33 253 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico's voor de continuïteit van zorg alsmede in verband met het aanscherpen van procedures met het oog op de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg

N VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 januari 2015

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft bij brief van 18 november 20141 laten weten de visie op de curatieve zorg in krimpregio's in het voorjaar van 2015 aan beide Kamers aan te bieden. Naar aanleiding daarvan heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 de Minister op 3 december 2014 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 8 januari 2015 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 3 december 2014

Bij brief van 2 juni 20143 hebt u de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten Generaal een reactie op de motie-Flierman4 inzake de spreiding van algemene ziekenhuizen gestuurd. In die brief gaat u in op deze motie en kondigt u voor de zomer een specifieke brief over de situatie in krimpregio’s aan. De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft u daarop laten weten met een reactie op uw brief te wachten tot voornoemde specifieke brief zou zijn ontvangen. In antwoord hierop hebt u de commissie ervan in kennis gesteld dat de visie op de curatieve zorg in krimpregio’s eerst na de zomer te verwachten is.5

De leden van de commissie hebben inmiddels vernomen dat u voornemens bent de desbetreffende visie pas in het voorjaar van 2015 aan beide Kamers aan te bieden. Deze laatste brief van 18 november 20146 heeft de commissie geïrriteerd en teleurgesteld. Deze gevoelens vloeien niet alleen voort uit de aangekondigde vertraging als zodanig, maar ook uit het gegeven dat u verwijst naar een debat over eerstelijns zorg dat in «uw Kamer» is gevoerd. Dat debat is niet in de Eerste, maar in de Tweede Kamer gevoerd. De commissie stelt het op prijs als de feiten voortaan zorgvuldiger worden weergegeven. In de motie en het debat in Eerste Kamer heeft de nadruk steeds op de tweede lijn gelegen.

Uiteraard is de commissie ook geïnteresseerd in de ontwikkeling van de eerstelijns zorg in krimpgebieden. Zij acht echter uitstel van uw reactie tot het voorjaar van 2015 op inhoudelijke gronden niet acceptabel. In uw brief van 2 juni benadrukt u het belang van regionale algemene ziekenhuizen voor de bereikbaarheid van zorg. Om de positie van deze ziekenhuizen te borgen wijst u onder andere op de beschikbaarheidsbijdrage van de NZa. Ontwikkelingen in verschillende landsdelen de afgelopen weken en maanden maken duidelijk dat de positie van regionale algemene ziekenhuizen nog steeds bedreigd is. De beschikbaarheidsbijdrage staat bovendien naar verluidt inmiddels ter discussie. Dat roept bij de leden van deze commissie eens temeer de vraag op wat nu uw visie op de spreiding, beschikbaarheid en bereikbaarheid van deze voorzieningen is, en meer in algemene zin, hoe u in dezen uw stelselverantwoordelijkheid wilt vorm geven.

De leden van commissie zijn van mening dat in de gegeven omstandigheden een mondeling overleg de voorkeur geniet boven een verdere schriftelijke gedachtenwisseling. Zij willen daarom graag zo spoedig mogelijk met u spreken over uw brief van 2 juni 2014 en over de ontwikkelingen die sedertdien hebben plaatsgevonden. Zij stellen het op prijs om van tevoren de contouren van uw visie op de tweedelijns zorg in krimpregio’s te ontvangen.

De commissie ziet uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangt deze bij voorkeur voor vrijdag 9 januari 2015.

Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport T.M. Slagter-Roukema

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 januari 2015

Bij brief van 3 december reageert u op mijn brief van 18 november 2014 over Curatieve zorg in krimpregio’s (29 247, nr. 193). U geeft aan teleurgesteld te zijn over de aankondiging, dat mijn visie op de curatieve zorg in krimpregio’s pas in het voorjaar 2015 volgt, en geeft aan een mondeling overleg te willen over mijn brief van 2 juni 2014 inzake de spreiding van algemene ziekenhuizen en de ontwikkelingen die sindsdien hebben plaatsgevonden. Tevens vraagt u mij de contouren van mijn visie op de tweedelijns zorg in krimpregio’s van te voren te sturen.

Het heeft mijn uitdrukkelijke voorkeur uw Kamer een integrale visie op de zorg in krimpregio’s toe sturen, waarin zowel de eerstelijnszorg als de medisch specialistische zorg aan de orde komen. De uitdagingen in de krimpregio’s vragen om een andere organisatie van zorg en ontschotting van de zorg is dan ook een belangrijk thema in deze regio’s. Juist in krimpgebieden – nog meer dan elders – moet de zorg als keten georganiseerd worden. Een goed samenspel tussen Rijk, regio, zowel eerstelijns als medisch specialistische zorgaanbieders, zorgverzekeraars, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en bewoners is belangrijk om de zorg in krimpregio’s te behouden. Mijns inziens passen daarbij niet twee aparte brieven over medische specialistische zorg resp. eerstelijnszorg in krimpgebieden.

U kunt mijn brief over de zorg in krimpregio’s voor 1 maart 2015 verwachten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstukken I 2013/14, 33 253, L.

X Noot
2

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dupuis (VVD) (vicevoorzitter), Linthorst (PvdA), Slagter-Roukema (SP) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Quik-Schuijt (SP), Reuten (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Barth (PvdA), Martens (CDA), vac. (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), Ganzevoort (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Frijters-Klijnen (PVV), Van Dijk (PVV), De Grave (VVD), Bröcker (VVD), Beckers (VVD), Van Beek (PVV), Bruijn (VVD), Koning (PvdA)

X Noot
3

Kamerstukken I 2013/14, 33 253, H.

X Noot
4

Kamerstukken I 2013/14, 33 253, E

X Noot
5

Verslag schriftelijk overleg (Kamerstukken I 2013/14, 33 253, I).

X Noot
6

Kamerstukken I 2014/15, 33 253, L.

Naar boven