Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State van het Koninkrijk d.d.
12 december 2011 en het nader rapport d.d. 24 januari 2012, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 27 oktober 2011, no. 11.002592, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de staatssecretaris van Financiën,
bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging
aanhangig gemaakt het Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake wederzijdse administratieve
bijstand in belastingzaken; Parijs, 27 mei 2010 (Trb. 2010, 221 en Trb. 2010, 314), met toelichtende nota.
Het Protocol ziet op een aanpassing van het Verdrag inzake wederzijdse administratieve
bijstand in belastingzaken (WABB-Verdrag) aan de internationale standaard op het gebied
van inlichtingenuitwisseling zoals overeengekomen binnen de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk onderschrijft de goedkeuring van het Protocol, maar plaatst daarbij
de volgende kanttekening.
Ingevolge artikel V van het Protocol wordt artikel 21 van het WABB-Verdrag vervangen,
maar niet volledig gewijzigd. Uit de toelichtende nota blijkt onvoldoende welke wijzigingen
worden aangebracht. Voor de aangebrachte wijzigingen wordt in de toelichtende nota
verwezen naar een in het kader van de OESO en de Raad van Europa opgestelde gemeenschappelijke
toelichting («explanatory report») met een artikelsgewijs commentaar waarin de strekking
van de artikelen van het Protocol wordt uiteengezet.1 In deze gemeenschappelijke toelichting worden zowel de gewijzigde als de ongewijzigde
artikelen of onderdelen van het WABB-Verdrag geïntegreerd behandeld. Slechts door een vergelijking van de oude en de nieuwe
artikelen en van de oude en de nieuwe toelichting wordt duidelijk welke wijzigingen
zijn aangebracht en wat die wijzigingen inhouden. Zoals de Raad al eerder heeft opgemerkt,
is de praktijk er mee gediend dat de toelichtende nota zelfstandig leesbaar is.2
De Afdeling adviseert de toelichting op artikel V van het Protocol op dit punt aan
te vullen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 oktober 2011, nr. 11.002592,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd
12 december 2011, nr. W06.11 0449/III/K, bied ik U hierbij aan.
1. Gevolg gevend aan het advies van de Afdeling advisering van de Raad over de toelichting
bij artikel V van het Protocol, is de toelichtende nota op dit punt aangevuld.
2. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de toelichting bij 6. (Voorbehouden
en verklaringen) en 7. (Koninkrijkspositie) redactioneel aan te passen.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging
goed te vinden dat bedoeld Protocol wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal
en aan de Staten van Curaçao, aan die van Sint Maarten en aan die van Aruba, nadat
aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
H.D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken mij te machtigen
gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende
nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba, Curaçao en Sint
Maarten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal