33 258 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Voortman, Segers, Thieme en Klein, houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders)

34 105 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Segers, Thieme, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders

T¹ BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2020

De Tweede Kamer is bij brief van 15 juli jl. geïnformeerd over de verschillende acties en onderwerpen rond het Huis voor klokkenluiders.² U treft een afschrift van deze brief aan met daarbij als bijlage het eindrapport van de evaluatie van de Wet Huis voor klokkenluiders.

Op korte termijn informeer ik de Tweede Kamer en uw Kamer over mijn inhoudelijke reactie op het evaluatieonderzoek. Bij deze reactie zal ik tevens ingaan op de meegenomen punten in de evaluatie die aan uw Kamer zijn toegezegd (T02234).³

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

---

1 Letter T heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 33 258.

2 Kamerstuk 33 258, nr. 48.

3 Handelingen I 2015–2016, nr. 19, item 6.