Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2020
Op 25 juni 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de instelling van de bestuurlijke
commissie Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving2. Van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heb ik op 1 juli 2020 het
verzoek ontvangen om nadere toelichting op de samenstelling. Via deze brief kom ik
graag aan dat verzoek tegemoet.
Zoals ik op 25 juni 2020 al heb bericht, is de commissie samengesteld uit een aantal
ervaren deskundigen, onder voorzitterschap van de heer J.J. van Aartsen.
Ik vind het belangrijk hier nogmaals te onderstrepen dat deelname van de commissieleden
op persoonlijke titel is. De deelnemers zijn gevraagd vanwege hun expertise en niet
vanwege, bijvoorbeeld, een andere betrekking die zij nu hebben.
Daarnaast is er bij de samenstelling van de commissie gekeken naar de ervaring die
de verschillende deelnemers in hun maatschappelijke carrière opgebouwd hebben, met
als doel dat er een zo breed mogelijke expertise in de commissie aanwezig is.
Naast mensen met een carrière in het openbaar bestuur is er, zeker vanwege het onderwerp,
ook deelname gewenst van personen die de doorwerking en dynamiek van het stelsel in
het bedrijfsleven goed kennen, net zoals ervaring vanuit het maatschappelijk veld
en vanuit handhaving gewenst is.
Ik heb er vertrouwen in dat de commissie in de huidige samenstelling in staat is om
het brede terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving te overzien en tot
een onafhankelijk advies te komen over welke verbeteringen op dat gebied mogelijk
zijn.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer