Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 33280-IXB nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 33280-IXB nr. 2 |
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2012 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
In het streven naar een vermindering van regeldruk en administratieve lasten binnen de overheid is de Tweede Kamer in 2006 op de hoogte gesteld van het voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 949, nr. 55). In de praktijk is de Voorlopige Rekening de afgelopen jaren wel steeds naar de Kamer verzonden. In lijn met het eerdere voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk zal met ingang van het begrotingsjaar 2012 de Voorlopige Rekening niet langer afzonderlijk naar de Kamer verzonden worden. De wijzigingen van de begrotingen na de Najaarsnota, die tot nog toe in de Voorlopige Rekening werden gemeld, worden voortaan opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk en via de slotwetten aan de Kamer voorgelegd.
De minister van Financiën, J. C. de Jager
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2012. Deze begroting bestaat uit 8 beleidsartikelen en 2 niet-beleidsartikelen. De beleidsartikelen weerspiegelen bijna het gehele werkterrein van het ministerie van Financiën; het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid zijn opgenomen in de begroting van Nationale Schuld (IXA).
In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (mutaties ≥ € 10 mln.).
Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Voor de apparaatuitgaven geldt dat de verplichtingen gelijk worden gesteld aan de kasuitgaven. Een groot deel van de apparaatuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.
Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een toelichting bij grote programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht. De toelichting op de mutaties in de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.
De belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.
Uitgaven |
Artikel |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
10 773 073 |
– |
Stand incidentele suppletoire begroting ESM 2012 |
12 602 513 |
– |
Belangrijkste suppletore mutaties: |
||
1) Heffings- en invorderingsrente |
– 260 000 |
1 |
2) Apparaat belastingdienst |
24 823 |
1 |
3) Bijdrage ZBO's en RWT's |
13 432 |
2 |
4) IABF |
244 000 |
3 |
5) Lening Griekenland |
– 1 086 454 |
4 |
6) Rente vergoeding Griekenland (hangt samen met winstafdracht DNB) |
13 041 |
4 |
7) BTW-compensatiefonds bijdrage provincies |
– 54 645 |
6 |
8) Loon- en prijsbijstelling |
13 665 |
10 |
9) Overige uitgaven (saldo) |
41 720 |
– |
Stand suppletoire begroting 2012 VJN |
11 552 095 |
Toelichting
1) Er wordt verondersteld dat de rentestand structureel lager zal zijn dan geraamd. Daarom worden de uitgaven aan heffings- en invorderingsrente naar beneden bijgesteld.
2) De mutaties in het apparaat van de belastingdienst betreffen: (i) een stijging van de ABP premie, (ii) meer uitvoeringskosten vanwege fiscale wet- en regelgeving, (iii) verschuiven van middelen naar latere jaren en (iv) een aantal technische mutaties en overboekingen.
3) Het voorstel Wet bekostiging financieel toezicht is niet per 2012 inwerking getreden. Om deze reden is de oude bekostigingssystematiek nog van kracht. Hierdoor wordt de overheidsbijdrage aan de AFM en de DNB naar boven bijgesteld.
4) Door een daling van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro) zijn de ramingen voor de verplichtingen en de omvang van de Alt-A portefeuille naar boven bijgesteld.
5) Het resterende deel van het bilaterale leningprogramma dat in 2010 aan Griekenland is toegezegd wordt door het European Financial Stability Facility (EFSF) uitgekeerd. De bilaterale leningen die in 2012 en 2013 verstrekt zouden worden komen hiermee te vervallen.
6) Verschillende nationale centrale banken van het eurosysteem hebben Griekse obligaties als onderdeel van hun investeringsportefeuille. Deze obligaties zijn niet meegenomen in de omruil van Griekse obligaties (PSI). In plaats daarvan zal het inkomen op de Griekse obligaties in de investeringsportefeuille van de nationale centrale banken doorgegeven worden aan Griekenland.
7) Er wordt een uitkering gedaan uit het BTW-compensatiefonds aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
8) De loonbijstelling voor 2012 is uitgekeerd.
Ontvangsten |
Artikel |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
129 887 160 |
– |
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
1) Belastingontvangsten |
– 6 280 589 |
1 |
2) Heffings- en invorderingsrente |
– 250 000 |
1 |
3) Apparaatontvangsten |
10 000 |
1 |
4) Overig (Nederlands aandeel boedel Bank Nederlandse Antillen) |
25 000 |
2 |
5) Dividend staatsdeelnemingen |
26 209 |
3 |
6) Winstafdracht DNB |
871 000 |
3 |
7) Afdrachten Holland Casino |
– 10 000 |
3 |
8) Dividend ASR |
71 000 |
3 |
9) IABF |
244 000 |
3 |
10) Rente-ontvangsten lening Griekenland |
– 126 000 |
4 |
11) Vrijval Seno-Gom reserve |
207 655 |
5 |
12) BTW-compensatiefonds bijdrage provincies |
– 54 645 |
6 |
13) Overige ontvangsten (saldo) |
– 1 519 |
|
Stand suppletoire begroting 2012 VJN |
124 619 271 |
Toelichting
1) Voor een toelichting van de belastingontvangsten wordt verwezen naar de Voorjaarsnota .
2) Er wordt verondersteld dat de rentestand structureel lager zal zijn. De raming van de ontvangsten van de heffings- en invorderingsrente worden naar beneden bijgesteld.
3) De apparaatsontvangsten vloeien voort uit werkzaamheden die de Belastingdienst voor derden verricht.
4) Het is de verwachting dat het Nederlandse aandeel uit de boedel van de Bank Nederlandse Antillen (BNA) in 2012 wordt ontvangen.
5) De mutatie betreft het saldo van mee- en tegenvallers. De meevallers doen zich voor bij Schiphol en de NS. De tegenvallers doen zich voor bij NWB en BNG.
6) De mutatie bestaat voornamelijk uit: (i) een onvoorzien hoog slotdividend, vanwege het niet uitkeren van het interim-dividend in 2011 en (ii) winst uit het SMP dat ziet op Griekenland.
7) De verwachting is dat Holland Casino de komende jaren weinig tot geen winst zal maken. Vanuit dat perspectief bezien zijn de afdrachten van Holland Casino neerwaarts bijgesteld.
8) ASR heeft in 2012 over het boekjaar 2011 een dividend van € 71 mln uitgekeerd.
9) De Staat ontvangt een vergoeding van ING voor het omzetten van een deel van de kasstromen van de Illiquid Asset Back-up Facility (IABF) naar een verhandelbare lening. Daarnaast wordt door depreciatie van de euro de omvang van de portefeuille bijgesteld.
10) De renteontvangsten zijn naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling wordt veroorzaakt door een lagere renteopslag, minder bilaterale leningen en een aanpassing van de renteraming aan de CEP-cijfers. Tenslotte wordt met terugwerkende kracht de renteverlagingen geëffectueerd.
11) De zogeheten seno-gom portefeuille (onderdeel van de EKV) wordt afbeheerd. In dat kader heeft een vrijval plaatsgevonden uit de reserve.
12) Er wordt een uitkering gedaan uit het BTW-compensatiefonds aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu (zie ook uitgaven).
Artikel 1 Belastingen
Algemene beleidsdoelstelling: Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen er voor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance). |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3 544 852 |
– 234 989 |
3 309 863 |
– 209 365 |
– 210 035 |
– 224 597 |
– 224 597 |
Uitgaven (1) + (2) |
3 544 852 |
– 234 989 |
3 309 863 |
– 209 365 |
– 210 035 |
– 224 597 |
– 224 597 |
(1) Programma-uitgaven |
766 244 |
– 259 800 |
506 444 |
– 249 800 |
– 249 800 |
– 249 800 |
– 249 800 |
Waarvan: |
|||||||
Rente |
|||||||
Heffings- en invorderingsrente |
760 530 |
– 260 000 |
500 530 |
– 250 000 |
– 250 000 |
– 250 000 |
– 250 000 |
Rentevergoeding depotstelsel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bekostiging |
|||||||
Proceskosten |
3 536 |
0 |
3 536 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige programma-uitgaven |
2 178 |
200 |
2 378 |
200 |
200 |
200 |
200 |
(2) Apparaatsuitgaven |
2 778 608 |
24 811 |
2 803 419 |
40 435 |
39 765 |
25 203 |
25 203 |
Personele uitgaven |
2 026 257 |
25 940 |
2 052 197 |
38 439 |
25 089 |
24 737 |
24 737 |
waarvan: Eigen personeel |
1 904 682 |
25 910 |
1 930 592 |
38 439 |
25 089 |
24 737 |
24 737 |
waarvan: Inhuur externen |
121 575 |
30 |
121 605 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Materiële uitgaven |
752 351 |
– 1 129 |
751 222 |
1 996 |
14 676 |
466 |
466 |
waarvan: ICT |
165 517 |
0 |
165 517 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan: Bijdrage SSO's |
195 611 |
0 |
195 611 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten (3) + (4) |
118 134 875 |
– 6 520 589 |
111 614 286 |
– 238 800 |
– 238 800 |
– 238 800 |
– 238 800 |
(3) Programma-ontvangsten |
118 124 903 |
– 6 530 589 |
111 594 314 |
– 248 800 |
– 248 800 |
– 248 800 |
– 248 800 |
Waarvan: |
|||||||
Belastingontvangsten |
117 065 150 |
– 6 280 589 |
110 784 561 |
||||
Rente |
|||||||
Heffings- en invorderingsrente |
740 000 |
– 250 000 |
490 000 |
– 250 000 |
– 250 000 |
– 250 000 |
– 250 000 |
Boetes en schikkingen |
|||||||
Ontvangsten boetes en schikkingen |
132 477 |
0 |
132 477 |
1 200 |
1 200 |
1 200 |
1 200 |
Bekostiging |
|||||||
Kosten vervolging |
187 276 |
0 |
187 276 |
0 |
0 |
0 |
0 |
(4) Apparaatsontvangsten |
9 972 |
10 000 |
19 972 |
10 000 |
10 000 |
10 000 |
10 000 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Heffings- en invorderingsrente (– € 260,0 mln.)
De huidige ramingen waren gebaseerd op de hoge rentestand en realisaties uit het verleden. De verwachting is dat de rente de komende tijd laag blijft. Dit heeft zijn doorwerking in de raming van de heffings- en invorderingsrente.
Apparaatuitgaven (+ € 24,8 mln.)
De mutatie in de apparaatuitgaven betreft een saldopost van een desaldering met de apparaatsontvangsten (+ € 10 mln.), dekking voor uitvoeringskosten van fiscale wet- en regelgeving (+ € 18 mln.), compensatie voor ABP- premiestijging (+ € 15 mln.), een kasschuif (– € 20 mln.) en een aantal overboekingen en technische mutaties (+ € 5,8 mln.).
Ontvangsten
Belastingontvangsten (– € 6 280,6 mln.)
