33 183 (R1975) Goedkeuring van het op 9 december 2011 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie), en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (met Akte, Protocol en Bijlagen); Trb. 2012, 24

B BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2013

Naar aanleiding van het door de Vaste Commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer opgestelde Verslag inzake de goedkeuring van het EU-Toetredingsverdrag van Kroatië graag het volgende.

In haar Verslag vraagt de Commissie de regering te wachten met de Nota naar aanleiding van het Verslag, tot na het verschijnen van de derde monitoringrapportage van de Europese Commissie over Kroatië. De regering is hiertoe graag bereid. Tegelijkertijd geeft de Commissie aan deze Nota graag te willen ontvangen uiterlijk op 22 maart 2013, met het oog op de plenaire afronding van het wetsvoorstel op 26 maart 2013.

De rapportage van de Europese Commissie verschijnt echter pas op

26 maart 2013. Om die reden kan de regering niet voldoen aan het verzoek de beantwoording uiterlijk 22 maart gereed te hebben. De regering zal de Nota naar aanleiding van het Verslag uiterlijk in de eerste week van april aan de

Eerste Kamer sturen.

De regering zal de Kabinetsappreciatie van het derde en laatste monitoringrapport daarbij voegen.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven