33 061 Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE1

Vastgesteld 23 oktober 2012

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel dat de aanpassingen die nodig zijn gemaakt door het wetsvoorstel herziening maatregelen kinderbescherming (32 015) in andere wetgeving beoogt door te voeren. Zij hebben nog een tweetal vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen.

2. Algemeen

De leden van de CDA-fractie constateren dat door het voornemen van de regering tot opschorting van de inwerkingtreding van enkele bepalingen uit het wetsvoorstel 32 015 (Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming) totdat de stelselherziening jeugd is doorgevoerd, het ook nodig is de inwerkingtreding van enkele bepalingen uit dit wetsvoorstel op te schorten. Is de regering zich daarvan bewust en om welke bepalingen gaat het precies?

In de memorie van toelichting bij wetsvoorstel 32 015 wordt melding gemaakt van de nodige aanpassingen in wetgeving vanwege het feit dat de grond «ernstig» bij de ondertoezichtstelling is komen te vervallen.2 Deze grond is bij amendement juist weer teruggekomen. De leden van de CDA-fractie gaan ervan uit dat dit consequenties heeft voor het onderhavige wetsvoorstel. Zien zij het goed dat dit niet in de nota van wijzigingen is «meegenomen»? Kan de regering aangeven welke consequenties dit heeft voor het onderhavige wetsvoorstel?

Bij nota van wijziging in de aanpassingswet is bepaald dat een ieder, behalve Bureau Jeugdzorg, die een geschil aan de kinderrechter voor wil leggen een advocaat moet inschakelen. De leden van de SP-fractie vragen of dit betekent dat ook griffierecht zal worden geheven. Zij merken daarbij op dat in de wet griffierecht in Burgerlijke Zaken is opgenomen dat in zaken verbandhoudende met ondertoezichtstelling (OTS) geen griffierecht verschuldigd is. Deze leden vragen of zij kunnen aannemen dat dit ook geldt voor de geschillenregeling binnen de OTS, voor ouders, minderjarigen en pleegouders? Kunnen pleegouders een toevoeging krijgen voor het voorleggen van een conflict?

De leden van de vaste commissie voor Veiligheid & Justitie zien de reactie van de regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid & Justitie, Broekers-Knol

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid & Justitie, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Broekers-Knol (VVD) (voorzitter), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Ester (CU), Swagerman (VVD)

X Noot
2

TK, 2008–2009, 32 015, nr. 3, blz. 3.

Naar boven