De belastingontvangsten vallen tegen. In de Voorjaarsnota 2012 worden de mutaties voor de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (beleidsartikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:
Aansluittabel art. 1 |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1e suppletore begroting (3)=(1+2) |
---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten |
139 639 687 |
– 6 094 331 |
133 545 356 |
– /- Afdracht Gemeentefonds |
– 18 334 127 |
– 138 707 |
– 18 472 834 |
– /- Afdracht Provinciefonds |
– 1 116 489 |
– 68 764 |
– 1 185 253 |
– /- Afdracht BTW-Compensatiefonds |
– 3 123 921 |
54 645 |
– 3 069 276 |
– /- Afdracht BES-fonds |
– 33 432 |
– 33 432 |
|
|
|||
Belastingontvangsten IXB |
117 065 150 |
– 6 280 589 |
110 784 561 |
Heffings- en invorderingsrente (– € 250 mln.)
Zie toelichting bij de verplichtingen en uitgaven.
Apparaatsontvangsten (+ € 10,0 mln. )
De extra apparaatsontvangsten vloeien voort uit werkzaamheden die de Belastingdienst voor derden verricht.
Artikel 2 Financiële Markten
Algemene beleidsdoelstelling: Randvoorwaarden te creëren die een integer en stabiel systeem bevorderen en er toe bijdragen dat de activiteiten van financiële instellingen gericht zijn op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven met acceptabele en transparante risico’s, waarbij de kosten van overmatig risicovol gedrag niet worden afgewenteld op de belastingbetaler. |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
64 244 |
12 718 |
76 962 |
– 1 145 |
– 1 130 |
– 1 130 |
– 1 130 |
Uitgaven |
64 244 |
12 718 |
76 962 |
– 1 145 |
– 1 130 |
– 1 130 |
– 1 130 |
Subsidies |
1 594 |
– 95 |
1 499 |
– 250 |
– 250 |
– 250 |
– 250 |
Geldmuseum |
780 |
– 95 |
685 |
– 250 |
– 250 |
– 250 |
– 250 |
CDFD |
814 |
814 |
|||||
Bekostiging |
15 950 |
120 |
16 070 |
100 |
100 |
100 |
100 |
Rechtspraak Financiële Markten |
1 000 |
100 |
1 100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
Caribbean Financial Action Taskforce |
32 |
32 |
|||||
Muntcirculatie |
13 985 |
13 985 |
|||||
Afname munten in circulatie |
0 |
||||||
IASB |
380 |
380 |
|||||
monitoring commissie code Verzekeraars |
125 |
125 |
|||||
monitoring commissie code Banken |
140 |
20 |
160 |
||||
monitoring commissie Corporate Governance |
288 |
288 |
|||||
Garanties |
0 |
0 |
|||||
Terugbet.fee gar.banc.leningen |
0 |
0 |
|||||
Leningen |
0 |
0 |
|||||
Voorfinanciering DNB (DGS) |
0 |
0 |
|||||
|
|||||||
Opdrachten |
2 300 |
– 739 |
1 561 |
– 995 |
– 980 |
– 980 |
– 980 |
Wijzer in Geldzaken |
2 300 |
– 739 |
1 561 |
– 995 |
– 980 |
– 980 |
– 980 |
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s |
44 400 |
13 432 |
57 832 |
||||
Bijdrage toezicht AFM |
26 384 |
3 332 |
29 716 |
||||
Bijdrage toezicht DNB |
18 016 |
10 100 |
28 116 |
||||
Ontvangsten |
242 739 |
20 686 |
263 425 |
– 5 857 |
– 5 857 |
– 300 |
– 300 |
Garanties |
231 324 |
– 2 436 |
228 888 |
– 5 557 |
– 5 557 |
|
|
feeopbrengsten gar. banc. leningen |
231 324 |
– 2 436 |
228 888 |
– 5 557 |
– 5 557 |
||
Leningen |
3 738 |
– 1578 |
2 160 |
||||
terugontv. voorfinanciering DNB (DGS) |
3 738 |
– 1578 |
2 160 |
||||
Bekostiging |
5 184 |
|
5 184 |
||||
ontvangsten muntwezen |
5 184 |
5 184 |
|||||
Overig |
2 493 |
24 700 |
27 193 |
– 300 |
– 300 |
– 300 |
– 300 |
Toelichting
Uitgaven en Verplichtingen
Subsidies, opdrachten en bekostiging (€ -0,7 mln. )
De additionele subsidie voor het geldmuseum komt na 2012 te vervallen. Bij de rechtspraak Financiële markten (accountantskamer) is op basis van de begroting en meerjarige verwachting € 100 000 extra nodig. Voor commmissie code Banken komen in 2011 aangegane verplichtingen dit jaar tot uitbetaling. Bij Wijzer in het Geldzaken wordt tevens het programma budget wat betrekking heeft op de inhuur van externen overgeheveld naar het apparaatbudget.
Bijdrage ZBO’s en RWT’s (+ € 13,4 mln. )
Dit betreft de aan de AFM en DNB te verstrekken overheidsbijdrage voor het toezicht op de financiële markten. De in de begroting van 2012 opgenomen raming € 44,4 mln. was gebaseerd op de oude meerjarenraming van de overheidsbijdrage. Daartoe was besloten vanwege een mogelijke inwerkingtreding van het voorstel Wet bekostiging financieel toezicht in 2012. Dat laatste bleek niet haalbaar te zijn. Zodoende is het sinds 2004 toegepaste bekostigingssysteem nog steeds van kracht. Dit betekent dat de overheidsbijdrage aan beide toezichthouders overeenkomt met de door hen voor dit jaar begrote bijdragen ad € 57,3 mln., terwijl tevens rekening is te houden met de nacalculatie over 2011 als gevolg waarvan de overheid over dat jaar € 0,6 mln. verschuldigd is. Hiermee komt de totale overheidsbijdrage voor 2012 uit op € 57,8 mln.
