Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2020
Het goed functioneren van het Nederlands metrologisch instituut (VSL) is van groot
belang voor onze economie. VSL zorgt ervoor dat internationaal vastgestelde meetstandaarden
als de «meter» en «kilo» in Nederland toepasbaar gemaakt kunnen worden. De zeer nauwkeurige
metingen van VSL zijn essentieel voor onder andere de handel, de uitvoering van het
klimaatbeleid en de energietransitie.
Ik heb u over de wijze waarop ik het functioneren van dit instituut verder wil verbeteren
dit jaar en vorig jaar geïnformeerd (Kamerstuk 33 159, nr. 3; Kamerstuk 33 159, nr. 4). Ik kondigde onder meer aan een communicatieprotocol op te stellen en maatregelen
te nemen om de invloed van de eigenaar van VSL te matigen. Uw Kamer vroeg mij afgelopen
november in aanvulling hierop, bij motie van het lid Bruins (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 47), helder vast te leggen wat met betrekking tot het nationale meetstandaardenbeheer
de rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het ministerie, de Raad van deskundigen,
de directeur, aandeelhouder en raad van commissarissen zijn. Uw Kamer verzocht mij
daarnaast op 10 november jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 22, stemmingen) aan te geven
hoe ik mij voorneem om de motie uit te voeren. Dat doe ik bij deze.
Ik zal het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van mijn ministerie,
de Raad van deskundigen, de directeur, de aandeelhouder en de raad van commissarissen
onderdeel uit laten maken van het traject om te komen tot een communicatieprotocol
tussen de bij VSL betrokken partijen. Ik verwacht uw Kamer over de uitkomsten daarvan
voor de zomer van 2021 te rapporteren. De wijze waarop taken, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden betreffende het nationale meetstandaardenbeheer zijn belegd zal daar
expliciet deel van uitmaken.
Daarbij teken ik aan dat ik ervan uitga dat de bestaande taken inhoudelijk afdoende wettelijk zijn vastgelegd, een en ander indachtig de voorstellen tot aanpassing
van de Metrologiewet zoals omschreven in mijn brief aan de Kamer van 29 oktober 2020
(Kamerstuk 33 159, nr. 4). Mocht uit het traject naar een communicatieprotocol evenwel blijken dat er een
hiaat bestaat in de wijze waarop verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd,
dan neem ik dit uiteraard mee in mijn rapportage aan uw Kamer.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer