33 268 Wijziging van de Kieswet houdende maatregelen om het eenvoudiger te maken voor Nederlanders in het buitenland om hun stem uit te brengen, wijziging van de wijze van inlevering van de kandidatenlijsten, aanpassing van de datum van kandidaatstelling en stemming, alsmede regeling van andere onderwerpen

J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 november 2013

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning1 heeft kennisgenomen van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 oktober 20132, waarin hij ingaat op de uitvoering van toezegging T01708.3 Deze toezegging houdt in dat de Minister de Kiesraad om advies zal vragen over het belang én de eventuele vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet en de Eerste Kamer een afschrift van dit advies zal sturen.

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Minister op 5 november 2013 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 25 november 2013 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman

BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Den Haag, 5 november 2013

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning heeft met teleurstelling kennisgenomen van uw brief van 25 oktober 20134, waarin u ingaat op de uitvoering van toezegging T01708.5 Deze toezegging houdt in dat u de Kiesraad om advies zal vragen over het belang én de eventuele vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet en de Eerste Kamer een afschrift van dit advies zal sturen. In die zin hebt u zich expliciet geuit tijdens de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van het wetsvoorstel wijzigingen in het verkiezingsproces.6 Dat het óók gaat om de vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet is bevestigd in uw brief van 17 september 2013 over deze toezegging, en het staat tevens vermeld in de inleiding van uw adviesaanvraag aan de Kiesraad (zij het niet bij de uiteindelijke vragen).7

In het licht van het voorgaande begrijpt de commissie dan ook niet waarom u in uw brief van 25 oktober jl. opmerkt dat expliciete aandacht voor de vormgeving minder voor de hand ligt. Zij wil u daarom verzoeken om, conform de toezegging, de vraag naar de eventuele vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet expliciet aan de Kiesraad voor te leggen.

De commissie verneemt uw reactie graag op korte termijn.

Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning J.W.M. Engels

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2013

Naar aanleiding van de brief van 5 november jl. van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, betreffende toezegging T01708 en mijn eerdere brief van 25 oktober 2013, meld ik u het volgende.

In mijn eerdere adviesaanvraag aan de Kiesraad heb ik de vraag naar het belang van een integrale herziening van de Kieswet reeds voorop gesteld. Bij die gelegenheid heb ik erop gewezen dat onder meer met de recente – omvangrijke – wijziging van de Kieswet (Stb. 2013, 289) al in belangrijke mate tegemoet wordt gekomen aan de argumenten van de Kiesraad om tot een dergelijke herziening te komen, namelijk het borgen van de onderlinge samenhang tussen de bepalingen in de Kieswet, het verminderen van de lasten voor politieke partijen, gemeenten en burgers en het gebruik van technologische mogelijkheden.

In het licht van mijn eerdere adviesvraag aan de Kiesraad en ingevolge mijn eerdere toezegging, zal ik de Kiesraad daarnaast expliciet vragen in zijn advies aandacht te besteden aan de eventuele vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet.

Als bijlage bij deze brief, laat ik u een afschrift van dit verzoek aan de Kiesraad toekomen.

Na ontvangst van het advies van de Kiesraad, zal ik de Eerste Kamer vanzelfsprekend eveneens een afschrift daarvan toe doen komen.

Met deze brieven vertrouw ik erop dat ik mijn toezegging en uw zorg voldoende recht heb gedaan.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Kiesraad

Den Haag, 25 november 2013

Geachte heer Kummeling,

Naar aanleiding van de brief van 5 november jl. van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, betreffende toezegging T01708 en mijn eerdere adviesaanvraag van 17 september jl., vraag ik uw aandacht voor het volgende.

In mijn eerdere adviesaanvraag aan de Kiesraad heb ik de vraag naar het belang van een integrale herziening van de Kieswet reeds voorop gesteld. Bij die gelegenheid heb ik erop gewezen dat onder meer met de recente – omvangrijke – wijziging van de Kieswet (Stb. 2013, 289) al in belangrijke mate tegemoet wordt gekomen aan de argumenten van de Kiesraad om tot een dergelijke herziening te komen, namelijk het borgen van de onderlinge samenhang tussen de bepalingen in de Kieswet, het verminderen van de lasten voor politieke partijen, gemeenten en burgers en het gebruik van technologische mogelijkheden.

In het licht van mijn eerdere adviesvraag aan de Kiesraad en ingevolge mijn eerdere toezegging aan de Eerste Kamer, verzoek ik de Kiesraad in zijn advies eveneens te adviseren over de eventuele vormgeving van een integrale herziening van de Kieswet.

Na ontvangst van dit advies, zal ik de Eerste Kamer een afschrift daarvan toe doen komen.

Een afschrift van deze brief zal ik eveneens aan de Eerste Kamer toe doen komen.

Hoogachtend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Vliegenthart (SP), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Duivesteijn (PvdA)

X Noot
2

Kamerstukken I 2013/14, 33 268, H.

X Noot
3

Zie voor de toezegging www.eerstekamer.nl

X Noot
4

Kamerstukken I 2013/14, 33 268, H.

X Noot
5

Zie voor de toezegging www.eerstekamer.nl

X Noot
6

Zie Handelingen I 2012–2013, nr. 32, item 9 – blz. 30: «Zo'n verzoek kan ik bijna niet weigeren en ik probeer de heer De Graaf tegemoet te komen, dus ik zal in ieder geval de Kiesraad vragen naar het belang en de eventuele vormgeving ervan, maar zonder de suggestie te willen wekken dat we dit vervolgens ook ter hand zullen nemen. Ik zal de Kamer een afschrift doen toekomen, dan kan zij dat wegen.»

X Noot
7

Kamerstukken I 2013/14, 33 268, G.

Naar boven