Ontvangsten
Garantie bancaire leningen (afkoop) (€ -2,4 mln)
Achmea heeft een gedeelte van de uitgegeven lening onder de garantiefaciliteit bancaire leningen teruggekocht. De garanties op de terugekochte delen zijn ingetrokken, waardoor het aantal openstaande garanties is verminderd. Voor deze transactie is een closing out fee betaald aan de staat ter compensatie van de naar beneden bijgestelde meerjarige premie-inkomsten.
Voorfinanciering DGS (– € 1,6 mln.)
DNB heeft in 2012 bij de banken meer kunnen terugvorderen dan werd ingeschat. Hiermee is een groter deel van de voorfinanciering aan DNB vorig jaar al terugontvangen. Restant van de voorfinanciering zal wel dit jaar worden ontvangen. Vorig jaar heeft DNB het door haar voorgeschoten bedrag in het kader van het DGS (inzake uitkeringen i.v.m. DSB) teruggevorderd van de banken.
Overig (€ + 24,7 mln.)
Het is de verwachting dat het Nederlandse aandeel uit de boedel van de Bank Nederlandse Antillen (BNA) in 2012 wordt ontvangen. Het overige deel van de mutaties wordt veroorzaakt door hogere boetontvangsten bij de rechtspraak Financiële Markten (€ 0,1 mln.) en lagere premies van de Herverzekering Maatschappij Terrorisme schades (€ -0,4 mln.).
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Algemene beleidsdoelstelling: Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat. |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
296 620 |
37 000 |
333 620 |
||||
waarvan betalingsverplichting: |
|||||||
Meerjarenverplichting aan ING |
282 000 |
30 000 |
312 000 |
1 000 |
6 000 |
7 000 |
5 000 |
Uitgaven |
2 377 720 |
251 000 |
2 628 720 |
||||
Vermogensverschaffing |
|||||||
Kapitaaluitbreiding TenneT |
300 000 |
300 000 |
|||||
Uitkering superdividend NS |
|||||||
Tweede herkapitalisatie ABN AMRO |
|||||||
Kapitaalstorting couponbetaling MCN |
|||||||
Bekostiging/bijdrage |
|||||||
PPS |
0 |
||||||
NLFI (voorheen STAK) |
5 000 |
250 |
5 250 |
||||
Lening |
|||||||
IABF |
2 062 000 |
244 000 |
2 306 000 |
29 000 |
54 000 |
74 000 |
63 000 |
Garantie |
|||||||
Regeling BF |
1 100 |
1 100 |
|||||
Dotatie begrotingsreserve TenneT |
4 800 |
4 800 |
|||||
Overig |
|||||||
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
4 820 |
6 750 |
11 570 |
||||
Ontvangsten |
7 891 115 |
1 202 889 |
9 094 004 |
||||
Vermogensonttrekking |
|||||||
Opbrengst onttrekking vermogenstitels |
|||||||
Dividend staatsdeelnemingen |
216 460 |
26 209 |
242 669 |
12 462 |
150 137 |
197 537 |
77 937 |
Winstafdracht DNB |
549 000 |
871 000 |
1 420 000 |
97 000 |
– 40 000 |
1 000 |
– 53 000 |
waarvan SMP-Griekenland |
128 000 |
149 000 |
105 000 |
73 000 |
52 000 |
||
waarvan investeringsportefeuille DNB |
29 000 |
44 000 |
44 000 |
44 000 |
44 000 |
||
Afdrachten Holland Casino |
10 000 |
– 10 000 |
0 |
– 10 000 |
– 10 000 |
||
Afdrachten Staatsloterij |
100 000 |
100 000 |
|||||
Opbrengst verkoop vermogenstitels |
|||||||
Dividend financiële instellingen |
419 000 |
419 000 |
|||||
Dividend ASR |
0 |
71 000 |
71 000 |
||||
Bekostiging |
|||||||
NLFI (voorheen STAK) |
4 300 |
– 320 |
3 980 |
||||
Leningen |
|||||||
IABF |
2 062 000 |
244 000 |
2 306 000 |
29 000 |
54 000 |
75 000 |
60 000 |
Aflossing kapitaalversterkingen ING, Aegon en SNS Reaal |
3 000 000 |
3 000 000 |
|||||
Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING, Aegon en SNS Reaal |
1 500 000 |
1 500 000 |
|||||
Garantie |
|||||||
Regeling BF |
|||||||
Premie-ontvangsten garantie Tennet |
4 800 |
4 800 |
|||||
Premie-inkomsten Capital Relief Instrument |
|||||||
Premie-inkomsten counter indemnity |
25 555 |
25 555 |
|||||
Overig |
|||||||
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
1 000 |
1 000 |
Toelichting
Uitgaven en verplichtingen
NLFI (+ € 0,3 mln)
De door de minister vastgestelde en goedgekeurde begroting van NLFI over 2012 is € 5,3 mln. Dit is € 0,3 mln hoger dan bij de ontwerpbegroting was geraamd.
Uitgaven IABF (+ € 244,0 mln.)
Door een daling van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro) zijn de ramingen voor de verplichting en omvang van de Alt-A portefeuille per ultimo 2012 opwaarts bijgesteld.
Door de extra kasstroom stijgt de raming voor de totale ontvangsten. Ook de raming voor de funding fee is daardoor opwaarts bijgesteld, immers iedere dollar die wordt ontvangen, wordt gebruikt om de verplichting versneld af te bouwen (zie toelichting ontvangsten).
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 6,8 mln)
Deze mutatie bestaat uit de volgende onderdelen. Het eerste onderdeel betreft Nozema. In 2006 heeft de staat Nozema verkocht. Bij de verkoop zijn een aantal garanties en vrijwaringen afgegeven. De vrijwaring die ziet op de vennootschapsbelasting leidt door een uitspraak van de Belastingdienst tot een uitgave van € 5 mln. Ten tweede worden er hogere uitgaven in verband met de inhuur van extern advies voorzien. De voornaamste reden hiervoor is van de voorziene (deel)privatisering van Tennet en de Gasunie. Tenslotte wordt voorzien dat er ook meer uitgaven moeten worden gedaan in het kader van de inhuur van extern advies dat verband houdt met de (krediet)crisismaatregelen. Een groot gedeelte van deze kosten kan echter worden doorbelast. Zie hiervoor ook de ontvangstenmutatie.
Ontvangsten
Dividend staatsdeelnemingen (+ € 26,2 mln)
De mutatie betreft het saldo van mee- en tegenvallers. De meevallers doen zich voor bij Schiphol en de NS. De tegenvallers doen zich voor bij NWB en BNG.
Winstafdracht DNB (+ € 871,0 mln.)
De mutatie bestaat voornamelijk uit: (i) een onvoorzien hoog slotdividend, vanwege het niet uitkeren van het interim-dividend in 2011 en (ii) winst uit het SMP dat ziet op Griekenland.
Daarnaast is inzichtelijk gemaakt welk gedeelte van de winstafdracht voortkomt uit het ECB-besluit om de winsten op Griekse obligaties naar de centrale banken te laten vloeien.
Afdrachten Holland Casino (– € 10,0 mln.)
De winstgevendheid van Holland Casino staat onder druk. De verwachting is dat Holland Casino de komende jaren weinig tot geen winst zal maken. Vanuit dat perspectief bezien zijn de afdrachten van Holland Casino neerwaarts bijgesteld.
Dividend financiële instellingen (+ € 71 mln.)
ASR heeft in 2012 over boekjaar 2011 een dividend van € 71 mln uitgekeerd.
NLFI (– € 0,32 mln.)
Vanwege de nacalculatie over 2011 worden er minder kosten doorbelast aan ABN AMRO en ASR dan verwacht.
Ontvangsten IABF (+ € 244,0 mln.)
De raming voor de IABF is verhoogd met een extra ontvangst. Het betreft de verhandelbaarheidsfee. De verhandelbaarheidsfee is een vergoeding die de Staat van ING ontvangt voor het omzetten van een deel van de kasstromen naar een verhandelbare lening die in de repo kan worden gebruikt (Kamerstukken II, 2010–2011, 31 371, nr. 362). Door de extra kasstroom stijgt de raming voor de totale ontvangsten. Ook de raming voor de funding fee is daardoor opwaarts bijgesteld, immers iedere dollar die wordt ontvangen, wordt gebruikt om de verplichting versneld af te bouwen. Tevens is door een daling van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro) de ramingen voor de verplichting en omvang van portefeuille bijgesteld.
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 1,0 mln.)
Een groot gedeelte van de onder de «uitvoeringskosten staatsdeelnemingen» genoemde kosten kan worden doorbelast aan de financiële instellingen waaraan financiële steun is verleend.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Algemene beleidsdoelstelling: Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling. |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties via NvW, amendementen en ISB (2) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
344 086 |
40 019 000 |
26 527 |
40 389 613 |
14 437 |
18 500 |
25 724 |
28 332 |
waarvan garantieverplichtingen: |
288 191 |
288 191 |
||||||
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen |
174 746 |
6 773 |
181 519 |
1 396 |
5 459 |
5 459 |
8 067 |
|
Garantie aan DNB inzake IMF deelname |
||||||||
Garantie DNB inzake BIS |
113 445 |
113 445 |
||||||
Kredieten EU-betalingsbalanssteun |
||||||||
EFSF |
||||||||
EFSM |
0 |
|||||||
ESM |
35 445 400 |
35 445 400 |
||||||
Uitgaven |
1 249 472 |
1 829 440 |
– 1 073 512 |
2 005 400 |
752 580 |
13 390 |
– 897 845 |
140 302 |
Deelneming multilaterale (ontwikkelings) banken en -fondsen |
||||||||
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen |
158 472 |
– 99 |
158 373 |
– 181 |
349 |
– 3 390 |
120 037 |
|
EFSF |
||||||||
ESM |
1 829 440 |
1 829 440 |
914 720 |
– 914 720 |
||||
Lening |
||||||||
Griekenland |
1 091 000 |
– 1 086 454 |
4 546 |
– 175 000 |
||||
Rente vergoeding Griekenland (hangt samen met winstafdracht DNB) |
13 041 |
13 041 |
13 041 |
13 041 |
20 265 |
20 265 |
||
Ontvangsten |
183 036 |
0 |
– 131 000 |
52 036 |
– 147 000 |
– 216 000 |
– 488 000 |
– 810 000 |
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen |
||||||||
Ontvangsten IFI's |
9 036 |
9 036 |
||||||
Lening |
||||||||
Aflossing lening Griekenland |
– 42 000 |
– 318 000 |
– 669 000 |
|||||
Rente ontvangsten lening Griekenland |
169 000 |
– 126 000 |
43 000 |
– 146 000 |
– 174 000 |
– 170 000 |
– 141 000 |
|
waarvan verlaging renteopslag tot 150 basispunten (vanaf 2012) |
-16 000 |
|
-24 000 |
-41 000 |
-48 000 |
-48 000 |
||
Service fee ontvangsten lening Griekenland |
5 000 |
– 5 000 |
0 |
– 1 000 |
Verplichtingen
De mutaties die samenhangen met een opgenomen uitgave worden bij de uitgaven toegelicht.
Uitgaven
Multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen (– € 0,1 mln.)
Het betalingsschema voor IDA 16, het zachte leningen loket van de Wereldbank, is definitief overeengekomen. Hiervoor is de raming bijgesteld. Ook is vanaf 2015 een stelpostraming opgenomen voor IDA 17. De kapitaalstorting voor de IBRD (Wereldbank) is bijgesteld in verband met veranderende wisselkoersen.
Lening Griekenland (– € 1.09 mld.)
Het resterende deel van het bilaterale leningprogramma dat in 2010 aan Griekenland is toegezegd wordt door het European Finacial Stability Facility (EFSF) uitgekeerd. De bilaterale leningen die in 2012 en 2013 verstrekt zouden worden door Nederland komen hiermee te vervallen.
Rentevergoeding Griekenland (+ € 13,0 mln)
Verschillende nationale centrale banken van het eurosysteem hebben Griekse obligaties als onderdeel van hun investeringsportefeuille. Deze obligaties worden niet meegenomen in de omruil van Griekse obligaties (PSI). Zoals gemeld aan de Kamer (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 885 en nr. 893) zal in plaats daarvan het inkomen op de Griekse obligaties in de investeringsportefeuille van de nationale centrale banken doorgegeven worden aan Griekenland.
Kapitaalstorting ESM
Een deel van het kapitaal ten behoeve van het ESM zal eerder gestort worden dit is middels een incidentele suppletoire begroting voorgelegd aan de Kamer (TK 33 215, nr. 4). Tevens vindt er een verschuiving plaats van 2015 naar 2013 van € 0,9 mld.
Ontvangsten
Rente ontvangsten lening Griekenland (– € 126,0 mln.)
De renteontvangsten zijn naar beneden bijgesteld. Per saldo is er een negatieve bijstelling. Deze bijstelling heeft verschillende oorzaken. De renteopslag is verlaagd naar 150 basispunten zoals overeengekomen door de Eurogroep van 20 februari jl.. Daarnaast zullen er minder bilaterale leningen worden uitgekeerd waardoor er ook over een lager bedrag rente wordt ontvangen, de renteraming voor de korte rente is aangepast voor de laatste cCep cijfers die lager zijn dan in een eerdere raming. Tenslotte wordt met terugwerkende kracht een renteverlaging geëffectueerd voor de periode waarin de nationale procedures over de verlaging van de opslag nog liepen en Griekenland nog de oorspronkelijke hogere opslag betaalde (zie ook Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 885 en nr. 893 en mijn brief met kenmerk BZ / 2012 /223M d.d. 10 april jl.). Daarnaast zorgt onder andere een verlenging van de looptijd van de bestaande leningen ervoor dat er meer rente ontvangen wordt. Per saldo zorgen de bovengenoemde effecten voor een in totaal lagere renteontvangst. De obligaties die de ECB in het kader van het Securities Market Programme (SMP) gekocht heeft zullen niet worden meegenomen in de PSI. Hiermee ontstaat de situatie dat deze obligaties naar verwachting winsten opleveren voor de ECB, die groter zullen zijn dan de kosten van de verlaging van de opslag naar 150 basispunten. Deze winsten vloeien naar de nationale centrale banken en, afhankelijk van de nationale mechanismen voor winstafdrachten, naar de schatkisten van de eurolanden. In de Eurogroep van 20 februari jl. is overeengekomen dat vanwege de winst op het SMP afgezien wordt van verdere compensatie tussen eurolanden voor landen die als gevolg van de verlaging van de renteopslag naar 150 basispunten verlies leiden op de bilaterale leningen aan Griekenland. Er is afgesproken dat landen de winstafdracht op het SMP kunnen gebruiken als compensatie voor de verlaging van de rente.
Zoals aangekondigd in de brief van 20 maart jl. (Kamerstruk 21 501-07 nr. 893) zijn in deze suppletoire begroting de mutaties uit hoofde van het tweede leningenprogramma voor Griekenland verwerkt. Het gaat hierbij om 3 afzonderlijke effecten die nader zullen worden toegelicht: ten eerste de lagere rente-inkomsten als gevolg van de verlaging van de rente-opslag op de bilaterale leningen. Ten tweede de uitgaven aan Griekenland in 2012 tot en met 2017 op basis van de inkomsten van DNB uit de Griekse investeringsportefeuille (rentevergoeding Griekenland) en tot slot de hogere winstafdracht van DNB uit hoofde van het ECB-besluit om de winsten op Griekse obligaties naar de nationale centrale banken te laten vloeien. In onderstaande tabel staan deze verschillende effecten op een rij:
Bedragen in mln. euro |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
---|---|---|---|---|
Effect rente-verlaging1 |
– 16 |
– 24 |
– 41 |
– 48 |
Rentevergoeding Griekenland (doorsluis inkomsten aan Griekenland) |
– 13 |
– 13 |
– 13 |
– 20 |
Effect winstafdracht DNB |
157 |
193 |
149 |
117 |
Totaal |
128 |
156 |
95 |
49 |
De cijfers betreffende de renteverlaging op de bilaterale leningen aan Griekenland bevatten niet de mutaties uit hoofde van de verlenging van de looptijd van de leningen, de overheveling van een deel van het eerste bilaterale leningenprogramma naar EFSF, de aanpassing van de CPB renteramingen en de correctie voor de renteverlaging voor het jaar 2011.
In 2012 en 2013 is het saldo van deze 3 effecten meer dan 100 mln positief waarna het saldo-effect snel terugloopt en vanaf 2018 negatief is. Over alle jaren samen is sprake van een positief saldo van circa 300 mln. Dit werkt door op een lagere EMU-schuld. Voor het EMU-saldo is geen sprake van een dergelijk effect: onlangs heeft Eurostat laten weten hoe het zal omgaan met de verschillende besluiten van de Europese Raad in het kader van de Europese schuldencrisis1. Hierdoor wordt een deel van de winstafdracht van DNB beschouwd als een financiële transactie die niet relevant is voor het EMU-saldo (evenals bijv. aan- en verkoop van staatsdeelnemingen). Uit hoofde van dit Eurostat besluit is sprake van een EMU-tekortverlagend effect in de jaren 2012 t/m 2014 en een EMU-tekortverhogend effect in de jaren daarna. Anders dan verwacht werd ten tijde van de Kamerbrief van 20 maart jl. (waarin is vermeld dat er geen negatief effect op het EMU-saldo zou zijn) noopt de beslissing van Eurostat over de statistische behandeling van deze reeksen tot een herziening van deze uitspraak.
Service fee lening Griekenland (– € 5,0 mln.)
Nieuwe leningen aan Griekenland zullen door het EFSF uitgekeerd worden. Om deze reden zal geen service fee ontvangen worden uit hoofde van deze bilaterale leningen die naar het EFSF worden overgeheveld.
Artikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties
Algemene beleidsdoelstelling: Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op dit vlak. |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
10 616 386 |
10 616 386 |
|||||
waarvan garantieverplichtingen: |
10 603 780 |
10 603 780 |
|||||
Reguliere EKV |
10 000 000 |
10 000 000 |
|||||
Investeringsverzekeringen |
453 780 |
453 780 |
|||||
MIGA |
150 000 |
150 000 |
|||||
Uitgaven |
133 106 |
133 106 |
|||||
Exportkredietverzekering |
|||||||
Schade-uitkering EKV |
120 000 |
120 000 |
|||||
Schade-uitkering investeringsverzekeringen |
500 |
500 |
|||||
Schade-uitkering MIGA |
|||||||
Uitgaven Seno-Gom |
|||||||
Bekostiging |
|||||||
Kostenvergoeding Atradius DSB |
12 606 |
12 606 |
|||||
Ontvangsten |
104 550 |
207 655 |
312 205 |
34 500 |
29 750 |
14 000 |
12 500 |
Premies EKV |
40 000 |
40 000 |
|||||
Premies investeringsverzekeringen |
1 250 |
1 250 |
|||||
Premies omzetpolissen |
|||||||
Schaderestituties EKV |
62 800 |
62 800 |
|||||
Vrijval Seno-Gom reserve |
0 |
207 655 |
207 655 |
34 500 |
29 750 |
14 000 |
12 500 |
Overige ontvangsten |
500 |
500 |
Toelichting
Ontvangsten
Vrijval seno-gom reserve (+ € 207,7 mln.)
De zogeheten seno-gom portefeuille (onderdeel EKV) wordt afbeheerd. In dat kader vindt er een meerjarige vrijval plaats uit de reserve. Met de geraamde meerjarige vrijval wordt de reserve afgebouwd tot € 37,9 mln. Deze blijft gereserveerd voor eventuele schades die nog voortkomen uit de seno-gom portefeuille.
Artikel 6 BTW compensatiefonds
Algemene beleidsdoelstelling: Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De BTW speelt hierin geen rol. |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3 123 921 |
– 54 645 |
3 069 276 |
||||
Uitgaven |
3 123 921 |
– 54 645 |
3 069 276 |
||||
Instrument: Btw-compensatieregeling |
|||||||
w.v. bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden |
2 775 883 |
0 |
2 775 883 |
||||
w.v. bijdragen aan provincies |
348 038 |
– 54 645 |
293 393 |
||||
Ontvangsten |
3 123 921 |
– 54 645 |
3 069 276 |
|
|
|
|
Toelichting
Uitgaven, verplichtingen en ontvangsten
Bijdrage aan provincies (– € 54,6 mln.)
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft met de provincies Friesland en Groningen een convenant afgesloten over de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. Voorheen waren de provincies eigenaar van de hoofdvaarweg. Het convenant leidt ertoe dat het beheer van de hoofdvaarweg terug gaat van de provincies naar het rijk. Omdat de taak terug gaat naar het Rijk hoeft niet meer in het BCF gestort te worden; provincies kunnen daar immers niet meer uit claimen. In plaats van de stortingen in het BCF te staken, is met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu afgesproken dat zij blijven storten, en ter compensatie eenmalig een uitname uit het BCF mogen doen. Die uitname is gelijk aan de contant gemaakte waarde van toekomstige stortingen. De uitname uit het BCF bedraagt hiermee € 54,6 mln.
Artikel 7 Beheer materiële activa
Algemene beleidsdoelstelling: Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen. |
Stand ontwerpbegroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
88 111 |
6 343 |
94 454 |
1 500 |
1 685 |
1 676 |
1 674 |
Uitgaven |
88 111 |
6 343 |
94 454 |
1 500 |
1 500 |
1 500 |
1 500 |
Bekostiging |
|||||||
Zakelijke lasten |
53 513 |
1 500 |
55 013 |
1 500 |
1 500 |
1 500 |
1 500 |
Opdrachten |
|||||||
Onderhoud en beheerskosten |
7 679 |
1 200 |
8 879 |
||||
Leningen |
|||||||
Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling |
4 600 |
0 |
4 600 |
||||
Bijdrage aan RVOB |
22 319 |
3 643 |
25 962 |
||||
Ontvangsten |
179 859 |
– 773 |
179 086 |
– 773 |
– 773 |
– 773 |
– 773 |
Bekostiging |
|||||||
Zakelijke lasten |
26 602 |
0 |
26 602 |
||||
Opdrachten |
|||||||
Onderhoud en beheerskosten |
|||||||
Leningen |
|||||||
Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling |
|||||||
Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten |
|||||||
Ingebruikgevingen RVOB |
98 059 |
– 773 |
97 286 |
– 773 |
– 773 |
– 773 |
– 773 |
Vervreemding RVOB |
53 698 |
0 |
53 698 |
||||
Vervreemding DRZ |
1 500 |
0 |
1 500 |
Toelichting
Uitgaven
Zakelijke lasten (+ € 1,5 mln.)
Per 1 januari 2012 wordt het IJsselmeer door het waterschap Zuiderzeeland aangeslagen voor watersysteemheffing. Dit betreft een structurele heffing van € 1,5 mln.
Onderhoud- en beheerskosten (+ € 1,2 mln.)
Door de economische omstandigheden is er sprake van langere doorlooptijden van te verkopen objecten. Hierdoor stijgen de kosten van bewaking en energienota’s in 2012 (€ 1,2 mln.)
Bijdrage aan RVOB (+€ 3,6 mln)
Er wordt € 3,6 mln. toegevoegd aan het eigen vermogen van het RVOB, als buffer voor risico’s op gebiedsontwikkelingsprojecten waarin het RVOB participeert.
Ontvangsten
Ingebruikgevingen RVOB (– € 0,8)
De structurele mutatie bestaat uit een meevaller bij de pachtontvangsten (€ 2 mln.) en een tegenvaller bij de huurinkomsten (€ 2,8 mln.). De meevaller bij de pachtontvangsten ontstaat door een pachtprijsverhoging conform de Pachtwet, medio 2011. De huurinkomsten vallen tegen, omdat de Dienst Uitvoering Onderwijs in verband met het betrekken van nieuwbouw de huurovereenkomst heeft opgezegd op het gehuurde pand.
Niet-beleidsartikelen
Artikel 8 apparaat kerndepartement
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
188 261 |
29 360 |
217 621 |
28 072 |
22 623 |
21 345 |
20 643 |
Uitgaven |
188 261 |
29 360 |
217 621 |
28 072 |
22 623 |
21 345 |
20 643 |
Personeel Kerndepartement |
112 443 |
25 381 |
137 824 |
28 251 |
22 860 |
21 415 |
21 132 |
Eigen personeel |
112 443 |
20 677 |
133 120 |
||||
Inhuur externen |
0 |
4 704 |
4 704 |
||||
Materieel Kerndepartement |
75 818 |
3 979 |
79 797 |
– 179 |
– 237 |
– 70 |
– 489 |
waarvan ICT |
12 639 |
1 847 |
14 486 |
||||
waarvan bijdrage aan SSO's |
44 953 |
834 |
45 787 |
||||
waarvan overig materieel |
18 226 |
1 298 |
19 524 |
||||
Ontvangsten |
27 065 |
7 888 |
34 953 |
– 313 |
– 240 |
– 239 |
– 125 |
Uitgaven
Personeel (+ € 25,4 mln.)
De grootste wijziging is het gevolg van de centralisatie van de auditdiensten naar de Audit Dienst Rijk (ADR) van het ministerie van Financiën per 1 mei 2012, waarmee wordt voldaan aan het regeerakkoord Rutte I. Een deel van de overkomende budgetten is inmiddels verwerkt. Daarnaast is de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) naar de ADR overgekomen en zijn er enkele kleine mutaties.
Inhuur externen (+ € 4,7 mln.)
De grootste mutatie in de inhuur externen is het gevolg van ICT-projecten waar externen voor worden ingehuurd. Daarnaast is er inhuur voor het begeleiden van de opstart van de Audit Dienst Rijk en voor de organisatie van Wijzer in geldzaken.
ICT (+ € 3,9 mln.)
De start van de Audit Dienst Rijk heeft ertoe geleid dat de ICT uitgaven incidenteel zijn gestegen. Er wordt geïnvesteerd in onder andere een kennismanagementsysteem.
Ontvangsten
Apparaat Ontvangsten (+ € 7,9 mln.)
De mutatie bestaat voornamelijk uit afromen eigen vermogen van Domeinen Roerende Zaken (€ 2,6 mln.) en het RijksVastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (€ 3,6 mln.) vanwege overschrijding van het toegestane eigen vermogen. Daarnaast wordt van VWS en SZW een bijdrage in de uitgaven voor de overgang naar SAP ontvangen (€ 1,8 mln).
Artikel 9 Algemeen
Er vinden geen uitgaven en ontvangsten op dit artikel plaats
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Algemeen |
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 (1) |
Mutaties 1ste suppletoire begroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Mutatie 2013 |
Mutatie 2014 |
Mutatie 2015 |
Mutatie 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
3 386 |
13 307 |
16 693 |
16 344 |
16 225 |
16 064 |
15 908 |
Uitgaven |
3 386 |
13 307 |
16 693 |
16 344 |
16 225 |
16 064 |
15 908 |
Onvoorzien |
3 386 |
– 358 |
3 028 |
2 947 |
3 015 |
2 991 |
2 906 |
Loonbijstelling |
0 |
13 665 |
13 665 |
13 397 |
13 210 |
13 073 |
13 002 |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven (+ € 13,3 mln.)
Uit de algemene middelen is de loonbijstelling voor 2012 uitgekeerd, welke nog verdeeld moet worden. Tevens wordt een deel van onvoorzien gebruikt voor problematiek binnen de Financiën begroting.
Zie Eurostat «The impact on EU-governments» deficit and debt of the decisions taken in de 2011–2012 European summits» 12 april 2012.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33280-IXB-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.