33 118 Omgevingsrecht

Nr. 152 HERDRUK1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2020

Op 25 juni 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de instelling van de bestuurlijke commissie Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving2. Van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heb ik op 1 juli 2020 het verzoek ontvangen om nadere toelichting op de samenstelling. Via deze brief kom ik graag aan dat verzoek tegemoet.

Zoals ik op 25 juni 2020 al heb bericht, is de commissie samengesteld uit een aantal ervaren deskundigen, onder voorzitterschap van de heer J.J. van Aartsen.

Ik vind het belangrijk hier nogmaals te onderstrepen dat deelname van de commissieleden op persoonlijke titel is. De deelnemers zijn gevraagd vanwege hun expertise en niet vanwege, bijvoorbeeld, een andere betrekking die zij nu hebben.

Daarnaast is er bij de samenstelling van de commissie gekeken naar de ervaring die de verschillende deelnemers in hun maatschappelijke carrière opgebouwd hebben, met als doel dat er een zo breed mogelijke expertise in de commissie aanwezig is.

Naast mensen met een carrière in het openbaar bestuur is er, zeker vanwege het onderwerp, ook deelname gewenst van personen die de doorwerking en dynamiek van het stelsel in het bedrijfsleven goed kennen, net zoals ervaring vanuit het maatschappelijk veld en vanuit handhaving gewenst is.

Ik heb er vertrouwen in dat de commissie in de huidige samenstelling in staat is om het brede terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving te overzien en tot een onafhankelijk advies te komen over welke verbeteringen op dat gebied mogelijk zijn.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Eerder is abusievelijk de tekst van Kamerstuk 33 118, nr. 149 onder dit Kamerstuknummer verschenen.

X Noot
2

Kamerstuk 33 118, nr. 149.

Naar boven