33 183 (R1975) Goedkeuring van het op 9 december 2011 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie), en de Republiek Kroatië betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (met Akte, Protocol en Bijlagen); Trb. 2012, 24

A VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN1

Vastgesteld 12 maart 2013

Het voorbereidend onderzoek heeft in de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de volgende opmerkingen. De commissie brengt hiervan verslag uit.

Algemeen

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en zij hebben daarover een aantal opmerkingen en vragen.

Inleiding

De leden van de SP-fractie zien de maatschappelijke transformatie die landen doormaken om lid te kunnen worden van de EU en ook na de toetreding. Zij beoordelen deze transformatie op veel punten positief. Deze leden hebben er veel begrip voor dat landen die in de wachtkamer zitten en die de wens om toe te treden volhouden ook daadwerkelijk zicht op deze toetreding willen behouden. De wens van Kroatië, dat in een referendum met duidelijke uitslag aangaf toe te willen treden, moet dan ook als een gerechtvaardigde wens worden gezien. Al mag ook niet uit het oog worden verloren dat sinds dat referendum de bevolking in Kroatië, een land dat ook flink getroffen is door de crisis, door de ontwikkelingen in het relatief nabije Griekenland inmiddels mogelijk anders tegen toetreding aankijkt.

Tegelijkertijd onderkennen de leden van de SP-fractie ook de grote problemen waar de Unie in de huidige constellatie zich reeds voor ziet geplaatst en de fouten die bij eerdere beslissingen aangaande toetreding van sommige landen zijn gemaakt. De regering erkent inmiddels ook de onverantwoordelijkheid van de toetreding van Roemenië en Bulgarije destijds. De leden van de SP-fractie benadrukken de noodzaak om uit deze fouten in het verleden ondubbelzinnige lessen te trekken en de aanscherping van de toetredingseisen sinds de laatste toetredingen. Zij staan eveneens achter de Nederlandse «strict but fair»-houding bij de toetredingsonderhandelingen.

De hoofdvragen die nu beantwoord dienen te worden zijn of de huidige criteria strikt genoeg zijn, of Kroatië voor het huidige toelatingsexamen slaagt en of de huidige problemen in de EU een, mogelijk tijdelijke, drempel opwerpen tegen toetreding op dit moment. Aanvullend kunnen de vragen worden gesteld of de EU vanwege de bijzondere problemen waarin zij verkeert nadere voorwaarden aan nieuwe toetredingen zou moeten stellen en of dat billijk zou zijn voor landen die reeds in de toetredingsprocedure zitten.

Om deze hoofdvragen voor zichzelf te kunnen beantwoorden, hebben de leden van de SP-fractie enkele concrete vragen aan de regering.

Monitoringsrapport

De leden van de SP-fractie vinden het verstandig dat ook tijdens het ratificatieproces monitoring plaatsvindt op het voldoen aan de lidmaatschapseisen in de praktijk. De laatste monitoringsrapportage van de Europese Commissie verschijnt aanstonds. De regering heeft aangegeven dat Nederland, maar ook Duitsland en Denemarken, op dit monitoringsrapport wil wachten met het daadwerkelijk deponeren van de ratificatie. De regering heeft het finale oordeel dus nog even opgeschort, al is zij op dit moment positief. Deelt de regering de mening van de leden van de SP-fractie dat bij ratificatie het finale oordeel aan het parlement hoort te zijn?

Is de regering daarom bereid te wachten met de beantwoording van de onderstaande vragen tot de laatste rapportage van de Commissie is ontvangen en zij in staat is het finale oordeel namens de regering te vellen?

Kopenhagencriteria

Graag ontvangen de leden van SP-fractie de laatste monitoringsrapportage van de Europese Commissie, voorzien van een conclusie door de regering op alle Kopenhagencriteria en een eindconclusie ten aanzien van toetredingsgereedheid van Kroatië. Wat betreft de leden van de SP-fractie dient deze eindconclusie verder te gaan dan de constatering dat vanwege de positieve exportbalans met Kroatië de toetreding in ons economische belang is.

Is de regering van mening dat met de Kopenhagencriteria de weg tot toetreding voldoende strikt is om fouten uit het verleden te voorkomen? En zijn deze toetredingseisen ook afdoende om nieuwe problemen, zoals die sinds de financiële, economische en budgettaire crisis aan het licht zijn gekomen ten aanzien van het ontwerp van de EMU en de macro-economische onevenwichtigheden binnen de EU, te voorkomen?

Gevolgen van de huidige crisis in de EU

Ziet de regering als gevolg van de huidige crisis in de EU, zowel financieel en economisch, als ook institutioneel en qua vertrouwen, nog andere, eerder onvoorziene problemen ten aanzien van de toetreding van nieuwe landen tot de EU? Is de discussie over toetreding intern en met andere lidstaten hierdoor nog beïnvloed? Zo ja, hoe?

Ratificatieproces

Zijn er behalve Duitsland, Denemarken en Nederland nog andere landen die het ratificatieproces nog moeten afronden?

Slovenië

Ziet de regering een risico dat Slovenië het ratificatieproces vertraging laat oplopen, ondanks dat grensgeschillen via een apart traject worden geadresseerd? Hoe staat het met de oplossing van deze grensgeschillen tussen Slovenië en Kroatië? Speelt ook het conflict over tegoeden en schulden van de Ljubljanska Banka nog een rol? Hoe staat het met de oplossing van dit conflict? Zijn er nog andere zaken onderwerp van meningsverschil of conflict tussen deze twee landen?

De commissie ziet met belangstelling uit naar de ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag uiterlijk vrijdag 22 maart 2013, 16:00 uur. Met het uitbrengen van dit verslag en de beantwoording van de daarin gestelde vragen acht de commissie de schriftelijke voorbereiding in commissieverband voltooid. Over de wijze van plenaire afdoening op 26 maart zal de commissie nog nader beraadslagen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Strik

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Broekers-Knol (VVD), Kox (SP), Franken (CDA), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Strik (GL), (voorzitter), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Martens (CDA), Backer (D66), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Schrijver (PvdA), (vice-voorzitter), Postema (PvdA), Sörensen (PVV), Popken (PVV), Swagerman (VVD), Van Dijk (PVV) en Bruijn (VVD).

Naar boven