33 145 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen van de basisbeurs voor studenten in de masterfase in het sociaal leenstelsel en het aanbrengen van enkele vereenvoudigingen in het studiefinancieringsstelsel

Nr. 24 AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Ontvangen 19 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel I, wordt in het tweede lid van artikel 3.6a na «tot en met vierde lid,» ingevoegd: 5.2bis, eerste lid,.

II

Artikel I, onderdeel X, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «vier nieuwe artikelen» vervangen door: vijf nieuwe artikelen.

2. Na artikel 5.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.2bis Vorm en duur studiefinanciering voor sectoren onderwijs en zorg

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2 worden basisbeurs en aanvullende beurs aan een student verstrekt in de vorm van een prestatiebeurs:

    • a. voor een opleiding in het hoger beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 7.3a, tweede lid, van de WHW, gedurende de periode waarop de studielast van die opleiding is gebaseerd, voor zover het een opleiding betreft op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg, dan wel

    • b. voor een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, van de WHW gedurende de periode waarop de studielast van die opleiding is gebaseerd, voor zover het een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg betreft.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, wordt de aanvullende beurs in de eerste 5 maanden waarvoor aanspraak op studiefinanciering bestaat, verstrekt in de vorm van een gift.

  • 3. Indien aan de voorwaarden, bedoeld in dit hoofdstuk, wordt voldaan wordt de prestatiebeurs omgezet in een gift.

  • 4. Studiefinanciering, met uitzondering van het collegegeldkrediet, wordt gedurende 36 maanden na de periodes, bedoeld in het eerste lid, verstrekt in de vorm van een lening. Het bedrag dat per maand kan worden geleend, bedraagt in afwijking van de artikelen 3.1, derde lid, 3.2, 3.3, 3.13 en 3.18, naar de maatstaf van 1 januari 2011 € 853,16. Tevens kan een reisvoorziening worden verstrekt.

  • 5. De basislening en aanvullende lening kunnen gedurende de periode waarin aanspraak gemaakt kan worden op aanvullende beurs worden verstrekt. Het collegegeldkrediet kan worden verstrekt gedurende de periode, bedoeld in de eerste volzin van dit lid en gedurende de periode bedoeld in het vierde lid.

  • 6. Op aanvraag kan een student als bedoeld in artikel 3.5, gedurende de in het zesde lid bedoelde periode tevens in aanmerking komen voor een lening ter grootte van het bedrag bedoeld in artikel 3.5, tweede lid.

III

In artikel I, onderdeel X wordt in artikel 5.2c na «5.2, vierde lid» telkens ingevoegd: of artikel 5.2bis, eerste lid,.

IV

In artikel I, onderdeel Y, onder 1, wordt na «derde of vierde lid,» ingevoegd: 5.2bis,.

V

In artikel I, onderdeel Ak, wordt in artikel 12.9b na «artikelen 5.2,» ingevoegd: 5.2bis,.

VI

In artikel I, onderdeel Ak, wordt in artikel 12.9c na «artikelen 5.2,» ingevoegd: 5.2bis,.

VII

In artikel I, onderdeel Ak, wordt in artikel 12.9d na «artikelen 5.2,» ingevoegd: 5.2bis,.

VIII

In artikel III, onderdeel B, onder 3, wordt in het tweede lid na «of artikel 5.2, eerste lid» ingevoegd: of artikel 5.2bis, eerste lid,.

Toelichting

Dit amendement regelt dat er geen leenstelsel komt voor studies in de sectoren onderwijs en zorg.

Jasper van Dijk

Naar boven