33 127 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met de uitbreiding van gemeentelijke taken op het terrein van de begeleiding en een gewijzigde verdeling van de bestuurlijke verantwoordelijkheid

Nr. 69 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2013

Bij koninklijke boodschap van 21 december 2011 is het voorstel van wet tot wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met de uitbreiding van gemeentelijke taken op het terrein van de begeleiding en een gewijzigde verdeling van de bestuurlijke verantwoordelijkheid aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden (Kamerstuk 33 127, nr. 1).

Dit voorstel van wet strekt ertoe de gemeentelijke taken uit te breiden met begeleiding voor personen zonder verblijfsindicatie en kortdurend verblijf ten behoeve van personen die zijn aangewezen op permanent toezicht. Beoogd was dit wetsvoorstel te kunnen invoeren met ingang van 2013. Tijdens de demissionaire periode van het vorige kabinet is de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer opgeschort.

In het Regeerakkoord VVD–PvdA is vastgelegd dat gemeenten met ingang van 2015 geheel verantwoordelijk worden voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. Dit vereist een verdergaande en op andere wijze vorm te geven taakuitbreiding voor de gemeenten dan met het aanhangige wetsvoorstel werd beoogd. Er wordt naar gestreefd in het najaar van 2013 een daartoe strekkend wetsvoorstel bij de Tweede Kamer te doen indienen.

Het wordt niet wenselijk geacht voorafgaand aan deze verdergaande wetswijziging per 2015 de Wet maatschappelijke ondersteuning eerst nog met ingang van 2014 te wijzigen; het aanhangige wetsvoorstel zou dan eerst nog zeer ingrijpend moeten worden aangepast.

Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet daarom hierbij in.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven