33 253 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico's voor de continuïteit van zorg alsmede in verband met het aanscherpen van procedures met het oog op de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg

Nr. 24 AMENDEMENT VAN HET LID PIA DIJKSTRA

Ontvangen 12 februari 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I komt onderdeel E te vervallen.

Toelichting

Het voorliggende wetsvoorstel regelt dat ten einde tijdige signalering van risico’s voor de continuïteit van zorg te realiseren zorgverzekeraars en zorgkantoren de plicht krijgen om een risico voor de continuïteit van zorg te melden. Het voorstel gaat er daarbij van uit dat, gelet op hun plicht om de continuïteit van zorg te verzekeren, zorgverzekeraars en zorgkantoren in de overeenkomsten die zij met zorgaanbieders sluiten, afspraken maken over de tijdige signalering door de zorgaanbieder van mogelijke risico’s voor het nakomen van de overeenkomst. Indien zij dit niet doen kan de zorgautoriteit volgens het voorliggende voorstel regels stellen ten aanzien van de in de overeenkomsten op te nemen voorwaarden. De indiener is van mening dat het uitgangspunt van de Zorgverzekeringwet met zich meebrengt dat de zorgplicht voor de continuïteit van zorg primair bij de zorgverzekeraars rust. Gelet hierop is de indiener van mening dat een meldplicht niet aansluit bij de huidige zorgverzekeringswet. Bovendien is de indiener er van overtuigd dat een zorgverzekeraar in geval van overmacht zich zelf zal melden bij de zorgautoriteit. Dit behoeft naar de mening van de indiener geen wettelijke regeling. Zoals de Raad van State eerder al adviseerde dient ervoor te worden gewaakt dat de overheid eerder tot ingrijpen overgaat dan gezien haar systeemverantwoordelijkheid nodig is. De indiener merkt daarbij ook op dat «een risico voor de continuïteit van zorg» niet afdoende is geformuleerd, waardoor de zorgautoriteit straks veel verschillende soorten meldingen zal ontvangen. Vanuit de meldplicht gaat daarnaast een prikkel uit om snel te melden. De zorgautoriteit zal daardoor veel meldingen ontvangen die bovendien verschillend van aard zijn. De indiener is van mening dat dit de effectiviteit van de meldplicht ondermijnt en dat zo het gevaar bestaat dat de zorgautoriteit juist minder goed in beeld krijgt of de continuïteit van cruciale zorg in gevaar is. De indiener stelt daarom voor de meldplicht voor zorgverzekeraars te schrappen.

P. Dijkstra