33 189 Beleidsdoorlichting Koninkrijksrelaties

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2017

In de procedurevergadering van de vaste commissie Koninkrijksrelaties van heden is gevraagd uitsluitsel te geven of de aan de Kamer toegezonden beleidsdoorlichting van artikel 2 van het Begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties de definitieve versie betreft en waarom het zo lang heeft geduurd voor deze versie aan de Kamer is aangeboden.

De aan uw Kamer toegezonden beleidsdoorlichting is de definitieve versie. Per abuis staat op de andere pagina’s dan het voorblad de aanduiding «concept van 18 oktober 2016».

Op 9 december 2016 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de beleidsdoorlichting van artikel 2 op zijn vroegst in het tweede kwartaal van 2017 kon worden aangeboden (Kamerstuk 33 189, nr. 5). In de aanbiedingsbrief van het eindevaluatierapport Meerjarenprogramma’s FDA, d.d. 24 april 2017 (Kamerstuk 34 550 IV, nr. 34), heb ik dat wederom gemeld. De beleidsdoorlichting vormt een syntheseonderzoek gebaseerd op de evaluaties die na de staatkundige hervormingen van 10 oktober 2010 zijn uitgevoerd. Bij de opstelling van de beleidsdoorlichting bleek het gemis van de eindevaluatie van de meerjarenprogramma`s van de Stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA) zwaarder te wegen dan aanvankelijk gedacht. De tussenevaluatie uit 2012 bood onvoldoende houvast om uitspraken te kunnen doen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van de programma`s in Aruba.

Het is om die reden dat de beleidsdoorlichting helaas langer op zich heeft laten wachten dan aanvankelijk was beoogd.

Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven