33 136 Structuurvisie Ondergrond

E VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 augustus 2018

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving1 hebben tijdens de commissievergadering van 3 juli 2018 de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 21 juni 2018 betreffende de Structuurvisie Ondergrond2 besproken. Daarbij is besloten de Staatssecretaris een brief te sturen over de wijze van behandeling van de Structuurvisie.

De Staatssecretaris heeft op 21 augustus 2018 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING

Aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat

Den Haag, 12 juli 2018

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving hebben op 21 juni 2018 uw brief ontvangen betreffende de Structuurvisie Ondergrond3 (hierna: Structuurvisie). Deze brief is besproken tijdens de commissievergadering van deze leden op 3 juli jl. Daarbij is besloten u een brief te sturen over de wijze van behandeling van de Structuurvisie zoals zij die voor zich zien.

De Structuurvisie is op grond van artikel 2.3, vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aan beide Kamers der Staten-Generaal tegelijkertijd aangeboden, opdat zij in het openbaar kunnen beraadslagen over deze Structuurvisie.4 De wens tot beraadslaging moeten de Kamers binnen acht weken na ontvangst van een structuurvisie te kennen geven. Op 27 juni jl. heeft de vaste Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat de inbrengdatum voor het stellen van vragen ten behoeve van een schriftelijk overleg vastgesteld op 18 juli 2018.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving wensen de inbreng voor schriftelijk overleg in de Tweede Kamer af te wachten alvorens een besluit te nemen over het in behandeling nemen van de Structuurvisie. Dit betekent echter wel dat een dergelijk besluit pas genomen kan worden na het zomerreces van de Kamer. De leden verzoeken u deze wens te honoreren en geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de behandeling in de Eerste Kamer is afgerond.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien uw spoedige reactie met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, J.E.A.M. Nooren

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 augustus 2018

Op 12 juli 2018 heb ik een brief ontvangen van de vaste Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (kenmerk 163312.03u) over de wijze van behandeling van de Structuurvisie Ondergrond zoals de leden van de commissie dat voor zich zien.

De leden van de commissie geven aan de inbreng voor schriftelijk overleg in de Tweede Kamer af te willen wachten alvorens een besluit te nemen over het in behandeling nemen van de Structuurvisie en verzoeken mij geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de behandeling in de Eerste Kamer is afgerond.

Hierbij geef ik u aan dit verzoek te honoreren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Vos (GL), P. van Dijk (PVV), Atsma (CDA), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Jorritsma-Lebbink (VVD) (vice-voorzitter), N.J.J. van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Meijer (SP), Nooren (PvdA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schaper (D66), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Verheijen (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV),Van der Sluijs (PVV), Van Zandbrink (PvdA), Fiers (PvdA).

X Noot
2

Kamerstukken I 2017/18, 33 136, C.

X Noot
3

Kamerstukken I 2017/18, 33 136, C.

X Noot
4

In casu heeft de vastgestelde Structuurvisie overigens de Tweede Kamer eerder bereikt dan de Eerste Kamer, 11 juni 2018 respectievelijk 21 juni 2018 (zie ook het naar aanleiding daarvan gevoerde schriftelijk overleg, Kamerstukken I 2017/18, 33 136, D).

Naar boven