33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere wetten gericht op bevordering deelname aan de arbeidsmarkt voor mensen met arbeidsvermogen en harmonisatie van deze regelingen (Invoeringswet Participatiewet)

Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2014

Tijdens de tweede termijn van de behandeling van de Participatiewet (Handelingen II 2013/14, nr. 56) heb ik het amendement met Kamerstuk 33 161, nr. 152 ontraden. Ik hecht eraan mijn zienswijze hierover ook nog schriftelijk aan uw Kamer te doen toekomen.

Het amendement stelt voor om het compensatiebeginsel zoals dat in de huidige WMO geldt, tevens toe te passen op de Participatiewet.

In de WMO is het compensatiebeginsel gekoppeld aan specifiek benoemde prestatievelden. Dit is een systematiek die de Participatiewet niet kent, waardoor de reikwijdte op dit moment niet is te overzien. Het bewerkstelligt daarmee ook een grote mate van financiële onzekerheid voor gemeenten, die ik ongewenst acht.

Verder geldt dat het wetsvoorstel WMO 2015 dat op 14 januari j.l. (Kamerstukken 33 841) is ingediend, aanpassingen bevat ten aanzien van het compensatiebeginsel. Introductie van een beginsel als ontleend aan de huidige WMO in de Participatiewet strookt hier niet mee.

Om deze redenen ontraad ik het amendement, maar ik zeg uw Kamer graag toe om, mede gelet op de door te voeren aanpassingen van de WMO 2015, te onderzoeken wat de gevolgen zouden zijn van introductie van een compensatiebeginsel in de Participatiewet en uw Kamer hierover voor de zomer te informeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven