33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2013

Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, de Rapportage Green Deal Duurzaamheid Vaste Biomassa1. Deze Rapportage is tot stand gekomen in het kader van de Green Deal Rapportage Duurzaamheid Vaste Biomassa die in 2012 samen met partijen uit de energie- en biomassasector is afgesloten.

Green Deal Duurzaamheid Vaste Biomassa

De deelnemende partijen hebben afgesproken om jaarlijks te rapporteren over de kenmerken van de vaste biomassa die zij gebruiken voor energie. Deze rapportage over 2012 is de eerste van in totaal drie publieke rapportages. Het doel hiervan is meer transparantie te bieden over de duurzaamheid van vaste houtachtige biomassa voor energietoepassingen in Nederland. Tevens biedt de Green Deal aan de deelnemende partijen de mogelijkheid om ervaring op te doen met de certificering van de door hen gebruikte biomassa. Hiermee lopen de sectoren vooruit op de wettelijk verplichte duurzaamheidscriteria voor vaste biomassa voor energie waar Nederland in EU-verband naar streeft. Alle grote energieproducenten hebben de Green Deal ondertekend. Daarnaast hebben de drie afvalverwerkers in Nederland die houtachtige stromen gebruiken voor energie en een aantal kleinere energieproducenten zich aangesloten bij de Green Deal.

Resultaten Rapportage

De rapportage biedt inzicht in onder meer de aard en herkomst van de in 2012 ingezette biomassa, de gehanteerde certificeringsystemen om de duurzaamheid aan te tonen en de reductie in broeikasgasemissies ten opzichte van fossiele brandstoffen. Alle energieproducenten die de Green Deal hebben ondertekend, hebben gegevens aangeleverd. Agentschap NL heeft de gegevens verzameld en verwerkt in deze rapportage. De bedrijven zijn verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van de gegevens. Er is geen formele toets of verificatie van de gegevens geweest door de overheid.

In totaal hebben de deelnemende producenten gerapporteerd over ruim 2.000 kiloton vaste houtachtige biomassa. Hiervan kwam bijna de helft (47%) uit Nederland. Van alle gerapporteerde vaste biomassa bestaat 36% uit oud hout. Voor oud hout zijn geen certificeringsystemen beschikbaar en zijn de duurzaamheidsrisico’s beduidend kleiner dan voor vers hout (omdat er geen

bomen voor gekapt zijn). Van de 64% vers hout geven de producenten aan dat 71% gecertificeerd is en 15% een reststroom betreft (zoals snoeihout dat vrijkomt bij bos- en natuurbeheer). De overige 14% van het verse hout is geen reststroom en nog niet gecertificeerd. Dit is 9% van de totale hoeveelheid gerapporteerde vaste biomassa.

De energieproducenten hebben daarnaast berekend wat de reductie in broeikasgasemissie is geweest als gevolg van de inzet van vaste biomassa (ten opzichte van fossiele brandstoffen). Alle bedrijven zitten met reducties variërend van 80 tot bijna 100% ruim boven de in de Green Deal geformuleerde doelstelling van een reductie met minimaal 60%.

De tweede rapportage in het kader van de Green Deal Duurzaamheid Vaste Biomassa zal medio 2014 uitkomen en betrekking hebben op de vaste houtachtige biomassa die de energieproducenten in 2013 inzetten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven