressieve tarieven – voor veel producerende specialisten – zal in het onderzoek worden betrokken. Het onderzoek zal uiterlijk 1 september 2012 worden opgeleverd, in elk geval voor het deel dat ziet op de inventarisatie van beleidsopties.

Aanpassen tarieven kaakchirurgie

De kaakchirurgen vallen niet onder de afspraken over uitgavenbeheersing met de medisch specialisten (beheersmodel medisch specialisten en bestuurlijk hoofdlijnenakkoord ziekenhuizen). Daarom is voor deze groep besloten het honorariumdeel van de te declareren maximumtarieven door de Nederlandse Zorgautoriteit te herijken. Hiervoor is per 2014 een taakstellende besparing van 20 mln. ingeboekt.

Gelijkschakeling vergoedingsbedrag vervolgopleidingen (opleidingsfonds)

Er wordt stapsgewijs toegewerkt naar het gelijkschakelen van de vergoeding voor (medisch) specialistische vervolgopleidingen daar waar het vergoedingsbedrag nu afhankelijk is van het soort opleidingsinstelling en het aantal aio’s dat ze in opleiding hebben.

Langdurige zorg

Extramuraliseren ZZP 1–3

De AWBZ-zorg zal verder worden hervormd. Deze hervorming houdt in dat de huidige lichte intramurale zorg vanaf 1 januari 2013 voor nieuwe cliënten niet meer vanuit instellingen wordt geboden. Cliënten worden voortaan in de eigen omgeving geholpen. Dit sluit aan bij het concept van zorg in de buurt en speelt in op de wens van de cliënt om zolang mogelijk vanuit eigen huis verzorgd te worden. De zorg voor deze cliënten blijft gelijk aan de zorg die soortgelijke cliënten ontvangen in instellingen. In de ouderenzorg wordt bovendien bezien hoe door aanvullende afspraken met de sector een impuls kan worden gegeven aan de vormgeving van deze extramurale zorg, bijvoorbeeld door extra inzet van wijkverpleegkundigen. Aangezien de extramuralisering over de gehele AWBZ breed wordt ingevoerd is rekening gehouden met een ingroeipad over meerdere jaren. Op deze manier kunnen cliënten wennen aan deze nieuwe ontwikkeling en krijgen zorgaanbieders de tijd om het huidige zorgaanbod aan te passen aan de al ingezette trend van meer zorg bij mensen thuis.

Ongedaan maken tariefsverhogingen GGZ, GHZ en PGB intramuraal

Met het oog op extramuralisering wordt daarnaast de verhoging van de intramurale tarieven in de GGZ en de gehandicaptensector en de pgb-tarieven voor verblijfsgeïndiceerden per 2013 terug gedraaid.

Verlagen groeiruimte tot niveau demografie

Om de doelmatigheid te bevorderen wordt de uitgavenstijging in de AWBZ in 2013 beperkt tot de geraamde demografische groei van het zorggebruik.

Onder contracteerruimte brengen van bovenbudgettaire vergoedingen

Doelmatig gebruik van bovenbudgettaire vergoedingen wordt gestimuleerd door deze middelen vanaf 2013 bij de contracteerruimte te betrekken. Bovenbudgettaire vergoedingen zijn vergoedingen die door instellingen kunnen worden aangevraagd voor cliëntgebonden hulpmiddelen.

Verlaging vergoeding vervoerskosten instellingen

De normtarieven voor vervoer van en naar instellingen voor dagbesteding en behandeling in groepsverband worden geharmoniseerd.

Verhogen vermogensinkomensbijtelling AWBZ

De vermogensinkomensbijtelling wordt verhoogd; daarmee wordt van vermogende cliënten gevraagd om meer bij te dragen aan de zorg die zij ontvangen.

Toekomstbestendiger maken persoonsgebonden budgetten

Vanaf 2013 worden extra middelen uitgetrokken om het pgb toekomstbestendiger te maken. Hiertoe wordt een aantal maatregelen genomen. Nieuwe cliënten komen pas na een jaar zorg in aanmerking voor toegang tot het pgb, tenzij op basis van de indicatie de verwachting is dat de zorgvraag zeer langdurig is. Ook zal het zorgkantoor op basis van een pgb-plan op aangeven van de cliënt eerst bezien of er geen passende zorg in natura beschikbaar is. Het 10-uurscriterium komt te vervallen voor cliënten met de functies persoonlijke verzorging en/of verpleging (al dan niet in combinatie met begeleiding). Voor cliënten met alleen begeleiding en tijdelijk verblijf blijft het 10-uurscriterium gehandhaafd.

Voor nieuwe cliënten geldt dat de pgb-tarieven maximaal 100% van de vergelijkbare zorg in natura-tarieven bedragen. Vanaf 2014 zal het pgb bruto worden uitgekeerd. Voor de aanpak van fraude is in 2013 en 2014 15 mln. extra beschikbaar.

Terugdraaien IQ-maatregel

De IQ-maatregel (beperken doelgroep AWBZ) die op termijn een besparing van 250 mln. moest realiseren, wordt ingetrokken.

Terugdraaien overheveling begeleiding naar de Wmo

De geplande overheveling van begeleiding naar de Wmo per 2013 wordt terug gedraaid.

BTW heffing op niet-BIG (beroepen in de individuele gezondheidszorg) geregistreerden

Met ingang van 1 januari 2013 wordt de btw-vrijstelling voor gezondheidskundige verzorging van de mens door zorgverleners met de vereiste beroepskwalificaties beperkt tot die gezondheidskundige diensten die worden uitgevoerd door een BIG-beroepsbeoefenaar en ook behoren tot de uitoefening van dat BIG-beroep.

Voor complementair werkende artsen betekent dit een fiscaal onderscheid tussen reguliere en alternatieve behandelingen, de vrijstelling voor psychologische diensten wordt beperkt tot alleen door GZ-psychologen geleverde diensten. Voor pedagogen, osteopaten, acupuncturisten en chiropractoren eindigt de vrijstelling. De kinder- en jeugdpsycholoog (inclusief specialist), de psycholoog arbeid en gezondheid en de orthopedagoog-generalist (en specialist) zijn weliswaar niet BIG maar wel gelijkwaardig aan de BIG-geregistreerde dienstverleners en behouden dus de vrijstelling.

Dichten fiscale weglek zorgmaatregelen

De hierboven beschreven maatregelen leiden tot een versobering van het Zvw-basispakket. Zonder nadere maatregelen lekt een deel van de hiermee beoogde besparing weg via de specifieke uitgaven in de fiscaliteit doordat de niet meer voor vergoeding in aanmerking komende kosten aftrekbaar worden. Dit wordt voorkomen door deze kosten ook niet meer in de specifieke uitgaven in aftrek toe te laten.

Woningmarkt

De woningmarkt beleeft moeilijke tijden. Sinds de kredietcrisis staan de huizenprijzen onder druk en is het aantal verhuizingen laag. Ook het vertrouwen op de woningmarkt heeft een dreun gekregen. Hierdoor is het vraagstuk van de noodzaak tot schuldreductie, zowel op macro- (overheidsfinanciën), meso- (financiële instellingen) als microniveau (consumenten), nadrukkelijk op de agenda gekomen. Door de eurocrisis zijn voornoemde effecten alleen maar versterkt en is de noodzaak tot schuldreductie nog pregnanter geworden. Dit heeft ertoe geleid dat maatregelen op de koop- en huurmarkt onontkoombaar zijn geworden. Om verhuizing te stimuleren wordt het overdrachtsbelastingtarief voor woningen permanent verlaagd tot 2%. De Nederlandse Bank en het CPB zullen worden gevraagd een inschatting te maken van de te verwachten effecten van deze schulden en de positie van starters in het bijzonder.

 

2013

Woningmarkt

1 206

Woningmarkt; annuitair aflossen 30 jaar, KEW, LTV in stappen naar 100 (5,4 mld. struc)

– 13

Overdrachtsbelasting woningen 2%

1 200

Huur

– 13

Huurtoeslag

32

1) Koop: ten minste annuïtair aflossen 30 jr, KEW, LTV in stappen naar 100%

  • Vanaf 1 januari 2013 is voor nieuwe hypotheken de betaalde rente alleen aftrekbaar als het een lening betreft die gedurende de looptijd volledig en ten minste annuïtair wordt afgelost.

  • De box 1 vrijstelling voor de KEW blijft gehandhaafd voor bestaande hypotheken.

  • De hypotheekrenteaftrek blijft ongewijzigd voor bestaande hypotheken.

  • De aflosperiode met renteaftrek blijft voor iedereen 30 jaar.

  • De Loan-to-Value ratio (bepalend voor de maximale omvang van de hypotheek ten opzichte van de woningwaarde) wordt vanaf 2013 geleidelijk verlaagd van 106% (inclusief overdrachtsbelasting) naar 100% (inclusief overdrachtsbelasting). Om met name starters tegemoet te komen en de tijd te geven om vermogen op te bouwen gebeurt deze afbouw in zes stappen van 1% punt per jaar, waardoor in 2018 100% wordt bereikt. Als uitzondering wordt het mogelijk de LTV ten behoeve van duurzame, energiebesparende investeringen te verhogen met het voor de investeringen benodigde bedrag en voor zover deze leiden tot lagere woonlasten, tot maximaal 106% LTV («explainregeling»). Bij energiebesparende voorzieningen mag daarnaast conform de gedragscode hypothecaire financiering worden afgeweken van de inkomensnorm.

  • Deze maatregelen leiden tot een opbrengst van 13 mln. in 2013 en op langere termijn een opbrengst van 5,4 mld.

  • De maatregelen worden opgenomen in een apart wetsvoorstel bij het pakket Belastingplan 2013.

2) Overdrachtsbelasting woningen structureel 2%

  • De tijdelijke verlaging van het overdrachtsbelastingtarief voor woningen van 6% naar 2% blijft gelden. De regeling loopt volgens de huidige wetgeving af op 1 juli 2012, maar wordt met ingang van die datum structureel gemaakt. Tegelijkertijd met verzending van de Voorjaarsnota zal, vooruitlopend op wetgeving, een beleidsbesluit worden gepubliceerd waarin wordt goedgekeurd dat het 2%-tarief ook na 30 juni 2012 mag worden gehanteerd.

3) Huur

  • De in het regeerakkoord voorziene heffing van BZK voor verhuurders wordt vormgegeven als verhuurderbelasting die voor 31-12-2012 bij wet geregeld moet zijn. Hiervoor zal een apart wetsvoorstel bij het pakket Belastingplan 2013 ingediend worden, gelijktijdig met het wetsvoorstel rondom annuïtair aflossen.

  • De voorziene verhuurderbelasting wordt al per 1-1-2013 ingevoerd met een beoogde opbrengst in 2013 van 13 mln. De opbrengst in 2013 is evenwichtig in relatie tot de opbrengst van de maatregelen in de koopmarkt in dat jaar.

  • Als additionele prikkel om scheefwonen tegen te gaan, krijgen verhuurders de mogelijkheid om vanaf 2013 de huren voor huurders met een huishoudinkomen van 33 000 – 43 000 euro per jaar met 1% + inflatie te verhogen. Onder het huishoudinkomen vallen alle inkomens van huurder en overige bewoners van de woonruimte, m.a.w. alle inkomens achter een bepaalde voordeur. Het inkomen van inwonende jongeren tot 23 jaar dat niet meetelt, wordt verhoogd naar het wettelijk minimumloon voor volwassenen.

  • De verhuurderbelasting zal ten behoeve van de uitvoeringskosten en administratieve lasten zo simpel mogelijk worden vormgegeven.

Er worden daarnaast extra waarborgen ingebouwd voor de privacybescherming van de inkomensgegevens die verhuurders nodig hebben voor het bepalen van een mogelijke extra huurverhoging: zo krijgen verhuurders alleen een signaal in welke inkomenscategorie een huishouden valt, waarbij geen persoonsgegevens worden verstrekt en de inkomensindicatie niet aan individuele personen kan worden gekoppeld. Bezwaar en beroep rondom de hoogte van het inkomen loopt via de reguliere kanalen bij de Belastingdienst. Door de ervaring van de Belastingdienst met dergelijke privacygevoelige gegevens is deze hiermee maximaal gewaarborgd. Het CBP houdt conform de wet bescherming persoonsgegevens toezicht op het proces. Dit betreft dan de aanlevering van de inkomenscategorie per huishouden door de Belastingdienst en de verwerking daarvan door de verhuurders.

Huurtoeslag

De huurtoeslag laat een tegenvaller zien die oploopt van 114 mln. in 2013 tot 214 mln. in 2017. Er worden maatregelen getroffen binnen de Huurtoeslag voor een bedrag van 60 mln. vanaf 2013. Voor het overige deel van de huurtoeslagproblematiek wordt niet omgebogen binnen de regeling.

Onderwijs en media

De focus van het onderwijsbeleid is en blijft gericht op kwaliteit. Het begrotingsakkoord voorziet in extra investeringen in de kwaliteit van het onderwijs. Verder wordt de bezuiniging op passend onderwijs ongedaan gemaakt. Er is besloten om de middelen te behouden die beschikbaar zijn voor onderwijs aan kinderen met een handicap of gedragsproblemen. Ook wordt prestatiebeloning in het onderwijs teruggedraaid, en wordt er geen leeftijdsgrens van 30 jaar voor bekostigd mbo-onderwijs ingevoerd. De toelichting op het gehele pakket maatregelen luidt als volgt.

 

2013

Onderwijs

95

Terugdraaien prestatiebeloning onderwijs

– 10

Meevaller leerlingenraming

– 100

Terugdraaien bezuiniging passend onderwijs

100

Extra middelen voor kwaliteit leraren

75

Intensivering kwaliteit onderwijs

30

Niet invoeren MBO leeftijdsgrens 30 jaar voor bekostiging

80

Vereenvoudiging kwalificatiestructuur en kwaliteitsverbetering MBO

– 80

Studeren is investeren

0

Terugdraaien prestatiebeloning onderwijs

De toekomstige middelen die beschikbaar zijn voor prestatiebeloning zullen worden ingehouden.

Meevaller leerlingenraming

De meevaller bij de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen wordt voor 100 mln. ingehouden.

Terugdraaien bezuiniging passend onderwijs

De ombuiging op het passend onderwijs wordt niet doorgezet, en voor de doorvoering van de stelselwijziging passend onderwijs komt één jaar extra beschikbaar.

Extra middelen voor kwaliteit

Voor versterking van de kwaliteit van het onderwijs is een extra bedrag van 30 mln. beschikbaar, en er is een extra bedrag van 75 mln. beschikbaar om in overleg met de sector in te zetten voor versterking van de kwaliteit van leraren en schoolleiders.

Niet invoeren MBO-leeftijdsgrens 30 jaar voor bekostiging

De maatregel «MBO invoeren leeftijdsgrens 30 jaar voor bekostiging», waardoor de publieke bekostiging voor mbo-studenten van 30 jaar en ouder stopgezet zou worden, zal geen doorgang vinden.

Vereenvoudiging kwalificatiestructuur en kwaliteitsverbetering MBO

Het wetsvoorstel «bevorderen van meer doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs» om de ambities uit het Actieplan «Focus op Vakmanschap» te realiseren, blijft inhoudelijk ongewijzigd, maar de ombuiging «MBO vereenvoudiging kwalificatiestructuur, tegengaan vertraging, verkorten en intensiveren (doorlopende) leerlijnen, kenniscentra breder organiseren» en de intensivering «MBO kwaliteitsverbetering» worden beiden één jaar vertraagd met het oog op een goed invoeringstraject, met een aanpassing in het kasritme tussen 2013 en 2014.

Studeren is investeren

Ten aanzien van het studiefinancieringsstelsel is besloten om invoering van een sociaal leenstelsel in de masterfase en verlenging van de aflossingtermijn van studieleningen van 15 naar 20 jaar nu niet door te voeren, maar daarover te besluiten na de komende verkiezingen. Wel wordt conform het huidige wetsvoorstel het recht op de reisvoorziening ingekort («Geen ov-jaarkaart langstudeerders»).

Media

De stelselwijziging van de publieke omroep, gericht op een efficiënter omroepstelsel met behoud van de kwaliteit van het media-aanbod, wordt doorgezet conform het ingezette beleid. Na de komende verkiezingen kan besloten worden over een kwaliteitsimpuls voor programma’s.

Vergroening

Met dit Begrotingsakkoord worden substantiële stappen gezet richting een duurzame economie. Leidend uitgangspunt daarbij is dat de vervuiler betaalt en de vergroener wordt beloond. Zo krijgen schone en energiezuinige productie en consumptie een stimulans. In het begrotingsakkoord wordt ingezet op vergroening van het belastingstelsel. Door vervuiling méér te belasten ontstaat er ruimte om de belasting op arbeid te verlagen. Zo wordt het beroep dat wij doen op energie en schaarse grondstoffen minder, terwijl werkgelegenheid gestimuleerd wordt. Daarnaast wordt met het begrotingsakkoord gericht geïnvesteerd in groene innovatie. De overheid vervult daarmee de rol van katalysator en stimuleert burgers en bedrijven om duurzame investeringen te doen. Daarmee wordt aangesloten bij het enthousiasme dat al in de samenleving aanwezig is. Bedrijven die voorop lopen met duurzame productieprocessen krijgen extra kansen. Burgers die zelf willen investeren in woningisolatie en schone energie worden daarbij ondersteund. De investeringen in energiebesparing zijn niet alleen goed voor het milieu, maar zijn ook een steun in de rug voor de bouwsector die zo hard getroffen is door de economische crisis.

 

2013

Vergroening

– 1 887

Intensivering duurzame economie

200

Intensivering natuur

200

Terugsluis vergroeningsmaatregelen

0

Mobiliteit

– 1 375

Afschaffen onbelaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

– 1 300

Afschaffen gerichte vrijstellingen kosten van vervoer

0

Maatregel auto van de zaak

– 75

Vergroting vrije ruimte in werkkostenregeling

0

Energie en Water

– 890

Verhoging EB aardgas

– 365

Kolenbelasting

– 115

Afschaffen rode diesel

– 250

Niet afschaffen leidingwaterbelasting

– 126

Niet afschaffen eurovignet

– 34

Intensivering Duurzame economie

Duurzaamheidspakket (in miljoenen euro)

 

Heffingskorting groen beleggen 0,7%, schrappen overige heffingskortingen en vrijstellingen box 3 (22 mln. – 19 mln.)

3

Subsidieregelingen zonnepanelen (15% subsidie bij aanschaf, urgentie vanaf 1 juli 2012)

30

Groene kennis en innovatie

10

Energiebesparing gebouwde omgeving, revolving fund

70

Milieuvriendelijke investeringen voor verduurzaming agrosector

20

Ondersteuning groene investeringen

10

Saldering (pilot in 2013, subsidie)

25

BES (Bonaire St. Eustatius, Saba)

10

Dekking tbv zonnepanelen subsidie in 2012

22

Totaal

200

Toelichting per maatregel

Heffingskorting groen beleggen 0,7% en schrappen overige heffingskortingen en vrijstelling box 3

De heffingskorting voor groen beleggen wordt gehandhaafd op het niveau 2012 (0,7%). Dit kost in 2013 22 mln. Vanaf 2014 gaat het om 52 mln. De overige heffingskortingen in box 3 (sociaal ethisch, cultureel en durfkapitaal) en de drie hieraan gerelateerde vrijstellingen worden per 1-1-2013 afgeschaft. In 2013 gaat het om 19 mln. Vanaf 2014 gaat het om een bedrag van 15 mln.

Subsidieregelingen zonnepanelen (15% subsidie bij aanschaf, urgentie vanaf 1 juli 2012)

Er komt per 1 juli 2012 al een budget voor een tijdelijke subsidieregeling voor investeringen in zonnepanelen voor kleinverbruikers (in 2012 22 mln.). Kleinverbruikers kunnen een subsidie van 15% van de aanschafprijs ontvangen. Met deze regeling vindt al in 2012 een extra impuls plaats voor schone energie en wordt hiermee het belang van opwekking duurzame energie dicht bij de mensen benadrukt. De subsidie eindigt in 2013. Er wordt zo snel mogelijk een uitvoeringsregeling bekendgemaakt.

Groene kennis en innovatie

In het nieuwe Meerjarig Europees Financieel Kader komt meer Europees budget voor groene kennis en innovatie beschikbaar (o.a. Horizon 2020) dan op dit moment gematcht kan worden met Rijksmiddelen. Met deze extra middelen kan gebruik worden gemaakt van deze Europese middelen. Hiervoor is in 2013 10 mln. euro beschikbaar. Dit loopt op tot 30 mln. vanaf 2014.

Energiebesparing gebouwde omgeving, revolving fund

Met energiebesparingsmaatregelen in de gebouwde omgeving kunnen de woon- en huisvestingslasten van Nederlandse huishoudens en bedrijven beter beheersbaar worden voor prijsstijgingen van energie en kunnen effecten van de hogere energiebelasting worden beperkt. Daarnaast levert deze maatregel een bijdrage aan de Europese klimaatdoelstelling. Dit budget (in 2013 70 mln., daarna 58 mln., via begroting BZK) is beschikbaar voor cofinanciering voor zowel grootschalige projecten (o.a. woningcorporaties, zorginstellingen, scholen en zwembaden) als voor particulieren. Via een volledig revolverend fondsconstructie komt het geld terug waarna het weer beschikbaar is voor investeringen. Het geheel kan worden opgezet in samenwerking met partijen uit de bouw-, de energie- en de financiële sector. Het fonds zal zo worden vormgegeven dat fluctuaties in het fonds het EMU-saldo en EMU-schuld niet beïnvloeden.

Milieuvriendelijke investeringen voor verduurzaming agrosector

Deze maatregel is onder meer gericht op investeringen op landbouwapparatuur (precisielandbouw e.d.) en duurzame bewaarplaatsen. De maatregelen hebben verder onder andere betrekking op de bewerking van dierlijke mest, emissiearm toedienen van meststoffen en het produceren van duurzame energie. Voor deze maatregelen is sprake van 50% EU-cofinanciering. Hiervoor is in 2013 20 mln. beschikbaar. Vanaf 2014 is dit 30 mln.

Ondersteuning groene investeringen

Financiers zijn bij projecten op het gebied van energiebesparing en duurzame energie soms terughoudend om financiering te verstrekken, bijvoorbeeld vanwege de onbekendheid met dergelijke projecten, de kleinschaligheid van projecten of een te hoog risicoprofiel van de individuele projecten. Daardoor komen op zichzelf rendabele opties voor energiebesparing en duurzame energie soms niet van de grond. Met deze maatregel kan de financierbaarheid worden vergroot door bijvoorbeeld de oprichting van een stichting (b.v. via een Groene Investeringsmaatschappij) die de veelal kleinschalige projecten bundelt, deze valideert op toegevoegde waarde en haalbaarheid en het financieringsproces ondersteunt. In 2013 is hiervoor een startsubsidie van 10 mln. beschikbaar (begroting EL&I). Na 2 jaar zal de maatregel worden geëvalueerd.

Saldering (pilot in 2013, subsidie)

In de samenleving en bij de fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie bestaat een brede wens om te onderzoeken op welke manier saldering van de energierekening ook buiten «eigen dak» (o.a. flats of boerenschuur) via de uitgavenkant mogelijk is, die ook houdbaar is voor overheidsfinanciën. Dit onderzoek zal op korte termijn plaatsvinden. Op basis van dit onderzoek zal in 2013 een pilot worden gestart. Voor deze maatregel is vanaf 2014 10 mln. beschikbaar.

BES (Bonaire, St Eustatius, Saba)

Er worden middelen beschikbaar gesteld voor projecten voor behoud, beheer en versterking van natuur op de BES-eilanden. Vanaf 2013 is 10 mln. beschikbaar.

Dekking tbv zonnepanelen subsidie in 2012

De subsidie voor zonnepanelen gaat al op 1 juli 2012 in. Dit wordt via een kasschuif uit 2013 gedekt.

Intensivering Natuur

Beheermaatregelen natuur (in miljoenen euro)

2013

Opheffen tekort SNL en verbetering van de regeling

30

Herstelbeheer maatregelen in stikstofgevoelige gebieden

20

Bijzondere beheeropgaven buiten de EHS

10

Hydrologische maatregelen

20

Afronden en inrichten robuuste natuurgebieden

120

Totaal

200

De in het natuurakkoord met de provincies over natuurbeleid gemaakte afspraken worden verwerkt in de begroting 2013. De wettelijke grondslag voor de overdracht van bevoegdheden wordt in 2013 in de Kamer behandeld, met het oog op de afspraken in het akkoord voor de jaren 2014 en daarna. De wettelijke grondslag voor gewijzigde financiële verhoudingen tussen Rijk en provincies en de bezuinigingen worden in de WILG geregeld. De WILG wordt na de zomer aan de TK aangeboden en in behandeling genomen.

Opheffen tekort SNL en verbetering van de regeling

Het budget voor beheer (SNL) wordt verhoogd waardoor de mogelijkheden voor recreatie in de natuur verbeteren en het realiseren van de internationale verplichtingen mogelijk wordt. Het extra budget komt in ieder geval beschikbaar voor:

  • beheervergoeding binnen en buiten EHS (inclusief nationale cofinanciering agrarisch natuurbeheer) zodat er een 84% normkostenfinanciering ontstaat.

  • vergoeding voor Recreatie om de Stadgronden in beheer bij het Rijk

  • toeslag voor recreatie

  • regeling voor toezicht en handhaving

Het budget wordt verdeeld conform de uitgangspunten van het decentralisatieakkoord. De betreffende middelen worden in het provinciefonds gestort. Het bedrag stijgt in 2014 naar 50 mln. en in 2015 naar 70 mln.

Herstelbeheer maatregelen in stikstofgevoelige gebieden

Herstelbeheer is onmisbaar het realiseren van Europese topnatuur. Deze middelen worden daarom ingezet voor herstelbeheer conform de Programmatische Aanpak Stikstof Natura 2000 gebieden (geen stikstofuitstoot beperkende maatregelen). Projecten worden toegekend via het 6-jarig uitvoeringsprogramma Natura 2000 / PAS op basis van voorstellen van provincies en terrein beherende organisaties. Er zal een gezamenlijke afweging plaatsvinden op basis van een ecologische prioriteitsstelling.

Bijzondere beheeropgaven buiten de EHS

Unieke landschappen en soorten moeten behouden blijven. Dit budget is beschikbaar voor beheerkosten buiten de EHS tbv landschap met hoge natuurwaarden, leefgebieden en specifieke soorten (internationale verplichtingen). Het Rijk kent op basis van ecologische criteria projecten van initiatiefnemers toe op basis van ecologische prioriteitsstelling.

Hydrologische maatregelen

Er komen extra middelen beschikbaar voor hydrologische maatregelen omdat verdroging tegengaan één van de sleutels is voor het realiseren van Natura 2000 gebieden. I&M draagt aanvullend 10 mln. euro per jaar bij in verband met Kaderrichtlijn Water (KRW) verantwoordelijkheid waardoor het totale bedrag 30 mln. wordt. Projecten worden toegekend via het 6-jarig uitvoeringsprogramma Natura 2000 / PAS van rijk en provincies.

Afronden en inrichten robuuste natuurgebieden

Het realiseren van robuuste natuur moet samen met ondernemers en burgers worden opgepakt en kan ook de waterveiligheid vergroten. Deze middelen kunnen worden besteed op basis van een geïntegreerde gebiedsgerichte natuurontwikkeling.

Initiatiefnemers dienen projecten in bij het nog op te richten uitvoeringsprogramma natuurontwikkeling van rijk en provincies. Het rijk verdeelt de middelen op basis van de volgende criteria: snelle realisatie, grote ecologische waarde, relevantie in kader realisatie EHS, aansprekende gebieden, behoorlijke schaalgrootte en er is cofinanciering van andere partijen. Toekenning vindt plaats na advies van deskundigen. Dit bedrag daalt in 2014 naar 100 mln. en vanaf 2015 80 mln.

Terugsluis vergroeningsmaatregelen

De lastenverzwaringen als gevolg van de maatregelen in de aardgasheffing, kolenbelasting, rode diesel, leidingwaterbelasting en het Eurovignet worden vanaf 2014 teruggesluisd via lastenverlichting. Dit wordt vormgegeven bij de begrotingsvoorbereiding 2014.

Mobiliteit

Afschaffen onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer en maatregel auto van de zaak

Met ingang van 1 januari 2013 kunnen de reiskostenvergoedingen voor het woon-werkverkeer niet meer onbelast worden verstrekt. Dit geldt voor alle vervoerswijzen zoals auto, openbaar vervoer en fiets. De fiscaal gunstige behandeling van de fiets in de werkkostenregeling blijft gehandhaafd. Het percentage van de werkkostenregeling gaat van 1,4% in 2012 naar 1,6% in 2013 en loopt op naar 2,1% vanaf 2014. Hierdoor is er meer ruimte voor werkgevers om maatwerk te bieden bij het vergoeden van kosten.

De vergoeding voor de zakelijke reizen, eveneens voor alle vervoerswijzen, kan in 2013 nog wel onbelast worden vergoed, de huidige regeling blijft voor die maatregelen gehandhaafd. Met ingang van 1 januari 2014 wordt het budgettaire beslag (600 mln.) van de onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijke reizen toegevoegd aan de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Vanaf deze datum vervalt dan de gerichte vrijstelling voor deze kosten. De vergoeding van de zakelijke reizen dient dan plaats te vinden vanuit de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Deze komen dus niet ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling. De afschaffing van de vrijstelling zal bijdragen aan minder filedruk en minder CO2-uitstoot.

Met ingang van 1 januari 2013 worden de woon-werkkilometers die worden gemaakt met de door de werkgever ter beschikking gestelde auto (de auto van de zaak of de leaseauto) aangemerkt als privékilometers en tellen daarom mee voor de vraag of er aanleiding is tot bijtelling.

Op dit punt wordt overgangsrecht vastgesteld. Daarvoor gelden de volgende uitgangspunten:

Overgangsrecht OV

OV-abonnementen (trein, tram, bus, metro) die vóór 25 mei 2012 zijn ingegaan worden gerespecteerd voor hun gehele (resterende) looptijd. Hierdoor blijven de woon-werkkilometers die met dat abonnement worden afgelegd, onbelast.

Overgangsrecht leaseauto

Het overgangsrecht heeft alleen betrekking op leasecontracten die zijn aangegaan vóór 25 mei 2012 en op mensen die nu geen of minder dan 500 privékilometers per jaar maken met hun leaseauto. Zij worden geraakt door de maatregel, alle andere leaserijders hebben immers al bijtelling. Het overgangsrecht geldt gedurende de looptijd van het leasecontract maar eindigt op uiterlijk 1 januari 2017.

Betrokkenen worden niet volledig ontzien, maar gaan 25% van de eigenlijk verschuldigde bijtelling betalen, dat wil zeggen 25% van 25%, dan wel van 20% of 14% indien sprake is van een (zeer) zuinige auto.

Deze overgangsregeling geldt overigens alleen indien de auto alleen voor zakelijk verkeer en woon-werkverkeer wordt gebruikt en het overige privégebruik beperkt wordt tot maximaal 500 km per jaar. Stijgt het overige privégebruik tot boven de 500 km per jaar, dan is voor die auto de volledige «normale» bijtelling verschuldigd.

Bij het aangaan van een nieuw leasecontract of verlenging van het bestaande contract gaat sowieso het «normale» bijtellingsregime gelden.

De opbrengst van dit «gecombineerde» overgangsrecht kan worden ingezet ten behoeve van een oplossing voor de eventuele bestelautoproblematiek. Voorts zal worden gekeken naar de problematiek van de werknemers in de ambulante sector zoals de thuiszorg en de bouw.

Energie en Water

Verhoging Energiebelasting Aardgas

De aardgastarieven van de Energiebelasting worden over de gehele linie verhoogd. Dit slaat voor ongeveer 48% neer bij burgers en 52% bij het bedrijfsleven. De tariefaanpassingen staan in onderstaande tabel.

Tabel: Aanpassing tarief energiebelasting aardgas

Aardgas

Tarief 2012

Voorstel tarief (centen)

Verhoging (centen)

Verhoging (%)

< 5 000 m3

16,67

18,22

1,55

9,3%

5 000 – 170 000 m3

14,43

18,22

3,79

26,3%

170 000 – 1 mln m3

4,00

4,30

0,30

7,5%

1 mln – 10 mln m3

1,27

1,57

0,30

23,6%

>10 mln zakelijk

0,83

1,13

0,30

36,1%

Kolenbelasting

De huidige vrijstelling in de kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking wordt afgeschaft.

Afschaffen rode diesel

Het huidige tariefverschil tussen rode diesel en «gewone» diesel (groot ongeveer 17 cent per liter) wordt met ingang van 1 januari 2013 weggenomen door de accijns van rode diesel op het niveau van de «gewone» diesel te brengen. Voor scheepvaart, niet zijnde pleziervaart, blijft de vrijstelling van accijns bestaan. Dit betreft bijvoorbeeld de beroepsmatige binnenvaart en visserij. Voor dit gebruik zal wel de verplichting om herkenningsmiddelen toe te voegen blijven bestaan.

Niet afschaffen Leidingwaterbelasting

De voor 2013 voorziene afschaffing van de leidingwaterbelasting vindt geen doorgang.

Niet afschaffen Eurovignet

De voor 2013 voorziene afschaffing van de belasting op zware motorrijtuigen (Eurovignet) vindt geen doorgang.

Veiligheid en Justitie

 

2013

Veiligheid

186

Doorberekenen kosten voetbalwedstrijden

– 30

Terugdraaien wetsvoorstel Griffierechten

240

Dierenpolitie → gewone politie

0

Terugdraaien opbrengst licenties

10

Elektronische detentie en versoberen gevangenisregime

– 34

Doorberekenen kosten voetbalwedstrijden

In het regeerakkoord is besloten de kosten van politie-inzet ten behoeve van vergunningsplichtige commerciële evenementen van incidentele aard door te berekenen. Deze maatregel wordt uitgebreid naar evenementen van structurele aard. Deze uitbreiding betreft voornamelijk voetbalwedstrijden.

Terugdraaien wetsvoorstel Griffierechten

Mede om de toegang tot de rechter te waarborgen gaat de voorgenomen verhoging van de griffierechten niet door. Om tekorten bij de Raad voor de Rechtspraak op te lossen was de datum van inwerkingtreding van de in het regeerakkoord aangekondigde verhoging van de griffierechten vervroegd van 1 januari 2013 naar 1 juli 2012. Het tekort dat hierdoor in 2012 ontstaat wordt door VenJ op de eigen begroting van alternatieve dekking voorzien.

Dierenpolitie

Het besluit uit het regeerakkoord tot aanstelling van 500 «animal cops» wordt teruggedraaid. De betreffende politiefunctionarissen zullen worden ingezet voor reguliere politietaken. Wel blijft er aandacht voor dierenleed.

Geen doorgang opbrengst licenties

De fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie hebben afgesproken dat de voorgenomen introductie van een licentie-fee (of veiling van) vergunningen voor de exploitatie van internetkansspelen en/of internetloterijen geen doorgang vindt.

Electronische detentie en versoberen gevangenisregime

Het gevangeniswezen wordt versoberd. Deze versobering richt zich vooral op de begeleiding van gedetineerden die dusdanig kort gedetineerd zijn dat intensieve begeleiding minder zinvol is. Daarnaast zal meer gebruik worden gemaakt van meerpersoonscellen, wat in Nederland nog altijd minder gebeurt dan in veel omringende landen. Deze versoberingen vinden plaats binnen de grenzen van de Penitentiaire Beginselen Wet. Daarnaast zal meer gebruik gemaakt worden van electronische detentie of borgsommen ter vervanging van voorlopige hechtenis (indien er geen vluchtgevaar is) en bij korte gevangenisstraffen.

Collectieve Sector

 

2013

Collectieve sector

– 4 495

Additionele nullijn ambtenaren (incl. politici en Hoge Colleges van Staat; excl. zorg en uitkeringsgerechtigden) vanaf 2012

– 1 680

Bevriezen belastingschijven en heffingskortingen

– 1 230

Departementale taakstelling

– 875

Medeoverheden

– 380

Korting infrastructuur

– 200

Kasschuif infrastructuur

– 230

Openbaar vervoer en intensivering regionaal spoor

100

Handhaven Ontwikkelingssamenwerking 0,7%

0

Additionele nullijn ambtenaren (incl. politici en Hoge Colleges van Staat;excl. zorg en uitkeringsgerechtigden) vanaf 2012

Van iedereen wordt een bijdrage gevraagd. De lonen van ambtenaren (excl. zorg) die gefinancierd worden met collectieve middelen, worden bevroren gedurende een periode van twee jaar, ingaande 1 januari 2012. Deze komen bovenop de twee eerdere nullijnen uit 2010 en 2011. De tranches voor de loonbijstelling voor 2012 en 2013 worden ingehouden voor de contractloonstijging. Collectief bekostigde inkomens maken een substantieel onderdeel uit van de collectieve uitgaven (ruim 20%). De maximumduur van de wachtgeldregeling voor politici wordt per 1 september 2012 gelijkgesteld aan de maximum WW-duur.

Bevriezen belastingschijven

De belastingschijven en heffingskortingen worden bevroren door de inflatiecorrectie in de inkomsten- en loonbelasting voor het jaar 2013 achterwege te laten.

Departementale taakstellingen

Er worden drie rijksbrede (efficiency-)taakstellingen opgelegd: een inkooptaakstelling, een prijsbijstellingstaakstelling en een departementale taakstelling. De verdelingen zijn gebaseerd op de omvang en samenstelling van de departementale begrotingen (kader RBG-eng, stand Miljoenennota 2012).

(bedragen in miljoenen euro)

125

250

500

Veiligheid en Justitie

13

35

70

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

5

14

28

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

38

101

201

Financiën

5

12

24

Defensie

15

23

46

Infrastructuur & Milieu/ IF

38

33

65

Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

7

15

31

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

0

1

2

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

5

12

24

BuZa (HGIS non-ODA)

0

4

9

Medeoverheden

De groei van het gemeentefonds neemt af doordat de uitgavenverlagingen op de Rijksbegroting worden doorvertaald naar de medeoverheden: de trap-op-trap-af-systematiek. Dit leidt tot een effect op het accres van naar verwachting – 380 mln. Daarnaast wordt voorgesteld om in 2013 verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit in te voeren voor gemeenten, provincies en waterschappen. Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal een verlagend effect zal hebben op de EMU-schuld. De verwachting dat de effecten voor de EMU-schuld op termijn ca. 15–29 miljard (2½–4½% bbp) kunnen zijn.

Infrastructuur

Het Infrastructuurfonds wordt verlaagd met 200 mln. Er wordt niet gekort op het spoor en het Deltafonds. Daarenboven vindt er een kasschuif van 230 mln. in 2013 naar 2014 en 2015 plaats. Hiervan wordt ten minste 200 mln. gevonden op wegen en hoofdvaarwegen.

Openbaar Vervoer en Intensivering Regionaal Spoor

Door het beschikbaar stellen van extra middelen voor de Brede Doeluitkering (BDU) (30 mln. voor de G3 en 45 mln. voor de rest van Nederland) worden de taakstellingen uit het regeerakkoord op de BDU (zowel de generieke taakstelling als de taakstelling uit hoofde van aanbesteding van het OV in de G3) deels verzacht. Daarnaast wordt voor regionaal spoor 25 mln. bovenop het MIRT uitgetrokken om dit (waar mogelijk al in 2013) te besteden aan de volgende lijnen: Valleilijn (Barneveld–Ede), Arnhem–Doetinchem, Zwolle–Wierden en Arnhem–Elst Tiel (ongedaan maken knip).

Handhaven Ontwikkelingssamenwerking 0,7%

De uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking blijven gehandhaafd op 0,7% BNP.

Overige belastingen

 

2013

Overige belastingen en premies

– 4 776

Verdubbeling bankenbelasting

– 600

Algemene BTW tarief van 19% met 2% punt omhoog per 1/10 2012

– 4 060

Pakket terugsluis btw-verhoging door lastenverlichting via IB en zorgtoeslag

1 500

BTW podiumkunsten, kunstvoorwerpen en kunstenaars terug naar 6%

90

Beperking aftrek deelnemingsrente

– 150

Tijdelijke crisisheffing boven 150 000 euro en tarief excessieve vertrekbonussen

– 500

Lasten bedrijfsleven

– 430

wv. inhouden ULB envelop werkgevers

– 80

wv. inhouden incidentele envelop

– 350

Alcohol/tabak/frisdranken

– 626

Niet afschaffen belasting op alcoholvrije dranken

– 155

Accijnsverhoging tabak

– 371

Accijnsverhoging alcohol

– 100

Verdubbeling bankenbelasting

De bankenbelasting wordt verdubbeld. Van de opbrengst van 600 mln. (vanaf 2012) is voor 2012 al 300 mln. geoormerkt voor de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting. Het restant in 2012 van 300 mln. en de structurele opbrengst van 600 mln. leiden tot saldoverbetering.

Algemene BTW tarief van 19% met 2% punt omhoog per 1 oktober 2012

Het algemene BTW-tarief van 19% wordt in oktober 2012 met twee procentpunt verhoogd. Dit leidt tot extra belastinginkomsten van 1 mld. in 2012 en 4,1 mld. in 2013. Deze verhoging wordt vanaf 2013 in toenemende mate gecompenseerd door een lagere inkomstenbelasting, in het bijzonder voor werkenden met een lager inkomen (zie verderop). De opbrengst in 2012 wordt deels aangewend als dekking voor de structurele verlaging van de overdrachtsbelasting. Het lage btw-tarief van 6% (op onder andere levensmiddelen) blijft gehandhaafd.

Terugsluis btw-verhoging door lastenverlichting via IB en zorgtoeslag

In 2013 zal 1,5 mld. van de opbrengst van de btw-verhoging worden teruggesluisd. Dit pakket is ingevuld conform onderstaande tabel.

Pakket terugsluis btw-verhoging 2013

Instrument

Maatregel

Budgettair

(in miljarden euro)

Arbeidskorting grens 2 (naar WML)

– 473 euro

– 0,05

Arbeidskorting maximum

+195 euro

– 1,24

Arbeidskorting afbouw

+195 euro

0,12

Zorgtoeslag

 

– 0,20

Normpercentage alleenstaande

– 0,6%-punt

 

Normpercentage meerpersoonshuishouden

– 0,4%-punt

 

Afbouwpercentage

1,7%-punt

 

Kindgebonden budget 2e kind

+ 75 euro

– 0,04

Alleenstaande ouderenkorting

+60 euro

– 0,07

Ouderenkorting

+70 euro

– 0,12

Subtotaal terugsluis btw-verhoging

 

– 1,60

Premiedeel heffingskortingen

Tijdsevenredig herleiden

0,10

Totaal pakket terugsluis btw-verhoging

 

– 1,50

De arbeidskorting wordt aangepast zodat met ingang van 2013 het maximum al op WML-niveau wordt bereikt. Tevens wordt dit maximum verhoogd, behalve voor hoge inkomens. De zorgtoeslag gaat omhoog door verlaging van de normpercentages en wordt steiler met het inkomen afgebouwd. Ook het kindgebonden budget en de ouderenkortingen gaan omhoog. In 2014 en 2015 zal het restant van de opbrengst uit de btw-verhoging in twee gelijke delen teruggesluisd worden via de tarieven in de inkomsten- en loonbelasting.

Personen die slechts een deel van het jaar verzekerd en premieplichtig zijn voor de volksverzekeringen, hebben nu voor het gehele jaar recht op het premiedeel van de heffingskortingen. Vanaf 2013 worden de heffingskortingen voor de premies voor de volkverzekeringen tijdsevenredig herleid naar rato van de tijd dat men verzekerd en premieplichtig is.

BTW podiumkunsten, kunstvoorwerpen en kunstenaars per 1 juli terug naar 6%

Per 1 juli 2012 is op de podiumkunsten, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzameling en antiquiteiten het verlaagde btw-tarief van toepassing. Tegelijkertijd met verzending van de Voorjaarsnota zal, vooruitlopend op wetgeving, een beleidsbesluit gepubliceerd worden waarin het overgangsrecht voor podiumkunsten is geregeld. Hierdoor mag op vooruitbetalingen vanaf publicatiedatum beleidsbesluit ten behoeve van voorstellingen op of na 1 juli 2012 het verlaagde btw-tarief toegepast worden.

Beperking aftrek deelnemingsrente

Er wordt een renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting voorgesteld. Deze beperking is van toepassing op rente die verband houdt met een deelneming in een dochtermaatschappij. De renteaftrekbeperking geldt alleen in situaties waarin sprake is van een excessieve aftrek van deelnemingsrente. Er kan alleen sprake zijn van excessieve renteaftrek als de waarde van de deelnemingen groter is dan het eigen vermogen. Voorgesteld wordt deelnemingen die een uitbreidingsinvestering vormen uit te zonderen bij het bepalen van de deelnemingsschuld. Deze uitzondering geldt echter niet in onder meer de volgende onwenselijke situaties: als sprake is van een hybride lening aan het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden, als de rente ter zake van de financiering van een dergelijke uitbreiding ook elders in het concern in aftrek wordt gebracht (double dip) of als de financiering van het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden, is aangegaan vanwege de belastingbesparing. Hierbij is qua vormgeving aangesloten bij de zogeheten Top-teamvariant die het beste recht doet aan het advies van het Topteam Hoofdkantoren.

Tijdelijke crisisheffing hogere inkomens boven 150 000 en tarief excessieve vertrekbonussen

Ook hogere inkomens zullen in deze tijd een extra bijdrage moeten leveren aan het oplossen van de begrotingsproblematiek. Dit gebeurt via een heffing die de werkgever gaat betalen. Hogere inkomens (inclusief bonussen) worden in 2013 tijdelijk extra belast met een werkgeversheffing van 16% die geldt voor lonen die in 2012 meer dan 150 000 bedragen («eenmalige crisisheffing»: opbrengst van 500 mln). Daarnaast wordt de werkgeversheffing op excessieve vertrekbonussen verhoogd van 30 naar 75%. De tabelcorrectiefactor wordt ook niet toegepast op deze grens. Excessieve vertrekbonussen worden daarmee ontmoedigd.

Lasten bedrijfsleven

Een aantal reserveringen voor lastenverlichting voor het bedrijfsleven worden ingehouden (de envelop voor de invoering van de Wet uniformering loonbegrip van 80 mln. en 350 mln. incidentele lastenenvelop).

Niet afschaffen belasting op alcoholvrije dranken

De voor 2013 voorziene afschaffing van de frisdrankenbelasting vindt geen doorgang.

Accijnsverhoging tabak en alcohol

De accijnzen op tabak en alcohol worden verhoogd. In onderstaande tabellen wordt dit weergegeven.

Tarieven tabak

 

Verhoging

Sigaretten

€ 0,35 per pakje van 19 stuks

Rooktabak

€ 0,60 per pakje van 42,5 gram

De alcoholaccijnzen worden verhoogd met 10% voor bier (1 cent per pijpje), 15% voor wijn (8 cent per fles) en 6% voor overige alcoholhoudende producten waaronder gedistilleerde dranken (32 cent per fles jenever).

Tarieven alcohol

Accijnscategorie

Huidig tarief (meest voorkomend)

Nieuw tarief1

Bier in percenten Plato

   

a. minder dan 7

€ 5,50

€ 6,05

b. 7–11

€ 24,49

€ 6,94

c. 11–15

€ 32,64

€ 35,90

d. 15 en meer

€ 40,82

€ 44,90

     

Wijn per hl

   

a. maximaal 8,5% vol alcohol

€ 35,28

€ 41,78

b. meer dan 8,5%, maar niet meer dan 15% vol alcohol

€ 70,56

€ 83,56

c. meer dan 15% vol alcohol

€ 122,75

nvt

     

Mousserende wijn

   

a.maximaal 8,5% vol alcohol

€ 45,63

nvt

b. meer dan 8,5% vol alcohol

€ 240,58

nvt

     

Tussenproducten per hl

   

a. maximaal 15% vol alcohol

€ 87,14

€ 100,22

b. meer dan 15% vol alcohol

€ 122,75

€ 141,17

     

Mousserende tussenproducten

€ 240,58

nvt

     

Gedistilleerd per hl/per

% vol alcohol

€ 15,04

€ 15,94

X Noot
1

Voor de alcoholaccijnzen worden naast de verhoging van de tarieven twee vereenvoudigingen doorgevoerd. Zo verdwijnt het onderscheid in tarief tussen mousserende en niet-mousserende wijn en tussenproducten en verdwijnt de tariefcategorie voor wijn met meer dan 15% vol alcohol.

Geraamde koopkrachtontwikkeling 2013

Het koopkrachtbeeld voorafgaand aan dit begrotingsakkoord was niet positief en liet een behoorlijke spreiding zien. Door de ongunstige economische omstandigheden ligt de verwachte loonstijging in 2013 onder de geraamde inflatie en worden de pensioen niet geïndexeerd of zelfs gekort, waardoor de koopkracht van veel groepen daalt. De spreiding in het koopkrachtbeeld wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de wet Uniformering Loonbegrip (ULB). De introductie van de wet ULB betekent een verschuiving van ca. 7 mld. tussen verschillende vormen van belasting- en premieheffing en bijbehorende compenserende maatregelen. ULB is gefaseerd ingevoerd in 2012 en 2013 en heeft als geheel voor de meeste huishoudens beperkte inkomenseffecten.

Ondanks de forse bezuinigen in het begrotingsakkoord zijn de standaardkoopkrachteffecten relatief beperkt. Zo wordt de zorgtoeslag verhoogd om lage inkomens te compenseren voor de verhoging van het eigen risico naar 350 euro. Daarnaast wordt de terugsluis van 1,5 mld. btw-verhoging ingezet om vooral werkenden met lage inkomens zoveel mogelijk te ontzien. De arbeidskorting wordt met 1,2 mld. verhoogd voor lage en midden inkomens. Daarnaast worden de zorgtoeslag, kindgebonden budget, alleenstaande ouderen korting en ouderenkorting verhoogd. Door dit pakket aan maatregelen is het geraamde standaardbeeld 2013 ondanks de forse bezuinigen evenwichtig te noemen. Belangrijke onzekerheid in dit standaardbeeld betreft de geraamde loon- en inflatieontwikkeling. Daarnaast laat het standaardkoopkrachtbeeld de effecten van niet-standaard maatregelen niet zien, zoals het effect van het aanpassen van de onbelaste reiskostenvergoeding en de voorgenomen bezuiniging op de kinderopvangtoeslag.

In onderstaand standaardkoopkrachtbeeld is een eerste indicatieve doorrekening van het begrotingsakkoord verwerkt. Dit laat zien dat het beeld in 2013 door het begrotingsakkoord evenwichtiger is geworden.

Standaard presentatie inkomenskengetallen

Actieven:

raming 20131

Het effect van het begrotingsakkoord in de raming 2013 1

Alleenverdiener met kinderen

   

modaal

– 1

– ½

2 x modaal

– ¾

– 1

     

Tweeverdieners

   

modaal + ½ x modaal met kinderen

– ¾

– ¾

2 x modaal + ½ x modaal met kinderen

– ¾

– ¾

modaal + modaal zonder kinderen

½

– ¾

2 x modaal + modaal zonder kinderen

0

– ¾

     

Alleenstaande

   

minimumloon

¼

1 ¾

modaal

0

– ¾

2 x modaal

– ¼

– ¾

     

Alleenstaande ouder

   

minimumloon

¾

1 ¼

modaal

– ½

– ¾

     

Inactieven:

   

Sociale minima

   

paar met kinderen

– 1 ¼

¾

alleenstaande

– 1 ½

½

alleenstaande ouder

– 1 ½

¼

     

AOW (alleenstaand)

   

(alleen) AOW

¾

1

AOW +10000

– 3 ¼

– ¾

     

AOW (paar)

   

(alleen) AOW

1 ¼

1

AOW +10000

– 3 ¼

– 1 ¼

X Noot
1

Werknemers met reiskostenvergoeding ondervinden een additioneel koopkrachteffect van gemiddeld – 1½%. Gemiddeld over alle werknemers is dit – ¾%.

Bijlage 3 Budgettair overzicht interventies financiële sector

Tabel 1. Budgettair overzicht crisismaatregelen (in miljoenen euro)

Sinds het najaar van 2008 heeft het kabinet interventies gepleegd om het financiële stelsel gezond te houden en de rust te helpen herstellen in de financiële wereld. Onderstaande tabel geeft een actueel overzicht van de budgettaire gevolgen van deze interventies.

Voorjaarsnota 2012

2008

2010

2011

2012

Artikel

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

       

1. ABN AMRO Group N.V. – ASR Nederland N.V. – RFS Holdings B.V. – incl. Z-share en residual N-share

27 971

27 971

27 971

Saldibalans

2. Overbruggingskrediet Fortis

4 575

3 750

3 750

Saldibalans

3. Aflossingen overbruggingskredieten Fortis

 

– 825

0

IX-A, artikel 1

4. Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis

– 1 374

– 169

– 122

IX-A, artikel 1

5. Dividend RFS Holdings B.V.

– 6

– 16,24

 

IX-B, artikel 3

6. Premieontvangsten Capital Relief Instrument

– 193

   

IX-B, artikel 3

7. Premieontvangsten counter indemnity

– 26

– 26

– 26

IX-B, artikel 3

8. Dividend ABN Amro Group N.V./ ASR Nederland N.V.

 

– 200

– 490

IX-B, artikel 3

∆ Staatsschuld (excl. rente MCN)

30 844

– 1 236

– 638

 

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (€ 20 mld.)

     

9. Verstrekt kapitaal ING

10 000

   

IX-B, artikel 3

10. Verstrekt kapitaal Aegon

3 000

   

IX-B, artikel 3

11. Verstrekt kapitaal SNS Reaal

750

   

IX-B, artikel 3

12. Aflossing ING

– 5 000

– 2 000

– 3 000

IX-B, artikel 3

13. Aflossing Aegon

– 1 500

– 1 500

 

IX-B, artikel 3

14. Aflossing SNS Reaal

– 185

   

IX-B, artikel 3

15. Couponrente ING

– 684

   

IX-B, artikel 3

16. Couponrente Aegon

– 177

   

IX-B, artikel 3

17. Couponrente SNS Reaal

– 39

   

IX-B, artikel 3

18. Repurchase fee ING

– 347

– 1 000

– 1 500

IX-B, artikel 3

19. Repurchase fee Aegon

– 160

– 750

 

IX-B, artikel 3

20. Repurchase fee SNS Reaal

0

   

IX-B, artikel 3

∆ Staatsschuld

5 659

– 5 250

– 4 500

 

C. Back-up faciliteit ING EUR/USD koers:

1,34

1,29

1,29

 

21. Funding fee (rente + aflossing)

8 248

3 242

2 271

IX-B, artikel 3

22. Management fee

106

39

36

IX-B, artikel 3

23. Portefeuille ontvangsten (rente + aflossing)

– 7 877

– 3 012

– 2 040

IX-B, artikel 3

24. Garantiefee

– 232

– 85

– 79

IX-B, artikel 3

25. Additionele garantiefee

– 154

– 128

– 118

IX-B, artikel 3

26. Additionele fee

– 91

– 55

– 51

IX-B, artikel 3

27. Verhandelbaarheidsfee

– 18

IX-B, artikel 3

28. Saldo Back-up faciliteit ( 21 t/m 27)

0

0

0

IX-B, artikel 3

29. Meerjarenverplichting aan ING

13 084

10 264

8 279

Saldibalans

30. Alt-A portefeuille

16 376

13 934

11 442

Saldibalans

∆ Staatsschuld=28. Saldo Back-up faciliteit

0

0

0

 

D. Garantiefaciliteit bancaire leningen (€ 200 mld.)

   

31. Garantieverlening (geëffectueerd)

50 275

   

IX-B, artikel 2

32. Afname voorwaardelijke verplichting

– 11 277

– 5 823

0

IX-B, artikel 2

33. Stand openstaande garanties (31+32)

38 998

33 175

33 175

IX-B, artikel 2

34. Premieontvangsten garanties (saldo)

– 523

– 361

– 231

IX-B, artikel 2

35. Schade-uitkeringen

0

0

 

IX-B, artikel 2

∆ Staatsschuld (34 en 35)

– 523

– 361

– 231

 

E1. IJsland

       

36. Uitkeringen depositogarantiestelsel Icesave

1 428

   

IX-B, artikel 2

37. Uitvoeringskosten IJslandse DGS door DNB

7

   

IX-B, artikel 2

38. Vordering op IJsland

1 329

1 012

1 043

Saldibalans

39. Opgebouwde rente op vordering

51

42

31

Saldibalans

40. Ontvangsten lening IJsland

0

– 443

 

IX-B, artikel 2

       

IX-B, artikel 2

E2. Griekenland

       

41. Lening Griekenland

1 248

1 946

5

IX-B, artikel 4

42. Vordering op Griekenland

1 248

3 194

3 198

Saldibalans

43. Ontvangsten lening Griekenland aflossing

0

0

0

IX-B, artikel 4

44. Ontvangsten lening Griekenland premie

– 30

– 115

– 43

IX-B, artikel 4

45. DNB niet relevante winst (incl. compensatie Griekenland, post 46.)

   

– 157

IX-B, artikel 4

46. Rentevergoeding Griekenland

   

13

IX-B, artikel 4

∆ Staatsschuld (excl. nr. 38, 39 & 42)

2 653

1 388

– 182

 

F. Europese instrumenten

       

47. Garantieverlening NL-aandeel EU-begroting

2 946

– 120

 

IX-B, artikel 4

48. Garantieverlening NL-aandeel EFSF

25 872

71 910

0

IX-B, artikel 4

49. Garantieverlening Nl-aandeel ESM

   

35 445

IX-B, artikel 4

50. Garantie DNB i.v.m. IMF

 

13 610

 

IX-B, artikel 4

51. Stand openstaande garanties (47 t/m 50)

28 818

114 218

149 663

IX-B, artikel 4

52. Deelneming EFSF

1

1

 

IX-B, artikel 4

∆ Staatsschuld (52)

1

1

0

 

G. Overige gevolgen

       

53. Uitvoeringskosten en inhuur externen

62

3

3

IX-B, artikel 3

54. Terug te vorderen uitvoeringskosten

0

0

0

Saldibalans

55. Ontvangen uitvoeringskosten externen

– 19

– 5

– 1

IX-B, artikel 3

∆ Staatsschuld (excl. rentelasten)

38 634

– 5 458

– 5 551

 

Staatsschuld (excl. rentelasten)

38 634

33 176

27 625

 

Toerekenbare rentelasten

3 979

1 280

1 175

 

Uitstaande hoofdsom

42 192

39 371

36 371

 

Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting op mutaties:

C: Back-up faciliteit ING

De kasstromen luiden oorspronkelijk in US dollar en worden omgerekend met een eurodollar rekenkoers. Vanwege een daling van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro) zijn de ramingen voor de ontvangsten en uitgaven opwaarts bijgesteld. De raming voor de IABF is aangevuld met een extra ontvangst. Het betreft de verhandelbaarheidsfee.

De verhandelbaarheidsfee is een vergoeding die de Staat van ING ontvangt voor het omzetten van een deel van de kasstromen naar een verhandelbare lening die in een repo kan worden gebruikt (Kamerstuk II, 2010–2011, 31 371, nr. 362). Door de extra kasstroom stijgt de raming voor de totale ontvangsten. Ook de raming voor de funding fee is daardoor opwaarts bijgesteld, immers iedere dollar die wordt ontvangen, wordt gebruikt om de verplichting versneld af te bouwen.

E2: Griekenland

Onder E2 zijn de mutaties uit hoofde van het tweede leningenprogramma voor Griekenland verwerkt. Het gaat hierbij om 3 afzonderlijke effecten. Ten eerste zijn de lagere rente-inkomsten als gevolg van de verlaging van de renteopslag op de bilaterale leningen verwerkt. Het tweede effect betreft de hogere winstafdracht van DNB uit hoofde van het ECB-besluit om de winsten op Griekse obligaties (SMP + investeringsportefeuille) naar de nationale centrale banken te laten vloeien. Ten derde zijn de uitgaven aan Griekenland die meer dan overeenkomen met de inkomsten van DNB uit hoofde van de Griekse investeringsportefeuille opgenomen.

Tabel 2: Balans (standen en mutaties – in miljoenen euro

Op de balans staan de vorderingen en verplichtingen welke vanwege de crisis zijn aangegaan. Balansonderdelen zijn hierbij opgenomen tegen historische aankoopprijs conform de bepalingen van de Rijksbegrotingsvoorschriften met betrekking tot departementale jaarverslagen.

Omschrijving:

2011

2012

Omschrijving:

2011

2012

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

             

1. ABN AMRO Group N.V. – ASR Nederland N.V. – RFS Holdings B.V. (incl. Z-share en residual N-share)

27 971

 

27 971

I: Financiering staatsschuld (excl. rentelasten)

33 176

– 5 551

27 625

2. Overbruggingskrediet Fortis

3 750

 

3 750

II: Financiering uit resultaat (tabel 3)

915

1 410

2 325

       

III: Financiering uitgavenkader

41

2

43

               

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (€ 20 mld.)

             

Uitstaand kapitaal ING (9 + 12)

3 000

– 3 000

0

Toerekenbare rentelasten cumulatief

5 259

1 175

6 434

Uitstaand kapitaal SNS Reaal (11 + 14)

565

0

565

       
               

C. Back-up faciliteit ING

     

C. Back-up faciliteit ING

     

30. Alt-A portefeuille

13 934

– 2 492

11 442

28. Meerjarenverplichting

10 264

– 2 572

7 692

Te ontvangen rente

43

– 43

0

Voorziening incl. verwacht resultaat 2012 v vz.

3 695

55

3 750

       

Te betalen rente

17

– 17

0

F. Europa

             

52. Deelneming EFSF

2

0

2

       
               

E1. IJsland

             

Oorspronkelijke vordering op IJsland

1 329

 

1 329

       

39. Opgebouwde rente

93

31

124

       

40. Ontvangsten lening IJsland

– 443

 

– 443

       

Recovery topping up

33

 

33

       

38. Vordering op IJsland

1 012

31

1 043

       
               

E2. Griekenland

     

Technische correctie

     

42. Vordering op Griekenland

3 194

4

3 198

Aansluiting (incl. afronding)

103

1

104

Totale activa:

53 471

– 5 500

47 971

Totale passiva:

53 471

– 5 500

47 971

Tabel 3: Overzicht toerekenbare kosten en opbrengsten (in miljoenen euro)

In deze tabel vindt een toerekening plaats van kosten en opbrengsten van interventies. Op basis hiervan is een resultaat op interventies opgenomen.

(toerekenbare) Kosten

   

(toerekenbare) Opbrengsten

Omschrijving:

2008

2011

2012

Omschrijving:

2008

2011

2012

     

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

   

Toerekenbare rentelasten

5 259

1 175

4. Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis

1 543

122

     

5. Dividend RFS Holdings B.V.

22

 

E1. IJsland

   

6. Premieontvangsten Capital Relief Instrument

193

Kosten i.v.m. topping up (netto)

73

 

7. Premieontvangsten counter indemnity

52

26

     

8. Dividend ABN Amro Group N.V. / ASR Nederland N.V.

200

490

G. Overige gevolgen

         

53. Uitvoeringskosten en inhuur externen

65

3

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (€ 20 mld.)

   

55. Ontvangen uitvoeringskosten externen

– 24

– 1

15. t/m 17. Ontvangen couponrente

900

 
     

18. t/m 20. Ontvangen repurchase fees

2 257

1 500

E2. Griekenland

         

46. Rentevergoeding Griekenland

 

13

C. Back-up faciliteit ING

   
     

Resultaat IABF (na vorming voorziening)

0

0

           
     

D. Garantiefaciliteit bancaire leningen (€ 200 mld.)

   
     

34. Premieontvangsten garanties bancaire leningen (saldo)

884

231

           
     

E1. IJsland

   
     

39. Opgebouwde rente op vordering

93

31

           
     

E2. Griekenland

   
     

44. Ontvangsten lening Griekenland (i.) premie incl. servicefee

145

43

     

45. DNB niet-relevante-winst (incl. compensatie Griekenland, 46)

 

157

Totale kosten:

5 373

1 190

Totale opbrengsten:

6 288

2 600

Resultaat:

915

1 410

     

Tabel 4: Garanties (in miljoenen euro)

 

2008

2011

2012

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

     

Counter indemnity

950

 

950

       

D. Garantiefaciliteit bancaire leningen (€ 200 mld.)

     

Stand openstaande garanties

33 175

 

33 175

       

F. Europa

     

Garantieverlening NL-aandeel EU-begroting

2 826

 

2 826

Garantieverlening NL-aandeel EFSF

97 782

0

97 782

Garantieverlening NL-aandeel ESM

0

35 445

35 445

Garantie DNB i.v.m. IMF

13 610

 

13 610

Saldo openstaande garanties:

148 343

35 445

183 788

Bijlage 4 Risicomanagement staatsschuld

De Nederlandse Staat hanteert voor de financiering van het begrotingstekort en de (her-)financiering van de bestaande schuld een risicokader. Het kader is een invulling van de algemene doelstelling: «schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder een acceptabel risico voor de begroting». Sinds 2008 is het risicokader geoperationaliseerd met een 7-jaars gecentreerde portefeuille als benchmark. Het Agentschap van het ministerie van Financiën evalueert eens in de vier à vijf jaar het kader voor risicomanagement. Het meest recente rapport daarover is in november 2011 aan de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000 IXA, nr. 5). Op 26 januari 2012 is tijdens een Algemeen Overleg (AO) gesproken over dat rapport «Risicomanagement van de staatsschuld, beleid 2012–2015».

Doorrekening rentelasten voor periode van tien jaar

Tijdens dat AO heeft de heer Groot (PvdA) gevraagd om een doorrekening van de rentelasten over een periode van tien jaar (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000 IXA, nr. 7). Een dergelijke doorrekening is in het rapport op pagina 14 alleen voor deze kabinetsperiode opgenomen. Gevraagd is om een langere doorrekening waarbij verschillende scenario’s worden betrokken.

Figuur 1 laat twee verschillende scenario’s voor de ontwikkeling van de 7-jaars rente zien.

Figuur 1: ontwikkeling van de 7-jaars rente als gevolg van kleine schokken (scenario 1) en iets grotere schokken (scenario 2)

Figuur 1: ontwikkeling van de 7-jaars rente als gevolg van kleine schokken (scenario 1) en iets grotere schokken (scenario 2)

Om het effect van schokken in de rente op te vangen zijn ceteris paribus ombuigingen nodig. Tabel 1 laat zien dat voor een 7-jaars gecentreerde portefeuille de extra rentelasten in 2011 als gevolg van een kleine renteschok (conform scenario 1 in figuur 1) 0,1 miljard euro bedragen. Om deze extra rentelasten in 2011 op te vangen is een ombuiging van 0,02 procent bbp nodig. Verondersteld is dat de rentestijging blijvend is, daarom is een structurele ombuiging nodig. In 2012 zijn de extra rentelasten 0,2 miljard euro. Hiervan is 0,1 miljard euro reeds opgevangen via de structurele ombuiging uit jaar 1. In jaar 2 is dus wederom een (structurele) ombuiging van 0,1 miljard euro nodig. De totale structurele ombuiging loopt bij een geleidelijke rentestijging tot circa 5 procent in 2020 (scenario 1 in figuur 1) op tot circa 1,5 miljard euro ofwel circa 0,2 procent bbp in 2020. De totale extra rentelasten over een periode van tien jaar zijn gelijk aan 7,5 miljard euro.

Tabel 1: benodigde ombuigingen voor opvangen van extra rentelasten als gevolg van kleine schokken in de rente (scenario 1) bij een 7-jaars gecentreerde portefeuille (in miljarden euro)
 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

totaal

2011

0,1

                 

0,1

2012

0,1

0,1

               

0,2

2013

0,1

0,1

0,1

             

0,4

2014

0,1

0,1

0,1

0,1

           

0,5

2015

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

         

0,6

2016

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,2

       

0,8

2017

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,2

0,2

     

1,0

2018

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,2

0,2

0,2

   

1,1

2019

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,2

0,2

0,2

0,2

 

1,3

2020

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

1,5

                     

7,5

verondersteld BBP (€ mld)

612

632

653

674

696

719

742

766

791

817

 

structurele ombuiging per jaar (% BBP)

0,02%

0,02%

0,02%

0,02%

0,02%

0,02%

0,02%

0,02%

0,02%

0,02%

 

De benodigde ombuigingen in geval van een 7-jaars gecentreerde portefeuille zijn bij iets grotere renteschokken met een geleidelijke rentestijging tot circa 6 procent in 2020 (scenario 2 in figuur 1) circa 0,4–0,6 miljard euro (0,06–0,08 procent bbp) per jaar structureel. De totale structurele ombuiging loopt op tot circa € 2,1 miljard euro ofwel circa 0,3 procent bbp in 2015 en tot circa 4,8 miljard euro ofwel circa 0,6 procent bbp in 2020. De doorrekening in tabel 2 sluit aan bij de doorrekening die is gepresenteerd op pagina 14 in het rapport.

Tabel 2: benodigde ombuigingen voor opvangen van extra rentelasten als gevolg van iets grotere schokken in de rente (scenario 2) bij een 7-jaars gecentreerde portefeuille (in miljarden euro)
 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

totaal

2011

0,4

                 

0,4

2012

0,4

0,4

               

0,8

2013

0,4

0,4

0,4

             

1,2

2014

0,4

0,4

0,4

0,5

           

1,7

2015

0,4

0,4

0,4

0,5

0,5

         

2,1

2016

0,4

0,4

0,4

0,5

0,5

0,5

       

2,7

2017

0,4

0,4

0,4

0,5

0,5

0,5

0,6

     

3,3

2018

0,4

0,4

0,4

0,5

0,5

0,5

0,6

0,5

   

3,8

2019

0,4

0,4

0,4

0,5

0,5

0,5

0,6

0,5

0,5

 

4,3

2020

0,4

0,4

0,4

0,5

0,5

0,5

0,6

0,5

0,5

0,5

4,8

                     

25,2

verondersteld BBP (€ mld)

612

632

653

674

696

719

742

766

791

817

 

structurele ombuiging per jaar (% BBP)

0,06%

0,06%

0,06%

0,07%

0,07%

0,07%

0,08%

0,07%

0,07%

0,06%

 

Afwijkingen benchmark

Sinds dit jaar bestaat de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, af te wijken van benchmark (de 7-jaar gecentreerde portefeuille). Afwijkingen van de benchmark impliceren dat rentelasten voor een lange periode worden vastgelegd en waarborgen hiermee budgettaire stabiliteit. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat over de gehele periode bezien een afwijking leidt tot lagere rentelasten. Dit hangt echter af van de toekomstige ontwikkeling van de rente, waardoor hier vooraf geen enkele zekerheid over bestaat. De totale omvang van afwijkingen die tot dusver zijn genomen bedraagt 6,8 miljard euro. Afwijkingen hebben een looptijd van tenminste 10 jaar.

Afwijkingen zijn gebonden aan twee voorwaarden. Allereerst zijn afwijkingen uitsluitend toegestaan indien het risico wordt verkleind (en dus rentelasten voor een periode langer dan 7 jaar wordt vastgelegd). Daarnaast geldt dat afwijkingen nooit mogen leiden tot een overschrijding van de begroting. Het effect van een afwijking wordt op een integrale manier beoordeeld. Afwijkingen zijn inpasbaar in de begroting wanneer deze over de gehele begrotingsperiode bezien niet leiden tot een overschrijding van de begrote rentelasten. Een individuele afwijking kan derhalve leiden tot een overschrijding indien dit wordt gecompenseerd door meevallers op eerdere uitgiftes. Over de gehele periode gemeten is budgettaire neutraliteit als gevolg van deze verlengingsstrategie echter gewaarborgd.

Bijlage 5 Verticale toelichting

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht voor alle begrotingen van budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de Ontwerpbegroting 2011, zodoende inclusief alle mutaties die hebben plaatsgevonden n.a.v. het Regeerakkoord en de herverkaveling van de begrotingen. Er wordt per begroting een cijfermatig overzicht gepresenteerd, gevolgd door een toelichting op de voornaamste veranderingen. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de veranderingen wordt verwezen naar de afzonderlijke begrotingen.

De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën mutaties:

  • 1. mee- en tegenvallers;

  • 2. beleidsmatige mutaties;

  • 3. technische mutaties.

Alle overboekingen, desalderingen, statistische correcties en mutaties die niet tot een ijklijn behoren, zijn in de laatste categorie technische mutaties geclusterd. Overigens hebben vrijwel alle overboekingen en desalderingen wél een beleidsmatig karakter. Dit komt tot uitdrukking in de toelichtingen. Ingeval samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden deze eenmaal toegelicht.

De totalen per begroting worden in eerste instantie gepresenteerd exclusief de bedragen die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. Door middel van een aansluitregel wordt het deel van de begroting dat onder HGIS valt, zichtbaar gemaakt. De veranderingen die optreden binnen het HGIS-deel van de begroting worden gepresenteerd en toegelicht in de verticale toelichting van alle HGIS-uitgaven.

De laatste regel geeft per begroting de totaalstand inclusief HGIS aan.

De ondergrens is afhankelijk van de omvang van de begroting en verschilt voor de verschillende categorieën mutaties. De post diversen bevat de mutaties die onder de ondergrens vallen en wordt in principe alleen toegelicht, indien zich bijzonderheden voordoen.

De Koning

I DE KONING: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

39,5

39,5

39,4

39,4

39,4

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

 

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

39,7

39,7

39,6

39,6

39,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

39,7

39,7

39,6

39,6

39,6

I DE KONING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

De post diversen bestaat uit de toedeling van de eindejaarsmarge en de bijstelling voor de sociale lasten.

Staten-Generaal

IIA STATEN-GENERAAL: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

141,9

133,8

131,9

130,9

130,1

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

 

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

3,3

0,5

0,3

0,3

0,3

 

3,3

0,5

0,3

0,3

0,3

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,7

0,6

0,6

0,6

0,6

 

0,7

0,6

0,6

0,6

0,6

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

4,1

1,2

1,0

1,0

1,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

146,0

135,0

133,0

132,0

131,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

146,0

135,0

133,0

132,0

131,1

IIA STATEN-GENERAAL: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

3,0

3,0

3,0

3,0

2,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

3,0

3,0

3,0

3,0

2,5

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

3,0

3,0

3,0

3,0

2,5

Diversen – Beleidsmatige mutaties uitgaven

Deze post bevat meerdere mutaties waaronder het terugdraaien van de aanvullende taakstelling zorg- en restproblematiek. Op basis van de Beheersafspraken is verzocht niet mee te delen in de taakstelling verwerkt bij BVM 2011.

Overige Hoge Colleges van Staat

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

111,4

107,2

106,3

104,1

103,7

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,6

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

3,3

1,5

0,5

0,5

0,5

 

3,3

1,5

0,5

0,5

0,5

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

1,6

2,3

2,3

0,8

0,8

 

1,6

2,3

2,3

0,8

0,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

5,5

3,8

2,8

1,3

1,3

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

116,8

111,0

109,1

105,4

105,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

116,8

111,0

109,1

105,4

105,0

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

5,2

5,4

5,4

5,3

5,2

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

5,5

5,3

5,3

5,3

5,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

5,5

5,3

5,3

5,3

5,2

Diversen – Beleidsmatige mutaties uitgaven

Op basis van de Beheersafspraken is verzocht om geen aandeel te leveren aan de aanvullende taakstelling zorg- en restproblematiek verwerkt bij BVM 2011 en de ingehouden prijsbijstelling verwerkt bij ABK terug te draaien.

Diversen – Technische mutaties uitgaven

De Hoge Colleges van Staat worden gecompenseerd voor de gemaakte extra kosten als gevolg van de tijdelijke Crisis- en Herstelwet. De Raad van State moet de zaken die onder de Crisis- en Herstelwet vallen sneller afhandelen en heeft hiervoor extra capaciteit nodig.

Algemene Zaken

III ALGEMENE ZAKEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

60,3

61,0

59,8

61,1

60,7

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

 

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

1,4

0,7

0,7

0,7

0,7

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

61,7

61,8

60,5

61,8

61,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

61,7

61,8

60,5

61,8

61,4

III ALGEMENE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

6,7

6,7

6,7

6,7

6,7

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

1,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

1,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

1,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

7,8

6,7

6,7

6,7

6,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

7,8

6,7

6,7

6,7

6,7

Diversen

De post diversen bestaat voornamelijk uit de toevoeging van de eindejaarsmarge.

Koninkrijksrelaties

IV KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

428,1

277,5

256,6

256,6

237,6

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Arubadeal

9,6

0,0

0,0

0,0

0,0

 

9,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Vrijval betalingsachterstanden

– 36,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

– 5,8

1,2

1,2

0,6

0,0

 

– 41,8

1,2

1,2

0,6

0,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Vrijval betalingsachterstanden

36,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

7,7

– 1,6

– 1,1

– 1,1

– 1,1

 

43,7

– 1,6

– 1,1

– 1,1

– 1,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

11,4

– 0,4

0,1

– 0,5

– 1,1

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

439,6

277,1

256,6

256,1

236,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

439,6

277,1

256,6

256,1

236,4

IV KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

33,4

32,9

32,2

31,8

31,8

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Vrijval betalingsachterstanden

36,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

9,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 

45,3

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

45,3

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

78,7

32,9

32,2

31,8

31,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

78,7

32,9

32,2

31,8

31,8

Arubadeal

De Arubadeal geeft uitvoering aan het traject om de schulden van Aruba aan Nederland te saneren. De beschikbare middelen voor het programma Rechtshandhaving kunnen tot en met 2012 worden gebruikt. Ook in 2011 kwamen niet alle middelen tot besteding, deze worden doorgeschoven naar 2012. Wat dit jaar niet zal worden benut, zal vrijvallen.

Diversen – Beleidsmatige mutaties

In 2011 bleken de uitgaven hoger dan begroot, onder meer door de problematiek bij het Pensioenfonds Caribisch Nederland, dat in 2011 zwaar op de begroting van Koninkrijksrelaties drukte. De raming voor 2012 wordt hiervoor gecorrigeerd

Vrijval betalingsachterstanden

In 2007 is ten behoeve van het saneren van de betalingsachterstanden van de landen Curaçao en Sint Maarten een begrotingsreserve aangemaakt. De loketten voor het saneren van betalingsachterstanden zijn in oktober 2011 gesloten. De binnengekomen aanvragen zijn inmiddels beoordeeld. Hetgeen ten behoeve hiervan bij de Centrale Bank Curaçao en Sint Maarten gereserveerd stond en niet tot besteding kwam, valt nu vrij.

Buitenlandse Zaken

V BUITENLANDSE ZAKEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

7 340,0

7 505,8

7 905,3

8 119,8

8 119,8

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Eu-afdrachten

– 52,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 52,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 52,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

7 288,1

7 505,8

7 905,3

8 119,8

8 119,8

Totaal Internationale samenwerking

4 255,1

4 408,1

4 597,6

4 753,6

4 756,9

Stand Voorjaarsnota 2012

11 543,2

11 913,9

12 502,9

12 873,4

12 876,7

V BUITENLANDSE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

620,3

631,2

642,3

653,7

653,7

Technische mutaties

         

Niet tot een ijklijn behorend

         

Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen

5,2

33,2

27,5

20,9

16,4

 

5,2

33,2

27,5

20,9

16,4

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

5,2

33,2

27,5

20,9

16,4

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

625,5

664,4

669,8

674,6

670,1

Totaal Internationale samenwerking

120,2

126,0

130,0

130,0

130,0

Stand Voorjaarsnota 2012

745,7

790,5

799,8

804,5

800,1

Relatie begroting Buitenlandse Zaken en de Homogene groep internationale samenwerking (HGIS)

Er zijn twee soorten uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken: HGIS en niet-HGIS. Niet-HGIS uitgaven zijn de afdrachten aan de Europese Unie. HGIS-uitgaven zijn alle andere buitenlanduitgaven. De HGIS-uitgaven staan op diverse begrotingen en worden elders toegelicht; hier wordt alleen ontwikkeling van de EU-afdrachten belicht.

EU-afdrachten

Eind november heeft de Begrotingsraad de geamendeerde begroting nr. 6 aangenomen over 2011. Hieruit bleek dat sprake was van enkele meevallers (uit geïnde boetes en traditionele eigen middelen) en een tegenvaller. Het gesaldeerde effect voor de Nederlandse afdracht aan de EU was een meevaller van 52 mln. De meevaller is verwerkt in de afdracht van januari 2012 en wordt om die reden bij VJN verwerkt.

Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen

Ontvangsten en restituties mbt leningen: De mutatie wordt veroorzaakt door hogere ontvangsten voor rente en aflossing op de begrotingslening van de NIO. Dit als gevolg van de overgang van het beheer van de NIO-leningenportefeuille van de FMO naar Atradius.

Veiligheid en Justitie

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

11 380,8

11 184,8

10 959,7

10 810,2

10 776,7

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Dekking -prijsbijstelling 2011

– 21,2

– 5,9

– 6,2

– 3,5

– 3,8

Eindejaarsmarge 2011

17,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Griffierechten

– 46,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Interne herverdeling veiligheid en justitie (begrotingsrapport 2012)

– 81,7

– 4,9

– 10,5

– 10,5

– 10,5

PMJ straf forensische zorg

4,6

17,0

17,0

17,0

17,0

Diversen

17,9

3,2

23,5

23,7

23,4

 

– 109,0

9,4

23,8

26,7

26,1

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Loonbijstelling tranche 2012–2017

59,5

58,9

57,7

57,5

57,4

Diversen

7,3

– 4,0

– 0,4

0,4

1,2

 

66,8

54,9

57,3

57,9

58,6

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 42,3

64,3

81,2

84,6

84,6

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

11 338,5

11 249,1

11 040,9

10 894,7

10 861,4

Totaal Internationale samenwerking

33,2

37,9

36,7

41,7

39,8

Stand Voorjaarsnota 2012

11 371,7

11 286,9

11 077,6

10 936,4

10 901,1

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

1 350,6

1 560,4

1 556,4

1 520,3

1 532,3

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Afrekening outputfinanciering DJI

22,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Boeten en transacties

– 102,0

– 31,2

– 15,5

0,0

0,0

Griffierechten

– 46,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 125,3

– 31,2

– 15,5

0,0

0,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

– 0,3

– 1,2

– 1,2

– 1,2

– 1,2

 

– 0,3

– 1,2

– 1,2

– 1,2

– 1,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 125,5

– 32,4

– 16,7

– 1,2

– 1,2

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

1 225,0

1 528,0

1 539,7

1 519,1

1 531,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

1 225,0

1 528,0

1 539,7

1 519,1

1 531,1

Dekking -prijsbijstelling 2011

De prijsbijstelling voor 2011 is door VenJ nog niet volledig doorverdeeld naar de diverse onderdelen van de begroting. Deze wordt nu deels ingezet ter dekking van de VenJ problematiek.

Eindejaarsmarge 2011

Bij Voorjaarsnota 2012 wordt de eindejaarsmarge van 2011 uitgedeeld.

Griffierechten

De bij Regeerakkoord voorgenomen verhoging van de griffierechten gaat niet door. Om tekorten bij de rechtspraak op te lossen was de datum van inwerkingtreding van de verhoging vervroegd van 1 januari 2013 naar 1 juli 2012. Het niet doorgaan van de verhoging zorgt in 2012 voor een tekort van 46 mln aan de ontvangstenkant van de begroting, vanwege minder ontvangsten griffierechten. Ook zorgt dit voor een additioneel tekort van 2 mln. bij de rechtspraak, vanwege het uitblijven van het instroombeperkende effect dat met de verhoging gepaard zou gaan. Het tekort wordt door de Raad voor de Rechtspraak opgevangen. Voor een deel (circa 29 mln.) is dat mogelijk doordat de recent bijgestelde prognose van de instroom (PMJ) voor het jaar 2012 lager is dan de beschikbare capaciteit. Voor het overige deel wordt een beroep gedaan op de aanwezige reserves bij de Raad voor de Rechtspraak.

Interne Herverdeling Veiligheid en Justitie (begrotingsrapport 2012)

VenJ heeft over de gehele linie van de begroting de budgetten taakstellend verlaagd. Hiermee is dekking gevonden voor de problematiek die op de begroting is ontstaan.

PMJ straf Forensische zorg

De ramingen van de budgetten voor de forensische zorg laten een stijging zien van 4,6 mln. euro in 2012. Uit de realisatiecijfers blijkt dat de vraag naar forensische zorg overeenkomt met de vraag naar gezondheidszorg. Uit historische gegevens van het CBS blijkt dat deze de afgelopen tijd jaarlijks 6% is gegroeid.

Diversen

De post diversen is een saldo van verschillende plussen en minnen. De grootste plussen betreffen rechtsbijstand civiel en rechtsbijstand straf, samen 21,1 mln. Deze komen naar voren in het Prognosemodel Justitiële ketens (PMJ). De rechtsbijstand civiel en bestuur laat een afname zien van het aantal toevoegingen t.o.v de beschikbare capaciteit. Ook de invoering van de korting van 5 % op het tarief voor de gesubsidieerde rechtsbijstand per 1 januari 2012 leidt tot een kostendaling. Als gevolg van de verhoging van de eigen bijdrage die moet worden betaald is het aantal lichte adviestoevoegingen afgenomen. De capaciteitsbehoefte voor de civiele toevoegingen laat de komende jaren een stijging zien. Daarnaast laat het PMJ met betrekking tot het gevangeniswezen een stijging in de capaciteitsbehoefte zien van 14,9 mln. in 2012, veroorzaakt door een combinatie van bestaand en nieuw beleid. Tenslotte zijn bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) de kosten de regeling «substantieel bezwarende functies» en de omscholingsregeling «tweede carrière» veel hoger dan eerder voorzien. In het jaar 2012 is de tegenvaller in totaal 22,2 mln.

Afrekening outputfinanciering DJI

De bijdrage aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) wordt vastgesteld op basis van outputfinanciering (OPF). Dit betekent dat productie- en bezettingsverschillen met het moederdepartement worden afgerekend op basis van de afgesproken OPF-spelregels. In 2011 is er sprake van een lagere productie en/of bezetting dan eerder geraamd, waardoor de DJI deze middelen terugbetaalt aan het moederdepartement.

Boeten en transacties

De ontvangsten uit boeten en transacties vallen in 2012 naar verwachting 102 miljoen euro lager uit dan eerder was geraamd. Ten opzichte van 2010 is er sprake van een fors dalende instroom van zaken, vooral op het gebied van snelheidsovertredingen en staandehoudingen. Ook door vertraging van het in 2009 in gang gezette maatregelen ter dekking van de tegenvallers op boete en transacties heeft een negatief gevolg voor de ontvangsten. Tenslotte doet zich een daling van het aantal passanten voor, wat een daling in het aantal boetes door trajectcontroles tot gevolg heeft.

Griffierechten

Zie toelichting bij uitgaven.

Binnenlandse Zaken

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

4 808,8

4 858,4

4 399,5

4 326,3

4 353,2

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Huurtoeslag problematiek

20,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

13,5

0,0

0,0

0,0

0,0

 

34,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Huurtoeslag dekking

– 20,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Mgba/orra

– 14,5

25,0

– 10,5

0,0

0,0

Oda-toerekening

– 35,0

– 15,9

– 8,2

– 12,2

– 12,5

Diversen

19,0

– 1,7

0,0

0,0

0,0

 

– 51,4

7,4

– 18,7

– 12,2

– 12,5

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Dienstverleningafspraken

30,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

40,4

– 1,9

– 2,4

– 2,4

– 2,1

Niet tot een ijklijn behorend

         

Liquiditeitsbehoefte VUT-fonds

70,0

– 210,0

0,0

0,0

0,0

 

140,4

– 211,9

– 2,4

– 2,4

– 2,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

123,4

– 204,5

– 21,1

– 14,5

– 14,6

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

4 932,3

4 653,9

4 378,3

4 311,8

4 338,7

Totaal Internationale samenwerking

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Stand Voorjaarsnota 2012

4 932,8

4 654,4

4 378,8

4 312,2

4 339,1

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

665,6

664,5

1 611,2

2 123,7

1 549,7

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

5,5

3,9

4,1

– 1,0

– 1,3

 

5,5

3,9

4,1

– 1,0

– 1,3

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Dienstverleninafspraken

30,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

25,6

0,0

0,0

0,0

0,0

 

55,6

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

61,1

3,9

4,1

– 1,0

– 1,3

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

726,7

668,4

1 615,3

2 122,7

1 548,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

726,7

668,4

1 615,3

2 122,7

1 548,4

Huurtoeslag problematiek/dekking

De geraamde tegenvaller in de huurtoeslag wordt o.a. veroorzaakt door een stijging van het aantal bijstandsgerechtigden. De problematiek in 2012 wordt gedekt door een meevaller in de uitvoeringskosten voor de inkomensafhankelijke huurprijsstijging.

Diversen – Mee- en tegenvallers uitgaven

In 2011 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. Deze middelen gaan via de eindejaarsmarge over naar 2012.

Mgba/orra

De oplevering van de online raadpleegbare reisdocumentenadministratie (ORRA) is vertraagd, waardoor de baten- en lastendienst Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) de ORRA niet in gebruik kan nemen. Met de opbrengst van de in beheer name had BZK de lening van 25 mln. uit het Gemeentefonds terug moeten betalen. Door een kasschuif van een deel van de voor ORRA beschikbare middelen van 2012 en 2014 naar 2013, kan het Gemeentefonds alsnog tijdig worden terugbetaald.

ODA-toerekening

Conform de internationale criteria worden de kosten die zijn gemaakt voor de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit de DAC-landen toegerekend aan het ODA-budget. De lagere instroom van asielzoekers en de actualisatie van de overige relevante variabelen leiden tot een structurele neerwaartse bijstelling van de ODA-toerekening.

Diversen – Beleidsmatige mutaties uitgaven

Door de aangekondigde prijsstijging van de Nederlandse Identiteitskaart voor jeugdigen (jeugd-NIK’s) zijn in 2011 extra uitgaven gemaakt. Een deel van de extra uitgaven loopt over de jaargrens heen. Tevens wordt een reservering aangehouden voor de verwachte extra uitgaven door de verplichting van een identiteitskaart voor jeugdigen bij een reis naar het buitenland per juni 2012.

Dienstverleningsafspraken

De raming wordt aangepast voor de jaarlijkse dienstverleningafspraken met de Baten- en Lastendiensten Doc-Direkt, Logius, P-Direkt en De Werkmaatschappij. De geraamde uitgaven zijn in lijn met de geraamde ontvangsten.

Diversen – Technische mutaties

Het personeels- en bedrijfsvoeringsbudget van het voormalig Shared Service ICT van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt toegevoegd aan het apparaatbudget van BZK, en wordt een onderdeel van SSC ICT.

Liquiditeitsbehoefte VUT-fonds

De leenbehoefte van het VUT-fonds is gewijzigd, omdat op grond van nadere analyses blijkt dat steeds meer mensen besluiten later gebruik te maken van het Flexibel Pensioen en Uittreding regeling (FPU). Dit leidt tot een ramingsbijstelling.

Diversen – Mee- en tegenvallers uitgaven

Het Rijk heeft tot 1 januari 2011 de woningbouw (via gemeenten) ondersteund met de Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouwprojecten. Voor zover gemeenten een bijdrage hebben ontvangen voor projecten, die niet vóór 1 januari 2011 van start zijn gegaan, is dat terugbetaald aan het Rijk. In 2012 gaat het om in totaal circa 4,2 mln.

Diversen – Technische mutaties

De ontvangsten gegenereerd uit de door de Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) geheven leges worden ingezet voor het Reisdocumentenprogramma.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

33 625,5

33 975,8

33 875,2

33 502,8

33 689,3

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Leerlingen volume referentieraming 2012

– 73,0

– 222,0

– 224,8

– 207,6

– 180,7

Raming studiefinanciering

– 70,5

– 53,1

– 53,7

– 47,4

– 76,8

 

– 143,5

– 275,1

– 278,5

– 255,0

– 257,5

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Eindejaarsmarge

219,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Incidentele taakstelling

0,0

0,0

0,0

0,0

59,1

Intertemporele compensatie cao vo

56,0

– 56,0

0,0

0,0

0,0

Intertemporele compensatie convenanten rmc-regio's

0,7

– 35,2

8,6

8,3

8,3

Ophoging ovsk-norm

– 42,1

– 29,4

– 17,8

– 14,5

– 13,8

Reservering op nominaal en onvoorzien

136,3

258,5

258,7

234,5

174,3

Diversen

– 20,9

31,0

37,5

42,4

34,4

 

349,0

168,9

287,0

270,7

262,3

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Loonbijstelling tranche 2012 (werkgeverslasten)

110,9

110,7

109,8

108,8

109,3

Diversen

3,6

6,7

9,9

4,2

6,5

Niet tot een ijklijn behorend

         

Niet-relevante ophoging ovsk-norm

– 42,8

– 58,4

– 71,8

– 52,0

– 47,1

Niet-relevante raming studiefinanciering

95,3

105,5

95,3

112,4

172,9

Diversen

– 41,2

– 40,0

– 3,1

19,6

19,9

 

125,8

124,5

140,1

193,0

261,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

331,4

18,3

148,7

208,8

266,5

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

33 956,9

33 994,0

34 023,9

33 711,6

33 955,8

Totaal Internationale samenwerking

69,5

67,4

67,1

67,1

67,1

Stand Voorjaarsnota 2012

34 026,4

34 061,4

34 091,0

33 778,7

34 022,9

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

1 197,6

1 267,4

1 345,3

1 415,7

1 499,5

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Raming studiefinanciering

– 3,0

– 15,7

– 25,2

– 30,0

– 33,3

Rente studiefinanciering

– 20,5

– 20,0

– 20,1

– 24,6

– 26,4

Diversen

– 4,2

– 0,9

5,4

9,6

9,2

 

– 27,7

– 36,6

– 39,9

– 45,0

– 50,5

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

6,8

0,8

0,4

0,2

0,2

Niet tot een ijklijn behorend

         

Niet-relevante raming studiefinanciering

– 28,7

– 42,0

– 54,8

– 74,6

– 93,1

 

– 21,9

– 41,2

– 54,4

– 74,4

– 92,9

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 49,5

– 77,8

– 94,3

– 119,5

– 143,4

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

1 148,0

1 189,6

1 251,0

1 296,2

1 356,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

1 148,0

1 189,6

1 251,0

1 296,2

1 356,2

Leerlingen volume referentieraming 2012

Uit de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen 2012 blijkt dat in verschillende onderwijssectoren het aantal leerlingen en studenten per saldo lager is dan de in de OCW-begroting 2012 verwerkte referentieraming leerlingen- en studentenaantallen 2011.

Raming studiefinanciering (uitgaven & niet-belastingontvangsten)

De raming voor studiefinanciering laat een meevaller zien. De meevaller komt voornamelijk voort uit minder geraamd gebruik van de aanvullende beurs, een lager geraamd bedrag aan omzettingen van prestatiebeurs in gift en een meevaller bij de WTOS.

Eindejaarsmarge

In 2011 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. Deze middelen gaan via de eindejaarsmarge over naar 2012. Vanuit het verdeelartikel 91 is 90 mln. van de doorgeschoven middelen overgeboekt naar beleidsartikelen.

Incidentele taakstelling

De openstaande incidentele taakstelling vanwege de restproblematiek van de begroting 2012 wordt budgettair gedekt.

Intertemporele compensatie cao voortgezet onderwijs (vo)

Er is voor de arbeidsvoorwaarden in het VO een liquiditeitsprobleem. Ter dekking hiervan wordt het budget van 2012 verhoogd, ten laste van 2013, in de veronderstelling dat in 2013 dekking kan plaatsvinden uit de loonbijstelling 2013. In het geval dat loonbijstelling 2013 niet beschikbaar komt, buigt OCW in 2013 56 mln. om.

Intertemporele compensatie convenanten regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten-regio's (rmc-regio’s)

Dit betreft een kasschuif om de VSV-middelen (voortijdig schoolverlaten) over de jaren heen zo te spreiden dat alle gewenste maatregelen op het gebied van VSV bekostigd kunnen worden.

Ophoging ovsk-norm & Niet-relevante ophoging ovsk-norm

Het normbedrag voor de Ov-studentenkaart is verhoogd. Het normbedrag is het bedrag dat een student moet terugbetalen voor de Ov-studentenkaart indien bijvoorbeeld geen diploma wordt behaald. De kaderrelevante middelen die hierdoor worden vrijgespeeld worden onder andere ingezet ter dekking van een intensivering op het Profileringsfonds, problematiek op Caribisch Nederland en de bijdrage aan het reddingsplan van Amarantis.

Reservering op nominaal en onvoorzien

De meevallers bij de referentieraming en studiefinanciering worden na aftrek van de incidentele taakstelling (restproblematiek begroting 2012) geboekt op het artikel Nominaal en Onvoorzien.

Loonbijstelling tranche 2012 (werkgeverslasten)

De loonbijstelling tranche 2012 is toegevoegd aan de begroting van OCW. Deze loonbijstelling bestaat alleen uit een compensatie voor sociale werkgeverslasten.

Niet-relevante raming studiefinanciering (uitgaven & niet-belastingontvangsten)

De niet-relevante uitgaven bij studiefinanciering nemen per saldo toe. Op basis van realisatiecijfers worden minder spontane aflossingen verwacht, er wordt minder aanvullende beurs toegekend en er is meer onterecht uitgekeerde studiefinanciering ontdekt.

Rente studiefinanciering

Er is een tegenvaller op de rente-inkomsten bij de studiefinanciering. De rente-inkomsten vallen met name tegen omdat er minder spontane aflossingen verwacht worden dan eerder geraamd.

Nationale schuld

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

15 636,7

20 036,3

25 310,8

27 298,7

25 619,9

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Rente kasbeheer

– 10,9

– 101,0

– 128,5

– 138,6

– 138,6

Wijziging geldmarktberoep en rente

– 783,2

– 1 649,2

– 1 711,4

– 1 574,5

– 1 562,0

Wijziging kapitaalmarktberoep en rente

– 55,0

– 171,3

– 1 227,7

– 1 532,7

– 1 789,5

 

– 849,1

– 1 921,5

– 3 067,6

– 3 245,8

– 3 490,1

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

Niet tot een ijklijn behorend

         

Mutaties rekening-courant

3 018,0

6 334,3

3 940,6

4 398,6

9 056,0

Diversen

– 36,2

0,0

0,0

0,0

0,0

 

2 981,8

6 334,3

3 940,6

4 398,6

9 056,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

2 132,6

4 412,8

873,1

1 152,8

5 566,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

17 769,3

24 449,0

26 183,9

28 451,5

31 185,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

17 769,3

24 449,0

26 183,9

28 451,5

31 185,9

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

2 185,0

1 974,7

4 219,4

3 465,2

3 641,0

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Rente kasbeheer

– 7,4

– 30,9

– 58,9

– 85,1

– 109,6

Wijziging geldmarktberoep

43,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Wijziging kapitaalmarktberoep en rente

0,0

– 86,7

– 404,3

149,7

525,5

 

35,6

– 117,6

– 463,2

64,6

415,9

Technische mutaties

         

Niet tot een ijklijn behorend

         

Leningen kasbeheer

25,3

241,6

– 60,1

– 79,9

– 97,1

Rentebaten kasbeheer

57,0

55,5

3,7

42,8

– 88,2

Diversen

10,7

– 14,5

– 14,5

– 10,4

– 10,7

 

93,0

282,6

– 70,9

– 47,5

– 196,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

128,7

165,1

– 534,2

17,2

220,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

2 313,7

2 139,8

3 685,2

3 482,4

3 861,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

2 313,7

2 139,8

3 685,2

3 482,4

3 861,0

Rentelasten kasbeheer

De raming voor rentelasten kasbeheer is aangepast, als gevolg van een wijziging van de rekenrente en veranderingen bij de aangehouden middelen.

Wijziging geldmarktberoep en rente

De geraamde rentebaten en -lasten over de vlottende schuld worden bijgesteld als gevolg van aanpassing van de korte rekenrente en wijzigingen van het verwachte beroep op de geldmarkt welke zijn gewijzigd naar aanleiding van nieuwe inzichten in het tekort.

Wijziging kapitaalmarktberoep en rente

Gewijzigde inzichten in de ontwikkeling van het tekort alsmede de veronderstelde lange rente leiden tot aanpassingen in de rentebaten en rentelasten op de vaste schuld.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

Een daling van het rekening-courantsaldo van een deelnemer aan het schatkistbankieren telt als uitgave voor de Staat. De verhoging van het rekening-courantsaldi wordt grotendeels veroorzaakt door ontwikkelingen bij sociale fondsen.

Rentebaten kasbeheer

De raming voor rentebaten kasbeheer is aangepast als gevolg van een wijziging van de rekenrente en een aanpassing van de verstrekte middelen.

Leningen Kasbeheer

Zowel aan baten- lastendiensten als aan rechtspersonen met wettelijke taak zijn meer leningen verstrekt.

Diversen

De raming voor geldmarktberoep en de rekenrente is aangepast.

Financiën

IXB FINANCIËN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

10 612,1

9 932,2

9 395,9

9 160,7

8 922,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

ABP-premie

18,8

18,8

0,0

0,0

0,0

Kasschuif apparaat

– 20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Uitvoeringskosten fiscale wetten regelgeving

18,4

8,5

8,4

8,4

8,4

Diversen

27,7

13,4

14,0

6,2

4,9

 

44,9

40,7

22,4

14,6

13,3

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Heffings- en invorderingsrente

– 250,0

– 250,0

– 250,0

– 250,0

– 250,0

Diversen

38,8

44,3

42,6

42,2

42,6

Niet tot een ijklijn behorend

         

Btw compensatie Fries-Groningse kanalen

– 54,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Funding fee IABF

240,0

28,0

54,0

74,0

62,0

Kapitaalstorting ESM

1 829,4

914,2

– 0,5

– 915,2

– 915,2

Lening Griekenland

– 1 086,5

– 175,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

17,0

14,0

13,0

21,3

21,3

 

734,1

575,5

– 140,9

– 1 027,7

– 1 039,3

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

779,1

616,3

– 118,4

– 1 013,1

– 1 026,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

11 391,2

10 548,5

9 277,5

8 147,5

7 896,0

Totaal Internationale samenwerking

160,9

35,5

262,4

352,0

355,8

Stand Voorjaarsnota 2012

11 552,1

10 584,0

9 539,9

8 499,5

8 251,8

IXB FINANCIËN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

9 689,8

4 936,2

4 663,6

4 643,8

4 245,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Dividend staatsdeelnemingen

13,4

12,5

150,1

197,5

77,9

Incidentele boedelontvangsten BNA

25,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Vrijval Seno-gom

207,7

34,5

29,8

14,0

12,5

Winstafdracht DNB

91,0

– 190,0

– 212,0

– 117,0

– 143,0

Diversen

6,6

– 10,2

– 10,1

– 0,1

0,0

 

343,7

– 153,2

– 42,2

94,4

– 52,6

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Heffings-en invorderingsrente

– 250,0

– 250,0

– 250,0

– 250,0

– 250,0

Winstafdracht DNB

500,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

13,6

10,0

10,0

10,0

10,0

Niet tot een ijklijn behorend

         

Aflossing lening Griekenland

0,0

0,0

– 42,0

– 318,0

– 669,0

Dividend ASR

71,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Portefeuille ontvangsten IABF

201,0

10,0

36,0

59,0

49,0

Renteontvangsten Griekenland

– 112,0

– 146,0

– 174,0

– 170,0

– 141,0

Winstafdracht DNB

280,0

287,0

172,0

118,0

90,0

Diversen

20,0

12,4

12,4

16,0

14,0

 

723,6

– 76,6

– 235,6

– 535,0

– 897,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

1 067,3

– 229,8

– 277,8

– 440,6

– 949,6

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

10 757,1

4 706,4

4 385,8

4 203,2

3 295,4

Totaal Internationale samenwerking

8,3

7,8

3,7

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

10 765,4

4 714,2

4 389,5

4 203,2

3 295,4

ABP-premie

Een van de maatregelen om het herstel van de financiële positie van ABP te bevorderen is de verhoging van de tijdelijke opslag op de pensioenpremie. ABP heeft besloten de premieopslag in 2012 en 2013 van 1% naar 3% te verhogen, 70% van de pensioenpremie wordt betaald door de werkgever. Voor het Ministerie van Financiën resulteert dit in een netto-effect van 18,8 mln. per jaar.

Kasschuif apparaat

Een gedeelte van de uitgaven aan vervoerskosten (17 mln.) en administratieve personeelszaken-diensten (3 mln.) vond plaats in 2011 ipv in 2012.

Uitvoeringskosten fiscale wet- en regelgeving

De uitvoeringskosten vloeien voort uit maatregelen die in het Belastingplan 2012 en in de Overige Fiscale Maatregelen 2012 zijn opgenomen.

Heffings- en invorderingsrente (HIR)

De huidige ramingen van de uitgaven en ontvangsten zijn nog gebaseerd op hogere HIR-rentes en realisaties uit het verleden. De realisaties in 2011 zijn aanzienlijk lager dan de ramingen voor 2012. De verwachting is dat de huidige lage rente, net als in 2011, de komende tijd blijft doorwerken. Zowel de uitgaven- als de ontvangstenraming wordt structureel met 250 mln. neerwaarts bijgesteld.

BTW compensatie Fries-Groningse Kanalen

Het eigendom van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl gaat over van de provincies Friesland en Groningen naar het Rijk. Als afronding van dit deel van het convenant moet BTW aan het BTW Compensatiefonds (BCF) worden onttrokken en aan de IenM-begroting worden toegevoegd. Bij de uitname BTW uit het BTW-compensatiefonds (BCF) wordt hetzelfde rentepercentage gehanteerd voor de schatkist als reeds voor de provincie is gehanteerd (4,5%).

Funding fee Illiquid Asset Back-up Faciliteit (IABF)

Door een daling van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro) zijn de ramingen voor de ontvangsten en uitgaven opwaarts bijgesteld.

Kapitaalstorting Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)

Een deel van het kapitaal ten behoeve van het ESM zal eerder gestort worden. Er vindt een verschuiving plaats van 2016 en 2017 naar 2012 van 1,8 mld. Ook zullen in 2013 twee tranches gestort worden voor in totaal 1,8 mld. Bij de ramingen in de Voorjaarsnota 2011 is uitgegaan van het afgeronde aandeelpercentage van Nederland in het ESM. Voor de jaren 2013 tot en met 2015 vindt een kleine mutatie plaats op basis van het precieze aandeel van Nederland van 5,717% conform het definitieve ESM verdrag.

Lening Griekenland

Nieuwe leningen aan Griekenland zullen allemaal door het EFSF uitgekeerd worden. De geraamde uitgaven van de bilaterale leningen komen hiermee te vervallen.

Dividend staatsdeelnemingen

Bij de te ontvangen dividenden van de staatsdeelnemingen doen zich meerjarig meevallers voor. Deze meevallers worden voornamelijk veroorzaakt door Tennet, UCN en de NS.

Incidentele boedelontvangsten Bank Nederlandse Antillen (BNA)

Bij de staatkundige hervormingen is afgesproken dat Nederland uit de boedel van de BNA het deel dat toebedeeld is aan Caribisch Nederland (25 mln.) zou ontvangen. De verwachte ontvangst is niet meer in 2011 ontvangen maar schuift naar verwachting door naar 2012.

Vrijval Seno-Gom reserve

De zogeheten seno-gom portefeuille (onderdeel EKV) wordt afbeheerd en in dat kader vindt er een meerjarige vrijval plaats uit de reserve. Met de geraamde meerjarige vrijval wordt de reserve afgebouwd tot 37,9 mln., welke gereserveerd blijft voor eventuele schades die nog voortkomen uit de seno-gom portefeuille.

Winstafdracht DNB (Rijksbegroting in enge zin)

De winstafdracht DNB laat een meevaller zien in 2012 en tegenvallers in 2013–2017. Dalende inkomsten – voornamelijk vanwege de lage lange rente – liggen hieraan ten grondslag.

Winstafdracht DNB (technische mutaties)

Deze mutatie betreft een kadercorrectie voor de winstafdracht van DNB. Deze correctie hangt samen met de kadercorrectie in 2011 zoals omschreven in het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2011.

Aflossing lening Griekenland

De looptijd van de bilaterale lening aan Griekenland zijn verlengd. Hierdoor vinden de aflossingen op een later moment plaats.

Dividend ASR

ASR heeft in 2012 over boekjaar 2011 een dividend van 71 mln. uitgekeerd.

Portefeuilleontvangsten IABF

De waarde van de IABF-portefeuille luidt oorspronkelijk in dollars. Door een daling van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro) zijn de ramingen voor de ontvangsten en uitgaven (in euro) opwaarts bijgesteld.

Renteontvangsten Griekenland

De renteontvangsten zijn naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling wordt veroorzaakt door een lagere renteopslag, minder bilaterale leningen, een aanpassing van de renteraming aan de CEP-cijfers.

Winstafdracht DNB (niet tot ijklijn behorend)

De raming van de winstafdracht DNB – het gedeelte dat niet behoort tot de ijklijn – bestaat uit drie componenten: i) de vermogenswinsten ii) de SMP winsten en iii) de rente-inkomsten uit hoofde van de investeringsportefeuille. Ondanks dat de renteverlaging op de bilaterale leningen betrekking heeft op een langere periode, zijn de SMP-winsten in zijn totaliteit bezien voldoende om de renteverlaging te dekken. De winstafdracht ten aanzien van SMP is crisisgerelateerd. De te ontvangen rente-inkomsten uit de investeringsportefeuille worden doorgegeven aan Griekenland (uitgavenmutatie is zichtbaar op begrotingsartikel 4). De raming ten behoeve van de investeringsportefeuille betreft het disagio op de investeringsportefeuille.

PM: toelichting wordt nog geüpdate voor punt mbt EMU-saldo.

Defensie

X DEFENSIE: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

7 655,0

7 517,7

7 568,8

7 492,6

7 484,2

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Bijdrage Buza bescherming ambassade door BSB

16,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstelling pensioenen

– 50,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Definitieve ejm

186,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Doorwerking ontvangsten

66,0

33,8

0,0

0,0

0,0

Diversen

7,3

7,3

7,3

7,3

7,3

 

225,5

41,1

7,3

7,3

7,3

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

– 11,2

15,1

14,2

14,4

15,1

Niet tot een ijklijn behorend

         

Diversen

0,5

0,4

0,4

0,4

0,4

 

– 10,7

15,5

14,6

14,8

15,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

214,9

56,6

22,0

22,1

22,9

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

7 869,9

7 574,3

7 590,7

7 514,8

7 507,0

Totaal Internationale samenwerking

238,4

212,6

210,9

209,2

209,2

Stand Voorjaarsnota 2012

8 108,3

7 786,9

7 801,6

7 724,0

7 716,2

X DEFENSIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

339,7

321,4

335,9

295,2

253,4

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Bijstelling ontvangsten

66,0

33,8

0,0

0,0

0,0

Diversen

6,7

6,7

6,7

6,7

6,7

 

72,7

40,5

6,7

6,7

6,7

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

72,7

40,5

6,7

6,7

6,7

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

412,4

361,9

342,6

301,9

260,1

Totaal Internationale samenwerking

1,4

1,4

1,4

1,4

1,4

Stand Voorjaarsnota 2012

413,8

363,3

344,0

303,3

261,5

Bijdrage Buza bescherming ambassade door BSB

Dit betreft een overheveling van budget door het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de uitvoering van de bescherming van ambassadepersoneel (16,1 mln.).

Bijstelling pensioenen

De raming voor pensioenen is met de najaarsnota 2011 bijgesteld op basis van het realisatiebeeld, waarbij een eerder in 2012 geplande betaling in 2011 gerealiseerd is. Hierdoor wordt het budget voor 2012 verminderd.

Definitieve Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge wordt conform de reguliere eindejaarssystematiek aan de begroting van Defensie toegevoegd (186,1 mln.). De eindejaarsmarge van Defensie is inclusief het bedrag van 107,2 mln. voor de schadeloosstelling van de veteranen, die uit de vrijval HGIS met de najaarsnota 2011 is toegevoegd aan de begroting van Defensie.

Doorwerking ontvangsten

De uitgavenbegroting wordt (voornamelijk bij Commando DienstenCentra) opgehoogd als gevolg van hogere ontvangsten. Deze worden bij de niet-belasting ontvangsten toegelicht.

Bijstelling ontvangsten

Het betreft een bijstelling als gevolg van vertraagde verkoopopbrengsten voor afstotingprojecten van onroerende zaken (o.a. de complexen Hogeweg en Kanaalweg) in 2011 (24,6 mln.) en de opbrengst van de verkoop van de Knoopkazerne (20,0 mln.). Daarnaast betreft het ontvangsten bij de bedrijven van CDC voor onder meer bewakingsdiensten, vergoeding voor verstrekking geneeskundig materieel en geleverde diensten voor transportcapaciteit. De hogere ontvangsten bij de Bestuursstaf komen door de BTW-teruggave op de NAVO projecten (10,4 mln.).

Infrastructuur en Milieu

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

10 682,8

10 432,0

10 540,8

9 401,5

10 025,4

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

A15 Maasvlakte Vaanplein

– 178,6

– 179,3

45,5

225,1

22,5

Eindejaarsmarge

35,5

0,0

0,0

0,0

0,0

HSA

– 12,8

12,2

27,2

27,2

17,2

Masterplan kantoorhuisvesting Den Haag

– 1,6

– 1,7

– 1,8

– 1,7

16,8

Diversen

– 1,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 158,5

– 168,8

70,9

250,6

56,5

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Btw hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl

54,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

– 22,4

– 2,1

– 0,3

3,8

6,0

 

32,2

– 2,1

– 0,3

3,8

6,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 126,3

– 170,9

70,6

254,4

62,5

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

10 556,6

10 261,1

10 611,4

9 655,8

10 087,9

Totaal Internationale samenwerking

124,3

52,7

24,0

19,8

19,5

Stand Voorjaarsnota 2012

10 680,8

10 313,8

10 635,4

9 675,6

10 107,4

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

57,3

759,4

759,4

738,3

715,7

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

– 0,9

– 0,9

– 0,9

– 0,9

– 0,9

Niet tot een ijklijn behorend

         

Correctie ontvangsten CO2-raming

16,0

– 580,0

– 500,0

– 500,0

– 500,0

 

15,1

– 580,9

– 500,9

– 500,9

– 500,9

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

15,1

– 580,9

– 500,9

– 500,9

– 500,9

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

72,4

178,5

258,5

237,4

214,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

72,4

178,5

258,5

237,4

214,9

A15 Maasvlakte Vaanplein

Het in het Infrastructuurfonds geraamde aanlegbudget voor het project A15 Maasvlakte Vaanplein wordt omgezet in een meerjarig budget voor de beschikbaarheidsvergoeding.

Eindejaarsmarge

In 2011 heeft IenM niet het volledige budget uitgeput. Bij voorjaarsnota wordt uit hoofde van de eindejaarsmarge 35 mln. aan de begroting van IenM toegevoegd.

HSA

Bij voorjaarsnota 2011 was op de aanvullende post een voorziening getroffen van 375 mln. voor het oplossen van de High Speed Alliance (HSA) problematiek. Hiervan was voor de periode 2012–2024 een bedrag van 209 mln. gereserveerd als bijdrage aan IenM. Nu er een akkoord is over de HSA-problematiek (onderhandelakkoord IenM-NS, 21-10-2011) is dit bedrag overgeboekt naar hoofdstuk XII (IenM).

Masterplan kantoorhuisvesting

Het krimpen en samengaan van de kantoorhuisvesting van de Rijksdienst in Den Haag leidt tot afstoot van panden. Het boekverlies dat bij enkele departementen optreedt wordt gecompenseerd door de overige departementen.

BTW hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl

Het eigendom van de hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl gaat over van de provincies Friesland en Groningen naar het Rijk. Als afronding van dit deel van het convenant moet BTW aan het BTW Compensatiefonds (BCF) worden onttrokken en aan de IenM-begroting worden toegevoegd.

Correctie ontvangsten CO2-raming

De marktprijs van CO2-rechten binnen het ETS (Europese emissiehandelssysteem) is gehalveerd. Hierom worden de ontvangsten uit de veiling van de CO2-rechten bijgesteld.

Economische Zaken Landbouw en Innovatie

XIII ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

5 174,1

4 920,8

4 591,5

4 457,2

4 292,8

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Aanpassing raming BMKB

40,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Eindejaarsmarge

15,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Kredietregeling innovatiesubsidie samenwerkingsprojecten

14,6

17,4

20,3

20,3

20,3

Meevallers MEP/SDE

– 56,8

0,0

0,0

0,0

– 12,3

Radioactief materiaal ECN

25,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

37,5

0,0

– 0,3

– 0,5

– 1,3

 

75,4

17,4

20,0

19,8

6,7

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

26,8

18,2

12,6

13,5

6,2

Niet tot een ijklijn behorend

         

Diversen

– 3,2

– 17,4

– 20,3

– 20,3

– 20,3

 

23,6

0,8

– 7,7

– 6,8

– 14,1

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

99,0

18,2

12,3

13,0

– 7,4

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

5 273,1

4 939,0

4 603,8

4 470,2

4 285,4

Totaal Internationale samenwerking

204,0

178,7

135,5

116,3

112,0

Stand Voorjaarsnota 2012

5 477,1

5 117,7

4 739,4

4 586,5

4 397,4

XIII ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

12 920,8

11 649,8

10 131,4

9 838,9

9 726,8

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

7,2

1,1

0,7

0,6

0,6

Niet tot een ijklijn behorend

         

Aardgasbaten

– 350,0

1 450,0

2 450,0

2 350,0

1 850,0

Diversen

– 3,4

16,6

16,6

16,6

12,1

 

– 346,2

1 467,7

2 467,3

2 367,2

1 862,7

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 346,2

1 467,7

2 467,3

2 367,2

1 862,7

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

12 574,6

13 117,5

12 598,6

12 206,1

11 589,5

Totaal Internationale samenwerking

8,5

14,3

9,3

5,2

1,8

Stand Voorjaarsnota 2012

12 583,0

13 131,8

12 608,0

12 211,3

11 591,3

Aanpassing raming BMKB

De raming voor schade-uitgaven van BMKB wordt, omdat als gevolg van het economische klimaat ook in 2012 meer schadedeclaraties worden verwacht dan geraamd, met 40 mln. verhoogd.

Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge wordt ingezet voor overlopende verplichtingen voor de Pilot Facility Delft (7 mln.) en voor het Nota-Ruimte project Zuidas Haarlemmermeer (8,1 mln.). De Pilot Facility Delft is een samenwerkingsverband tussen DSM, Purac en TU Delft. In deze faciliteit kunnen ondernemingen en organisaties proeven uitvoeren met de productie van biogebaseerde grondstoffen, die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden bij de fabricage van biobrandstoffen.

Het project Zuidas Haarlemmermeer betreft een voormalig FES-project voor realisatie groene ruimte ten behoeve van recreatiemogelijkheden. Dit kon niet worden uitgevoerd in verband met een kabinetsbesluit omtrent de hoogspanningsleiding die door dat gebied komt. EL&I zoekt samen met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de regio naar een alternatief.

Kredietregeling Innovatiesubsidie Samenwerkingsprojecten

De resterende uitgavenraming uit de Innovatiesubsidie Samenwerkingsprojecten wordt onder het uitgavenkader gebracht.

Meevallers MEP/SDE

De betalingen in 2012 op lopende beschikkingen voor de MEP/SDE-regeling vallen lager uit dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door het niet tot betaling komen van subsidieprojecten omdat deze geen doorgang vinden en vertraging in de oplevering van SDE-projecten waardoor de uitfinanciering voor een deel zal verschuiven van de jaren 2012–2017 naar de jaren 2018–2031.

Radioactief materiaal ECN

Door een toename van de kosten voor het ruimen van het historisch radioactief materiaal op het terrein van ECN in Petten is een verhoging van de betreffende voorziening met 25 mln. benodigd.

Diversen

EL&I kent diverse uitvoeringsproblematiek waaronder uitvoeringskosten voor het CBS (2 mln.) en de nVWA (2 mln.), hogere uitvoeringskosten voor landbouw- en visserijregelingen dan voorzien in de begroting voor Dienst Regelingen (14 mln.) en de hogere werkgeverslasten voor pensioenkosten (11 mln.).

Aardgasbaten

De aardgasbatenraming is van 2013 meerjarig opwaarts bijgesteld. De belangrijkste reden van de bijstelling is dat het CPB de olieprijs opwaarts heeft bijgesteld. Voor 2012 is de raming neerwaarts bijgesteld vanwege een combinatie van een lagere productie en een lagere wisselkoers.

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

31 065,3

31 397,5

31 678,4

32 166,4

32 633,5

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

Sociale zekerheid

         

AIO

– 15,1

– 15,1

– 15,3

– 15,5

– 16,2

Basisdienstverlening UWV

2,9

6,9

12,5

16,4

16,4

Bijstand

442,9

881,2

1 010,5

846,2

746,3

Kinderopvangtoeslag

– 7,6

– 30,8

– 58,0

– 88,4

– 144,6

Toeslagenwet

18,0

24,3

23,8

15,8

9,4

Wajong

– 26,3

– 27,0

– 25,7

– 26,0

– 26,3

Diversen

11,7

18,2

13,0

9,8

4,3

 

427,2

858,4

961,5

759,0

590,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Masterplan kantoorhuisvesting

– 0,6

0,0

38,6

– 0,5

– 0,9

Diversen

5,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Sociale zekerheid

         

Compenserende kasschuif WW uitvoeringskosten

– 29,9

1,9

28,0

0,0

0,0

Eindejaarsmarge

23,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Herijking verdeelmodel UWV

42,1

34,8

10,6

30,4

39,5

Inzet eindejaarsmarge

– 17,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Uitstel wetsvoorstel fraude

16,3

16,2

0,0

0,0

0,0

Diversen

34,2

0,6

– 1,3

– 2,2

– 2,8

 

73,4

53,5

75,9

27,7

35,8

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

16,0

5,2

5,7

7,5

8,2

Sociale zekerheid

         

Loonbijstelling tranche 2012

40,3

38,4

36,6

35,6

36,0

Diversen

2,3

– 9,7

– 10,0

– 10,5

– 9,9

Niet tot een ijklijn behorend

         

Rijksbijdrage ouderdomsfonds

417,8

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

– 6,9

2,9

4,8

6,3

7,7

 

469,5

36,8

37,1

38,9

42,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

970,0

948,8

1 074,5

825,8

668,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

32 035,2

32 346,2

32 752,9

32 992,2

33 301,4

Totaal Internationale samenwerking

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

Stand Voorjaarsnota 2012

32 036,0

32 347,0

32 753,6

32 993,0

33 302,2

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

1 847,5

1 707,7

1 634,8

1 655,6

1 675,5

Mee- en tegenvallers

         

Sociale zekerheid

         

Kinderopvangtoeslag

47,1

5,5

– 12,9

– 44,6

– 59,3

 

47,1

5,5

– 12,9

– 44,6

– 59,3

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

2,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Sociale zekerheid

         

Diversen

– 1,5

– 2,5

– 0,7

– 0,1

– 0,2

 

1,1

– 2,5

– 0,7

– 0,1

– 0,2

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

8,5

0,0

0,0

0,0

0,0

 

8,5

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

56,7

2,9

– 13,6

– 44,7

– 59,5

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

1 904,2

1 710,6

1 621,2

1 610,8

1 616,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

1 904,2

1 710,6

1 621,2

1 610,8

1 616,0

AIO

De realisatiecijfers 2011 van de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen lieten lagere uitkeringslasten zien dan eerder geraamd. Dit werkt door in de raming voor de periode 2012–2017.

Basisdienstverlening UWV

Door de maatregelen uit regeerakkoord groeit de werkloze beroepsbevolking. Dit leidt tot meer uitkeringsaanvragen bij de WW. Hierdoor stijgen de uitvoeringskosten bij de basisdienstverlening van het UWV. Dit effect was eerder nog niet meegenomen.

Bijstand

De ramingen van het CPB bevatten een nieuwe prognose van de werkloze beroepsbevolking. De raming van de bijstand is hierop aangepast.

Kinderopvangtoeslag (uitgaven en ontvangsten)

De uitgaven van de kinderopvangtoeslag worden naar beneden bijgesteld. Dit is het saldo van een neerwaartse bijstelling van de nabetalingen en een opwaartse bijstelling als gevolg van de meerjarige doorwerking van de uitgavenoverschrijding in 2011. De nabetalingen vallen lager uit door de ombuigingsmaatregelen op de kinderopvang.

De terugontvangsten stijgen in 2012 en 2013 en dalen vanaf 2014. Dit wordt veroorzaakt door twee tegengestelde bewegingen. De terugontvangsten stijgen door verbeterde controles en snellere inning. De terugontvangsten dalen als gevolg van de ombuigingsmaatregelen op de kinderopvang. Het effect van de ombuigingsmaatregelen op de terugontvangsten is gelijk aan dat op de nabetalingen en heeft daardoor geen structureel effect op het saldo.

Toeslagenwet

De toeslagenwet beweegt mee met de moederregelingen. De stijging wordt voornamelijk verklaard door het hogere aantal WW uitkeringen door de tegenvallende economische ontwikkeling.

Wajong

De meevaller bij de Wajong wordt voornamelijk veroorzaakt door de wijzigingen van dit kabinet in de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (ZVW), waardoor de bijdrage ZVW per Wajonger afneemt.

Masterplan kantoorhuisvesting

Het krimpen en samengaan van de kantoorhuisvesting van de Rijksdienst in Den Haag leidt tot afstoot van panden. Het boekverlies dat bij enkele departementen optreedt wordt gecompenseerd door de overige departementen.

Compenserende kasschuif WW uitvoeringskosten

De tegenvallende WW-ontwikkeling leidt tot hogere uitvoeringskosten bij het UWV in 2012. Daarom worden uitvoeringskosten uit 2013 en 2014 naar voren geschoven (premiegefinancierd; hier niet zichtbaar). Om dit voor het hele SZA-kader budgettair neutraal te laten verlopen, worden elders op de begroting, voornamelijk vanaf het artikel nominaal en onvoorzien, uitgaven naar achteren geschoven. Deze compenserende kasschuif wordt hier zichtbaar.

Eindejaarsmarge

Dit betreft de overheveling van eindejaarsmarge naar de begroting van SZW.

Herijking verdeelmodel UWV

Door een herijking van het verdeelmodel van uitvoeringskosten van het UWV, heeft een verschuiving van geraamde uitvoeringskosten plaatsgevonden van premiegefinancierde regelingen naar begrotingsgefinancierde regelingen. Per saldo is de herijking budgettair neutraal; een tegengestelde mutatie doet zich voor bij de premiegefinancierde regelingen.

Inzet eindejaarsmarge

Een deel van de uitgekeerde eindejaarsmarge wordt ingezet ter dekking van SZA-problematiek.

Loonbijstelling tranche 2012

Dit betreft de uitkering van de loonbijstelling 2012 naar de begroting van SZW. Het betreft een vergoeding voor de gestegen sociale lasten van de werkgever.

Rijksbijdrage vermogenstekort ouderdomsfonds

De raming van de premie-inkomsten in het ouderdomsfonds is neerwaarts bijgesteld op basis van cijfers uit het Centraal Economisch Plan van het CPB. Hierdoor wordt de benodigde rijksbijdrage om het vermogenstekort aan te vullen groter.

Sociale Zekerheid

SOCIALE ZEKERHEID: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012

70 754,5

72 755,2

75 077,8

77 479,0

80 025,0

Mee- en tegenvallers

         

Sociale zekerheid

         

Bijstand

442,9

881,2

1 010,5

846,2

746,3

IVA

– 76,3

– 114,9

– 169,2

– 229,9

– 268,5

Kinderopvangtoeslag

– 7,6

– 30,8

– 58,0

– 88,4

– 144,6

Nominale ontwikkeling

– 89,3

– 927,9

– 1 436,7

– 1 608,8

– 1 820,3

Wajong

– 26,3

– 27,0

– 25,7

– 26,0

– 26,3

WAO

101,2

112,7

124,3

129,4

127,3

WGA

26,4

75,7

154,7

236,6

303,3

WW

1 092,2

1 297,6

1 108,6

894,5

523,7

WW uitvoeringskosten

0,0

171,4

149,1

84,2

70,4

Diversen

3,9

23,4

27,3

25,9

9,1

 

1 467,1

1 461,4

884,9

263,7

– 479,6

Beleidsmatige mutaties

         

Sociale zekerheid

         

Compenserende kasschuif WW uitvoeringskosten

– 50,0

22,0

28,0

0,0

0,0

Kasschuif WW uitvoeringskosten

50,0

– 22,0

– 28,0

0,0

0,0

Nullijn 2012

– 93,7

– 90,1

– 87,3

– 86,6

– 89,4

Nullijn UWV en SVB

– 18,1

– 34,0

– 33,1

– 32,7

– 33,3

Uitstel wetsvoorstel fraude

33,5

33,7

0,0

0,0

0,0

Diversen

26,5

1,4

21,4

6,7

– 11,9

 

– 51,8

– 89,0

– 99,0

– 112,6

– 134,6

Technische mutaties

         

Sociale zekerheid

         

Bruteringseffecten

53,6

187,6

136,9

112,4

134,7

Diversen

2,3

– 9,7

– 10,0

– 10,5

– 9,9

 

55,9

177,9

126,9

101,9

124,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

1 471,3

1 550,2

912,8

253,0

– 489,4

Stand Voorjaarsnota 2012

72 225,8

74 305,3

75 990,6

77 732,0

79 535,7

SOCIALE ZEKERHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012

1 079,6

933,1

943,2

1 040,3

1 051,1

Mee- en tegenvallers

         

Sociale zekerheid

         

Kinderopvangtoeslag

47,1

5,5

– 12,9

– 44,6

– 59,3

Nominale ontwikkeling

– 3,7

– 10,5

– 17,7

– 23,7

– 27,0

 

43,4

– 5,0

– 30,6

– 68,3

– 86,3

Beleidsmatige mutaties

         

Sociale zekerheid

         

Diversen

– 1,5

– 2,5

– 0,7

– 0,1

– 0,2

 

– 1,5

– 2,5

– 0,7

– 0,1

– 0,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

42,0

– 7,6

– 31,3

– 68,4

– 86,5

Stand Voorjaarsnota 2012

1 121,6

925,5

911,9

971,9

964,6

Bijstand

De ramingen van het CPB uit het Centraal Economisch Plan (CEP) 2012 bevatten een nieuwe prognose van de werkloze beroepsbevolking. De raming van de bijstand is hierop aangepast.

IVA

De doorstroomkans van WGA naar IVA wordt lager geraamd op basis van nieuwe realisatiecijfers. Hierdoor valt het aantal IVA uitkeringen lager uit. Dit leidt tot een meevaller op de uitkeringslasten.

Kinderopvangtoeslag (uitgaven en ontvangsten)

De uitgaven van de kinderopvangtoeslag worden naar beneden bijgesteld. Dit is het saldo van een neerwaartse bijstelling van de nabetalingen en een opwaartse bijstelling als gevolg van de meerjarige doorwerking van de uitgavenoverschrijding in 2011. De nabetalingen vallen lager uit door de ombuigingsmaatregelen op de kinderopvang.

De terugontvangsten stijgen in 2012 en 2013 en dalen vanaf 2014. Dit wordt veroorzaakt door twee tegengestelde bewegingen. De terugontvangsten stijgen door verbeterde controles en snellere inning. De terugontvangsten dalen als gevolg van de ombuigingsmaatregelen op de kinderopvang. Het effect van de ombuigingsmaatregelen op de terugontvangsten is gelijk aan dat op de nabetalingen en heeft daardoor geen structureel effect op het saldo.

Nominale ontwikkeling

De mutatie betreft een aanpassing in de geraamde nominale ontwikkeling binnen het SZA-kader als gevolg van CPB-ramingen van loon-prijsontwikkeling en als gevolg van mutaties in uitgavenramingen binnen de Sociale Zekerheid.

Wajong

De meevaller bij de Wajong wordt voornamelijk veroorzaakt door de wijzigingen van dit kabinet in de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (ZVW), waardoor de bijdrage ZVW per Wajonger afneemt.

WAO

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV is het aantal WAO-uitkeringen meerjarig naar boven bijgesteld. De doorstroomkans van WAO volledig arbeidsongeschikt naar WAO gedeeltelijk arbeidsongeschikt blijkt lager dan geraamd. Hiermee neemt ook de uitstroomkans af. Als gevolg daarvan wordt uitgegaan van een hoger volume in de WAO.

WGA

Meerjarig neemt het aantal WGA-uitkeringen toe als gevolg van een stijgende instroom.

WW

De ramingen van het CPB in het CEP bevatten een nieuwe prognose van de werkloze beroepsbevolking. De raming van de WW is hierop aangepast.

WW uitvoeringskosten

Het UWV wordt bij een toenemende werkloze beroepsbevolking gecompenseerd voor hogere WW-uitvoeringskosten. Voor het lopende jaar vindt zoals gebruikelijk geen compensatie plaats.

Compenserende kasschuif WW uitvoeringskosten

De tegenvallende WW-ontwikkeling leidt tot hogere uitvoeringskosten bij het UWV in 2012. Daarom worden uitvoeringskosten uit 2013 en 2014 naar voren geschoven. Om dit voor het hele SZA-kader budgettair neutraal te laten verlopen, worden elders op de begroting (voornamelijk vanaf het artikel nominaal en onvoorzien) uitgaven naar achteren geschoven. Deze compenserende kasschuif wordt hier zichtbaar.

Kasschuif WW uitvoeringskosten

De tegenvallende WW-ontwikkeling leidt tot hogere uitvoeringskosten bij het UWV in 2012. Daarom worden uitvoeringskosten uit 2013 en 2014 naar voren geschoven.

Nullijn UWV en SVB

Er vindt gedurende twee jaar geen indexatie voor contractloonstijging plaats van de uitvoeringskosten van het UWV en de SVB. De hiervoor gereserveerde nominale ontwikkeling valt daardoor vrij.

Uitstel wetsvoorstel fraude

Door het uitstellen van de invoering van het wetsvoorstel aanpak fraude, doet zich in 2012 en 2013 een incidenteel besparingsverlies voor.

Bruteringseffecten

Diverse uitkeringen zijn netto gekoppeld aan het netto minimum loon, maar kennen een ander bruto-netto traject dan het minimumloon. Wijzigingen in het bruto-netto traject van het minimumloon leiden tot aanpassing van het netto minimumloon. De uitkeringen die netto zijn gekoppeld worden evenredig aangepast, maar door het andere bruto-netto traject kan de bruto uitkering een afwijkende ontwikkeling vertonen dan die van het bruto minimumloon. Het effect hiervan op de uitkeringslasten wordt het bruteringseffect genoemd. Het uitgavenkader wordt voor dit effect gecorrigeerd.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

17 558,2

16 963,4

17 215,2

16 917,3

17 192,9

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Aanpassen taakstellende onderuitputting

3,0

– 21,7

– 9,8

– 0,5

– 0,5

Ruimte artikel 99

– 1,1

– 0,1

– 1,1

– 14,6

– 24,2

Diversen

59,4

37,1

28,6

32,6

41,4

Zorg

         

Zorguitgaven Caribisch Nederland

23,6

28,5

33,0

33,5

38,9

Diversen

3,3

0,6

0,6

0,6

0,4

 

88,2

44,4

51,3

51,6

56,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

– 15,9

19,0

14,2

14,3

15,3

Zorg

         

Diversen

9,2

9,9

10,4

10,8

10,9

Niet tot een ijklijn behorend

         

Bijstelling bikk

– 13,3

– 2 058,5

– 2 157,0

– 2 196,3

– 2 269,9

Bijstelling zorgtoeslag

280,0

7,3

– 412,0

– 337,1

0,0

Diversen

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

 

260,1

– 2 022,2

– 2 544,3

– 2 508,2

– 2 243,6

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

348,2

– 1 977,8

– 2 493,0

– 2 456,6

– 2 187,6

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

17 906,5

14 985,6

14 722,2

14 460,7

15 005,4

Totaal Internationale samenwerking

6,7

5,9

5,2

4,8

4,8

Stand Voorjaarsnota 2012

17 913,2

14 991,4

14 727,5

14 465,5

15 010,2

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

45,8

50,3

43,3

106,3

106,2

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Opbrengsten wanbetalers en onverzekerden

23,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

10,2

8,7

8,7

8,7

8,7

 

33,2

8,7

8,7

8,7

8,7

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

17,2

4,5

0,0

0,0

0,0

 

17,2

4,5

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

50,4

13,2

8,7

8,7

8,7

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

96,3

63,5

52,0

115,0

114,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

96,3

63,5

52,0

115,0

114,9

Aanpassen taakstellende onderuitputting

Om tot een sluitend beeld te komen past VWS de taakstellende onderuitputting aan.

Ruimte artikel 99

Op artikel 99 resteert na afgelopen jaar nog ruimte.

Diversen (Rbg-eng, beleidsmatige mutaties)

Dit is de optelsom van diverse mutaties, waaronder de indexering van wetten en regelingen voor oorlogsgetroffenen vanaf 2012, de indexering van de pleegvergoeding vanaf 2012, de OVA academische ziekenhuizen en de loon- en prijsbijstelling voor het kader Rbg-eng.

Zorguitgaven Caribisch Nederland

Nieuwe inzichten over het zorggebruik op Caribisch Nederland sinds de inwerkingtreding van het besluit Zorgverzekering BES (2011) leiden tot een bijstelling van de raming van zorguitgaven aldaar.

Diversen (zorg, beleidsmatige mutaties)

Op het begrotingsgefinancierde deel van het BKZ is sprake van een tekort bij de prijsbijstelling.

Diversen (Rbg-eng, technische mutaties)

Dit is een optelsom van overboekingen, desalderingen en de loonbijstelling kader Rbg-eng tranche 2012.

Diversen (Zorg, technische mutaties)

Dit betreft de loonbijstelling tranche 2012 voor het begrotingsgefinancierde deel van het BKZ.

Bijstelling BIKK

Dit is de bijstelling Bijdrage in Kosten van Kortingen (BIKK) naar aanleiding van de actuele ramingen van het Centraal Planbureau.

Bijstelling zorgtoeslag

Dit is de bijstelling van de uitgavenraming zorgtoeslag naar aanleiding van actuele ramingen van het Centraal Planbureau.

Diversen (technische mutaties, niet tot een ijklijn behorend)

Dit betreft de loonbijstelling tranche 2012 voor het kader N.

Opbrengsten wanbetalers en onverzekerden

Dit betreft ruimte als gevolg van de aanpak wanbetalers en onverzekerden.

Diversen (ontvangsten, beleidsmatige mutaties)

Dit betreft een herijking van de ontvangstenraming. Jaarlijks doen zich meerontvangsten voor op de beleidsartikelen. Op basis van de ontwikkelingen van de afgelopen jaren is de ontvangstenraming op de beleidsartikelen herijkt. Voorts is er ruimte op het budget van Nictiz.

Diversen (ontvangsten, technische mutaties)

Dit betreft een aantal desalderingen.

Budgettair Kader Zorg

ZORG: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012

67 187,40

70 756,20

74 611,00

77 842,20

82 099,00

Mee- en tegenvallers

         

Zorg

         

Huisartsenzorg

76,9

76,9

76,9

76,9

76,9

Instellingen voor medisch specialistisch zorg

333

333

333

333

333

Tandheelkunde en tandheelkundige spec. zorg

47

47

47

47

47

Ggz

115

115

115

115

115

Farmaceutische hulp

– 222,2

– 222,2

– 222,2

– 222,2

– 222,2

Zorg in natura

260,5

260,5

260,5

260,5

260,5

Bovenbudgettaire vergoedingen

40

40

40

40

40

Diversen

4,8

4,8

4,8

4,8

4,8

 

655,00

655,00

655,00

655,00

655,00

Beleidsmatige mutaties

         

Zorg

         

Aanpassing tariefskorting huisartsen

34,3

34,3

34,3

34,3

34,3

Besparingsverlies toetsing rechtmatigheid van vergoeding conform Zvw

47

0

0

0

0

Besparingsverlies werelddekking zorg buiten EU uit het basis pakket

30

60

0

0

0

Hoofdlijnenakkoord instellingen voor medisch specialisch zorg

– 333

– 333

– 333

– 333

– 333

Nominale bijstelling

156,8

– 474,1

– 1 034,1

– 999,6

– 966,0

Ramingsbijstelling nhc's

– 8

– 16

– 24

– 40

– 56

Zorguitgaven Caribisch Nederland

23,6

28,5

33,0

33,5

38,9

Diversen

81,41

– 57,81

3,01

– 9,80

– 15,42

 

32,11

– 758,11

– 1 320,79

– 1 314,60

– 1 297,22

Technische mutaties

         

Zorg

         

Diversen

– 9,50

– 1,70

– 2,00

– 2,40

– 2,70

 

– 9,50

– 1,70

– 2,00

– 2,40

– 2,70

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

677,61

– 104,81

– 667,79

– 662,00

– 644,92

Stand Voorjaarsnota 2012

67 865,01

70 651,39

73 943,21

77 180,20

81 454,08

ZORG: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012

3 641,40

3 795,00

3 952,20

3 855,80

4 028,60

Mee- en tegenvallers

         

Zorg

         

Eigen bijdrage AWBZ

– 40

45

45

45

45

 

– 40

45

45

45

45

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 40

45

45

45

45

Stand Voorjaarsnota 2012

3 601,40

3 840,00

3 997,20

3 900,80

4 073,60

Huisartsenzorg

Uit de actualisering van de zorguitgaven over 2011 blijkt een tegenvaller bij de huisartsenzorg die meerjarig doorwerkt. De overschrijding is met name het gevolg van een toename van de bijzondere betalingen.

Instellingen voor medisch specialistische zorg

De overschrijding bij instellingen voor medisch specialistische zorg wordt op basis van cijfers 2011 ingeschat op 333 mln. Het grootste deel van deze overschrijding wordt veroorzaakt door tegenvallers bij ziekenhuizen (250 mln.) en ZBC’s (77 mln.).

Tandheelkunde en tandheelkundige specialistische zorg

Uit de CVZ-cijfers over 2011 volgt een overschrijding bij tandheelkundige zorg die naar verwachting meerjarig doorwerkt.

Ggz

Uit cijfers van CVZ, NZa en Vektis over 2010 en 2011 volgt een overschrijding bij de curatieve ggz van 115 mln. die naar verwachting meerjarig doorwerkt.

Farmaceutische hulp

Bij de farmaceutische hulp is sprake van een meevaller in 2011 die naar verwachting meerjarig doorwerkt. De vervanging naar middelen met lagere prijzen en prijsverlagingen onder invloed van het preferentiebeleid van zorgverzekeraars levert meer op dan eerder was geraamd.

Zorg in natura

Bij zorg in natura doet zich een tegenvaller voor in 2011 die naar verwachting meerjarig doorwerkt. Deze tegenvaller is met name veroorzaakt door nieuw in gebruik genomen capaciteit. De capaciteitstoename doet zich met name voor bij de langdurige ggz en de gehandicaptenzorg.

Bovenbudgettaire vergoedingen

Uit de realisatiecijfers volgt een tegenvaller van 40 mln. bij de bovenbudgettaire vergoedingen die naar verwachting meerjarig doorwerkt.

Aanpassing tariefskorting huisartsen

Naar aanleiding van de CVZ-cijfers over 2010 is de korting op het huisartsentarief verlaagd. Aanvullend is eind 2011 besloten om de korting nog eens met 14 mln. te verlagen.

Besparingsverlies toetsing rechtmatigheid vergoeding conform Zvw

De besparing als gevolg van de RA-maatregel «vergoeding rechtmatigheid conform Zvw» wordt in 2012 nog niet gerealiseerd. Er is een traject in gang gezet in samenwerking met verzekeraars en zorgaanbieders waarin de maatregel nader wordt uitgewerkt zodat implementatie in 2013 in de rede ligt.

Besparingsverlies werelddekking zorg buiten EU uit het basispakket

Er is sprake van een besparingsverlies in 2012. Het ingezette traject van het aanpassen van de verdragen verloopt moeizaam. Verwacht wordt dat deze aanpassingen niet eerder dan 1 januari 2014 doorgevoerd zijn.

Hoofdlijnenakkoord instellingen voor medisch specialistische zorg

In 2011 is een Bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord met instellingen voor medisch specialistische zorg gesloten. Een beheerste kostenontwikkeling is daarbij uitgangspunt. In dat akkoord is een financieel kader voor 2012 tot en met 2014 overeengekomen tussen verzekeraars en zorgaanbieders. Uitgaande van het overeengekomen budgettair kader 2012–2014 uit het Hoofdlijnenakkoord werkt de overschrijding, zoals geconstateerd op basis van 2011, niet structureel door.

Nominale bijstelling

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente macro-economische inzichten in het CEP 2012 van het Centraal Planbureau (CPB).

Ramingsbijstelling nhc’s

De invoering van de normatieve huisvestingscomponent (NHC) in de AWBZ leidt tot een aanvullende besparing.

Zorguitgaven Caribisch Nederland

De actualisatie van de raming voor de zorgkosten van Caribisch Nederland leidt tot opwaartse bijstelling van de raming.

Eigen betalingen AWBZ

Bij de eigen bijdragen AWBZ wordt een structurele meevaller van 45 mln. verwacht. Voor 2012 ontstaat een tegenvaller omdat in de begroting 2012 nog werd uitgegaan van een hogere, zij het incidentele meevaller van 85 mln.

Gemeentefonds

B GEMEENTEFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

18 334,1

18 297,7

18 192,8

17 799,8

17 906,5

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Wijziging betalingsverloop algemene uitkering

58,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

 

58,8

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

13,0

– 12,0

0,0

0,0

0,0

 

13,0

– 12,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Brede scholen

36,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Overboeken accres

– 256,3

– 256,3

– 256,3

– 256,3

– 256,3

Diversen

30,3

12,3

7,2

6,5

5,1

 

– 189,4

– 244,0

– 249,1

– 249,8

– 251,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 117,5

– 256,0

– 249,0

– 249,8

– 251,2

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

18 216,6

18 041,7

17 943,8

17 550,0

17 655,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

18 216,6

18 041,7

17 943,8

17 550,0

17 655,3

B GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Wijziging betalingsverloop algemene uitkering

In 2011 is een gedeelte van het gemeentefonds niet uitbetaald aan gemeenten. Dit is veroorzaakt doordat de verdeelmaatstaven niet allemaal in 2011 definitief konden worden vastgesteld, waardoor niet kon worden overgegaan tot betaling aan de gemeenten. Het resterende bedrag wordt in 2012 uitbetaald. Hiertoe wordt de begroting van het gemeentefonds verhoogd.

Brede scholen

De impuls brede scholen richt zich op de realisatie van de zogenaamde combinatiefuncties. Dit zijn functies waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever, maar werkzaam is ten behoeve van twee of meer sectoren. Het Rijk (OCW en VWS), de VNG en vertegenwoordigers van de onderwijs-, sport- en cultuursector hebben bestuurlijke afspraken gemaakt met als doel de realisatie van in totaal 2500 (fte’s) combinatiefuncties in 2012. In 2012 is 26 mln. vanuit VWS en 11 mln. vanuit OCW beschikbaar gesteld via het gemeentefonds.

Overboeken accres

Als gevolg van mutaties in de netto gecorrigeerde rijksuitgaven valt het accres 2012 lager uit.

Diversen – technische mutaties uitgaven

Dit betreft een aantal overhevelingen van middelen van departementale begrotingen naar het gemeentefonds. Het gaat bijvoorbeeld om middelen voor Gemeente Midden Delfland (10 mln.) en Invoeringskosten Jeugdzorg (11 mln.).

Provinciefonds

C PROVINCIEFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

1 116,5

1 131,2

1 117,3

958,4

946,0

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Overboeken accres

– 20,7

– 20,7

– 20,7

– 20,7

– 20,7

Waddenfonds

66,5

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

2,3

1,2

2,2

0,4

– 0,8

 

48,1

– 19,5

– 18,5

– 20,3

– 21,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

48,1

– 19,5

– 18,5

– 20,2

– 21,4

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

1 164,6

1 111,7

1 098,8

938,2

924,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

1 164,6

1 111,7

1 098,8

938,2

924,6

C PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Overboeken accres

Als gevolg van mutaties in de netto gecorrigeerde rijksuitgaven valt het accres 2012 lager uit.

Waddenfonds

De onderuitputting 2011 van het Waddenfonds wordt ter beschikking gesteld aan de Waddenprovincies via de decentralisatie-uitkering. De Waddenprovincies krijgen de bevoegdheid om de middelen te besteden, waarbij vastgehouden wordt aan de doelen van het Waddenfonds. Het voornemen tot decentralisatie stond in het regeerakkoord.

Infrastructuurfonds

A INFRASTRUCTUURFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

7 986,7

8 112,8

8 432,1

7 374,1

8 389,1

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Beter benutten

74,5

100,5

0,0

– 78,0

0,0

Dekking beter benutten

– 74,5

– 100,5

0,0

78,0

0,0

HSA

– 43,9

– 101,9

– 99,3

– 137,3

– 147,3

Toevoegen voordelig saldo 2012

233,6

0,0

0,0

0,0

0,0

 

189,7

– 101,9

– 99,3

– 137,3

– 147,3

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

A15 maasvlakte Vaaanplein

– 178,6

– 179,3

45,5

225,1

22,5

Btw hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl

54,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

– 9,7

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 133,7

– 179,3

45,5

225,1

22,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

56,0

– 281,2

– 53,8

87,8

– 124,8

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

8 042,7

7 831,6

8 378,4

7 461,9

8 264,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

8 042,7

7 831,6

8 378,4

7 461,9

8 264,4

A INFRASTRUCTUURFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

7 986,7

8 112,8

8 432,1

7 374,1

8 389,1

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

HSA

– 43,9

– 101,9

– 99,3

– 137,3

– 147,3

Toevoegen voordelig saldo 2012

130,4

0,0

0,0

0,0

0,0

 

86,5

– 101,9

– 99,3

– 137,3

– 147,3

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

A15 maasvlakte Vaaanplein

– 178,6

– 179,3

45,5

225,1

22,5

Btw hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl

54,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

– 9,7

0,0

0,0

0,0

0,0

Niet tot een ijklijn behorend

         

Toevoegen voordelig saldo 2012

103,2

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 30,5

– 179,3

45,5

225,1

22,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

56,0

– 281,2

– 53,8

87,8

– 124,8

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

8 042,7

7 831,6

8 378,4

7 461,9

8 264,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

8 042,7

7 831,6

8 378,4

7 461,9

8 264,4

Beter benutten

Om de doelstellingen van het programma Beter Benutten voor eind 2015 te behalen, is de afgelopen periode gezocht naar mogelijkheden om binnen het MIRT-programma budgetten in de juiste kasjaren beschikbaar te krijgen (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000 A, nr. 21). In totaal wordt nu 300 mln. naar voren gehaald. Deze schuif is mogelijk doordat de budgetten voor projecten in deze kabinetsperiode niet volledig besteed zullen worden.

Dekking beter benutten

Dit bedrag betreft de dekking voor beter benutten, zoals hierboven beschreven. Het betreft schuiven in het budget van de Zuidas, Hoogwaterbeschermingsprogramma deel 2 en de Verkeersruit Eindhoven.

HSA

Bij voorjaarsnota 2011 was op de aanvullende post een voorziening getroffen van 375 mln. voor het oplossen van de High Speed Alliance (HSA) problematiek. Hiervan was voor de periode 2012–2024 een bedrag van 209 mln. gereserveerd als bijdrage aan IenM. Nu er een akkoord is over de HSA-problematiek (onderhandelakkoord IenM-NS, 21-10-2011) is dit bedrag overgeboekt naar hoofdstuk XII (IenM).

Toevoegen voordelig saldo

In 2011 was er een voordelig saldo op het Infrastructuurfonds. Dit voordelig saldo betreft diverse over- en onderschrijdingen op artikelniveau. Het bedrag komt ten gunste c.q. ten laste van het artikel waarop dit ontstaan is.

A15 Maasvlakte Vaanplein

Het in het Infrastructuurfonds geraamde aanlegbudget voor het project A15 Maasvlakte–Vaanplein wordt omgezet in een meerjarig budget voor de beschikbaarheidsvergoeding.

BTW hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl

Het eigendom van de hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl gaat over van de provincies Friesland en Groningen naar het rijk. Als afronding van dit deel van het convenant moet BTW aan het BTW Compensatiefonds (BCF) worden onttrokken en aan de IenM-begroting worden toegevoegd.

Diversen technische mutaties

Door IenM wordt een bedrag van 9,7 mln. overgeboekt naar het gemeentefonds voor midden-delfland.

Diergezondheidsfonds

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

9,7

9,7

9,7

9,7

9,7

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

– 3,4

 

0,0

0,0

0,0

0,0

– 3,4

Technische mutaties

         

Niet tot een ijklijn behorend

         

Diversen

7,5

0,0

0,0

0,0

3,4

 

7,5

0,0

0,0

0,0

3,4

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

7,5

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

17,2

9,7

9,7

9,7

9,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

17,2

9,7

9,7

9,7

9,7

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

9,7

9,7

9,7

9,7

9,7

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Correctie

0,0

0,0

0,0

0,0

– 5,2

 

0,0

0,0

0,0

0,0

– 5,2

Technische mutaties

         

Niet tot een ijklijn behorend

         

Diversen

7,5

0,0

0,0

0,0

5,2

 

7,5

0,0

0,0

0,0

5,2

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

7,5

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

17,2

9,7

9,7

9,7

9,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

17,2

9,7

9,7

9,7

9,7

Correctie

Er stonden standen die abusievelijk als relevant voor het uitgavenkader waren aangemerkt. Deze standen zijn omgeboekt naar de correctie standen die niet-relevant zijn voor het uitgavenkader.

Diversen

Het positief eindsaldo 2011 wordt in 2012 aan de Diergezondheidsfonds toegevoegd.

Accres Gemeentefonds/Provinciefonds

ACCRES GEMEENTEFONDS/PROVINCIEFONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012

0,0

155,5

593,7

693,3

1 300,3

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Accres tranche 2012

– 276,9

– 276,9

– 276,9

– 276,9

– 276,9

 

– 276,9

– 276,9

– 276,9

– 276,9

– 276,9

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Overboeken accres

256,3

256,3

256,3

256,3

256,3

Diversen

20,7

20,7

20,7

20,7

20,7

 

277,0

277,0

277,0

277,0

277,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

0,0

155,5

593,7

693,3

1 300,3

Accres tranche 2012

Als gevolg van mutaties in de netto gecorrigeerde rijksuitgaven valt het accres 2012 lager uit.

BES-fonds

I BES-FONDS: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

24,9

24,9

24,9

24,9

24,9

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

8,5

5,5

5,5

5,5

5,5

 

8,5

5,5

5,5

5,5

5,5

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

8,5

5,5

5,5

5,5

5,5

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

33,4

30,4

30,4

30,4

30,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

33,4

30,4

30,4

30,4

30,4

I BES-FONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

De diversenpost bestaat grotendeels uit departementale bijdragen aan het BES-fonds in het kader van het afgeronde referentieonderzoek. Hierin werd geconcludeerd dat het fonds tekort schoot voor een adequate uitvoering van taken. Met deze verhoging worden de eilanden toereikend gefinancierd.

Arbeidsvoorwaarden

ARBEIDSVOORWAARDEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

1 456,9

3 048,7

4 663,7

6 199,6

7 551,2

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Nominale ontwikkeling

– 221,7

– 540,3

– 836,3

– 997,5

– 1 093,1

Sociale zekerheid

         

Nominale ontwikkeling

– 1,4

– 51,7

– 68,2

– 77,8

– 78,2

Zorg

         

Nominale ontwikkeling

– 9,5

– 25,3

– 37,5

– 44,8

– 51,2

 

– 232,6

– 617,3

– 942,0

– 1 120,1

– 1 222,5

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Nullijn 2012

– 790,1

– 792,7

– 794,4

– 793,9

– 790,6

Sociale zekerheid

         

Nullijn 2012

– 93,7

– 90,1

– 87,3

– 86,6

– 89,4

Zorg

         

Nullijn 2012

– 14,1

– 15,2

– 16,3

– 17,4

– 18,0

 

– 897,9

– 898,0

– 898,0

– 897,9

– 898,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Loonbijstelling tranche 2012

– 264,2

– 261,4

– 256,2

– 252,5

– 252,1

Sociale zekerheid

         

Loonbijstelling tranche 2012

– 40,3

– 38,4

– 36,6

– 35,6

– 36,0

Zorg

         

Diversen

– 9,7

– 10,2

– 10,7

– 11,1

– 11,2

Niet tot een ijklijn behorend

         

Diversen

– 2,8

– 3,8

– 4,4

– 4,4

– 4,5

 

– 317,0

– 313,8

– 307,9

– 303,6

– 303,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 1 447,4

– 1 829,0

– 2 147,8

– 2 321,9

– 2 424,2

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

9,5

1 219,7

2 515,9

3 877,7

5 127,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

9,5

1 219,7

2 515,9

3 877,7

5 127,0

ARBEIDSVOORWAARDEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Nominale ontwikkeling

Ten opzichte van de vorige Miljoenennota wordt de loon- en prijsontwikkeling nu lager geraamd door het CPB. Deze ontwikkeling volgt uit de macro-bijstellingen.

Nullijn 2012

Dit betreft het inhouden van de nullijn 2012 voor ambtenaren zoals afgesproken in het Begrotingsakkoord.

Loonbijstelling tranche 2012

De loonbijstelling tranche 2012 bestaat uit een vergoeding voor de sociale lasten voor de werkgever en is overgeboekt naar de departementale begrotingen.

Koppeling uitkeringen

KOPPELING UITKERINGEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

113,8

354,2

582,5

837,2

1 111,3

Mee- en tegenvallers

         

Sociale zekerheid

         

Nominale ontwikkeling

– 12,2

– 103,4

– 145,1

– 147,0

– 158,4

 

– 12,2

– 103,4

– 145,1

– 147,0

– 158,4

Technische mutaties

         

Sociale zekerheid

         

Bruteringseffecten

4,9

58,1

55,5

48,2

52,9

 

4,9

58,1

55,5

48,2

52,9

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 7,3

– 45,3

– 89,6

– 98,8

– 105,5

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

106,5

308,9

492,9

738,4

1 005,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

106,5

308,9

492,9

738,4

1 005,8

Nominale ontwikkeling

Ten opzichte van de vorige Miljoenennota wordt de loon- en prijsontwikkeling nu lager geraamd door het CPB. Deze ontwikkeling volgt uit de macro-bijstellingen.

Bruteringseffecten

Diverse uitkeringen zijn netto gekoppeld aan het netto minimum loon, maar kennen een ander bruto-netto traject dan het minimumloon. Wijzigingen in het bruto-netto traject van het minimumloon leiden tot aanpassing van het netto minimumloon. De uitkeringen die netto zijn gekoppeld worden evenredig aangepast, maar door het andere bruto-netto traject kan de bruto uitkering een afwijkende ontwikkeling vertonen dan die van het bruto minimumloon. Het effect hiervan op de uitkeringslasten wordt het bruteringseffect genoemd.

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012

5 181,0

5 004,3

5 378,2

5 649,6

5 557,4

Mee- en tegenvallers

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Bnp aanpassing

– 103,6

– 119,2

– 108,8

– 94,3

0,0

 

– 103,6

– 119,2

– 108,8

– 94,3

0,0

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Asieltoerekening

35,0

15,9

8,2

12,2

12,5

Bescherming ambassades (naar defensie)

– 16,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Duurzaam milieugebruik wereldwijd

– 9,5

– 0,6

– 14,8

– 23,4

– 23,4

Effectief armoedebeleid in ontwikkelingslanden

– 64,1

– 62,1

– 48,1

– 13,0

– 13,0

Goed onderwijs

0,0

0,0

– 6,1

– 15,0

– 15,0

HGIS eindejaarsmarge

5,5

106,5

69,5

0,0

0,0

Private sector ontwikkeling

10,8

– 1,0

16,1

21,4

21,4

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

24,2

23,4

21,6

35,3

35,3

Voedselzekerheid

23,1

26,5

20,5

1,8

1,8

Diversen

10,5

6,4

4,6

– 12,2

– 10,7

 

19,4

115,0

71,5

7,1

8,9

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

– 3,4

0,0

0,0

3,4

0,0

 

– 3,4

0,0

0,0

3,4

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 87,7

– 4,3

– 37,3

– 83,9

8,9

Stand Voorjaarsnota 2012

5 093,3

5 000,0

5 340,8

5 565,7

5 566,3

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012

141,7

149,5

144,4

133,2

133,2

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

– 3,4

0,0

0,0

3,4

0,0

 

– 3,4

0,0

0,0

3,4

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 3,4

0,0

0,0

3,4

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

138,4

149,5

144,4

136,5

133,2

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is een aparte budgettaire constructie waarin de uitgaven aan Internationale Samenwerking van de verschillende departementen worden gebundeld. Het uitgavenniveau van de HGIS wordt aangepast voor macro-economische ontwikkelingen. Het ODA-deel van het HGIS budget is gekoppeld aan het bruto nationaal product (BNP) en wordt gecorrigeerd voor veranderingen van het BNP. Het non-ODA deel van de HGIS wordt gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Het merendeel van de HGIS-uitgaven wordt via de begroting van Buitenlandse Zaken verantwoord.

BNP aanpassing

Als gevolg van macro-economische ontwikkelingen is de omvang van de HGIS bijgesteld.

Asieltoerekening

Conform de internationale criteria worden de kosten die zijn gemaakt voor de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit de DAC-landen toegerekend aan het ODA-budget. Voor deze toerekening is een systematiek afgesproken tussen de ministers van Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën. De instroom van asielzoekers laat een dalende trend zien. Actualisatie van de variabelen die in deze systematiek gehanteerd worden leidt daarom tot een structurele neerwaartse bijstelling van de toerekening. Hiervoor wordt het ODA-budget opwaarts gecorrigeerd.

Bescherming ambassades (naar Defensie)

Het budget voor apparaatskosten wordt verlaagd met 16,1 mln. in verband met een overheveling van deze uitgaven naar Defensie. Het betreft hier beveiligingsuitgaven uitgevoerd door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten in hoog-risico landen.

Duurzaam milieugebruik wereldwijd

De uitgaven voor duurzaam milieugebruik wereldwijd zijn verlaagd met 9,7 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat programma’s in een aantal exitlanden op het gebied van biodiversiteit en bossen (Colombia en Guatamala) eerder aflopen dan was voorzien. Hierdoor zijn de ramingen bijgesteld. Daarnaast zijn uitgaven voor klimaat, energie en milieutechnologie in het Grote Meren gebied verlaagd naar aanleiding van het ingediende meerjarige startegische plan.

Effectief armoedebeleid in ontwikkelingslanden

Door aanpassingen in de betalingsritmes aan de Wereldbank voor het Multilateral Debt Relief Initiative en het Heavily Indebted Poor Countries Initiative zijn deze uitgaven in 2011 gedaan. De raming voor 2012 wordt hierdoor verlaagd. Daarnaast worden, vanwege het gebruikelijke verdeelkarakter, mutaties gerelateerd aan een lager BNP op dit artikel verwerkt.

Goed onderwijs

Voor de meerjarige verlaging van onderwijsprogramma het volgende: De meerjarige verlaging vanaf 2014 van het budget is de uitkomst van de goedkeuring van de Meerjarige Strategische plannen van de ambassades in de partnerlanden. Het betreft hierbij een verlaging op het thema onderwijs algemeen.

HGIS eindejaarsmarge

De onderuitputting in 2011 is via de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2012. Vervolgens wordt deze verspreid over meerdere jaren uitgedeeld aan de HGIS-departementen.

Private sector ontwikkeling

Op basis van de Meerjarig Strategische Plannen van de ambassades in de partnerlanden zijn de kasramingen voor private sector ontwikkeling meerjarig naar boven bijgesteld. Daarnaast wordt de bijdrage verhoogd vanwege het instellen van het Fonds Innovatieve Financiering.

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR)

De kasramingen voor uitgaven in de partnerlanden zijn aangepast op basis van de Meerjarig Strategische Plannen op het gebied van SRGR.

Voedselzekerheid

Op basis van de Meerjarig Strategische Plannen van de ambassades in de partnerlanden zijn de kasramingen voor het speerpunt voedselzekerheid meerjarig naar boven.

Aanvullende Post

ALGEMEEN: UITGAVEN bedragen in miljoenen euro's
 

2012

2013

2014

2015

2016

Stand Miljoenennota 2012 (excl. IS)

4,8

67,3

299,1

408,6

375,1

Beleidsmatige mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Duurzame economie: zonnepanelen

22,0

30,0

0,0

0,0

0,0

Invulling in=uit

240,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Ramingstechnische veronderstelling in=uit

– 747,5

– 106,5

– 69,5

0,0

0,0

Uitkering reservering HSA I&M

0,0

– 12,2

– 27,2

– 27,2

– 17,2

Diversen

0,0

– 12,8

– 12,8

– 12,8

– 12,8

Sociale zekerheid

         

Ramingstechnische veronderstelling in=uit

– 23,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 

– 508,8

– 101,5

– 109,5

– 40,0

– 30,0

Technische mutaties

         

Rijksbegroting in enge zin

         

Diversen

0,1

0,2

0,3

0,6

0,7

 

0,1

0,2

0,3

0,6

0,7

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2012

– 508,6

– 101,3

– 109,2

– 39,5

– 29,3

           

Stand Voorjaarsnota 2012 (subtotaal)

– 503,8

– 34,0

189,9

369,2

345,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2012

– 503,8

– 34,0

189,9

369,2

345,8

Duurzame economie: zonnepanelen

Per 1 juli 2012 komt 22 mln. budget beschikbaar voor een tijdelijke subsidieregeling voor investeringen in zonnepanelen voor kleinverbruikers. Kleinverbruikers kunnen een subsidie van 15% van de aanschafprijs ontvangen. De subsidie eindigt in 2013. Er wordt zo snel mogelijk een uitvoeringsregeling bekendgemaakt.

Ramingstechnische veronderstelling in=uit en invulling in=uit

Bij Voorjaarsnota wordt de eindejaarsmarge uitgekeerd aan de departementale begrotingen. Als tegenhanger hiervan wordt de ramingstechnische veronderstelling in+uit op de Aanvullende Post verwerkt. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de onderuitputting die zich in 2011 heeft voortgedaan ook in 2012 zal optreden. De eindejaarsmarge voor de HGIS-middelen en de daarmee corresponderende in=uit wordt over drie jaren verspreid. Bij Voorjaarsnota wordt de in=uit voor 0,2 mld. ingevuld. Een bedrag gelijk aan de kaderoverschrijding 2011.

Uitkering reservering HSA I&M

Bij voorjaarsnota 2011 was op de Aanvullende Post een voorziening getroffen van 375 mln. voor het oplossen van problematiek bij de High Speed Alliance (HSA). Nu er een akkoord is over de HSA-problematiek (onderhandelakkoord IenM-NS, 21-10-2011) wordt dit bedrag overgeboekt naar de beleidsverantwoordelijke departementen.


X Noot
1

De achtergrond van deze taakstelling is dat departementen via hun eindejaarsmarge maximaal 1 procent van hun gecorrigeerde begrotingstotaal mogen meenemen naar volgend jaar. De eindejaarsmarge over jaar t wordt bij Voorjaarsnota jaar t+1 toegevoegd aan de begrotingen. Toevoegen van deze middelen betekent een belasting van het uitgavenkader en het EMU-saldo. De ervaring leert dat ieder jaar onderuitputting optreedt, dus kan in het uitgavenkader een even grote taakstelling geboekt worden op de aanvullende post. Deze zogenoemde in=uittaakstelling wordt bij Najaarsnota (deels) ingevuld met de reeds zichtbare onderuitputting op de diverse begrotingen.

Naar boven