33 136 Structuurvisie Ondergrond

B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 december 2016

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening1 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 november 20162, waarin zij de Kamer informeert over de Ontwerp Structuurvisie Ondergrond.

Naar aanleiding hiervan is op 30 november 2016 een brief gestuurd aan de Minister.

De Minister heeft op 16 december 2016 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, MILIEU EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu

Den Haag, 30 november 2016

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: commissie IMRO) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 11 november 20163, waarin u de Kamer informeert over de Ontwerp Structuurvisie Ondergrond (hierna: Structuurvisie). Zij hebben over de wijze van aanbieding van deze Structuurvisie een aantal opmerkingen.

De leden van de commissie IMRO merken op dat de aanbiedingsbrief bij de Structuurvisie geen informatie bevat ten aanzien van de procedurele aspecten omtrent deze Structuurvisie. Zij missen de grondslag op basis waarvan deze Structuurvisie aan de Kamer wordt gezonden. Zonder deze informatie is het voor de leden van de commissie IMRO bijzonder lastig, zo niet ondoenlijk, om het aangebodene op zijn merites te beoordelen.

Het vorenstaande geldt des te meer nu bij de behandeling van structuurvisies de rol van de Eerste Kamer een andere is dan die van de Tweede Kamer. De Eerste Kamer wordt namelijk pas in een later stadium in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van acht weken kenbaar te maken dat zij openbaar wenst te beraadslagen over een structuurvisie, namelijk bij de verwezenlijking ervan.4

De leden van de commissie IMRO verzoeken u derhalve bij het toesturen van stukken rekening te houden met de rol van de Eerste Kamer en duidelijk te markeren in welke fase van het traject deze stukken worden toegestuurd, eventueel met een terugblik op wat voorafgegaan is.

Om verwarring over de status van een toegestuurd stuk in de toekomst te voorkomen, vragen zij u voorts in correspondentie duidelijk te vermelden waarom een bepaald stuk gestuurd is middels verwijzing ̶ indien van toepassing ̶ naar de wettelijke bepaling(en), of als een bepaald stuk ter informatie wordt aangeboden, dit ook expliciet te vermelden.

De leden van de vaste commissie voor IMRO zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 16 december 2016.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, E.M. Sent

BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2016

Naar aanleiding van uw brief van 30 november 2016 over de Ontwerp Structuurvisie Ondergrond bericht ik u als volgt. Terecht wijst u op het verschil tussen de rol van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer bij de behandeling van de structuurvisie. Ik wilde echter ook de Eerste Kamer informeren over de start van de zienswijzeprocedure van de structuurvisie. Dat de toezending van het ontwerp niet was bedoeld als aanbieding met het oog op verwezenlijking van de structuurvisie, had duidelijker aangegeven kunnen worden.

Na verwerking van de ingebrachte zienswijzen en de behandeling van de Ontwerp Structuurvisie Ondergrond in de Tweede Kamer, zal vaststelling, maar nog niet verwezenlijking, van de structuurvisie plaatsvinden. De vastgestelde structuurvisie zal ik, conform artikel 2.3, vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, aan beide Kamers der Staten-Generaal doen toekomen.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Schrijver (PvdA), Sent (PvdA) (voorzitter), Vos (GL), Kops (PVV), Atsma (CDA), Dercksen (PVV), Van Dijk (SGP), Don (SP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD) (vicevoorzitter), Van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Meijer (SP), Pijlman (D66), Schaper (D66), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Verheijen (PvdA), Klip-Martin (VVD), Sietsma (CU)

X Noot
2

Kamerstukken I 2016/17, 33 136, A.

X Noot
3

Kamerstukken I 2016/17, 33 136, A.

X Noot
4

Artikel 2.3, vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening; De Tweede Kamer wordt al betrokken bij het vaststellen van een structuurvisie: artikel 2.3, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

Naar boven