33 042 Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2012

In mijn brief van 30 september 2011 (33 042, nr. 1) heb ik uw Kamer laten weten dat ik een breed onafhankelijk onderzoek naar het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zou laten verrichten. In mijn brief van 11 oktober 2011 (33 042, nr. 2) heb ik u nader geïnformeerd over de opzet van het onderzoek. In deze brief heb ik u eveneens laten weten dat, naast het brede onderzoek naar het functioneren van het COA door de door mij ingestelde onderzoekscommissie COA, een onafhankelijk onderzoek naar de gehanteerde financieringssystematiek ten aanzien van het COA verricht zou worden. Dit onderzoek is inmiddels afgerond door het onafhankelijke adviesbureau Ernst & Young. Ik bied uw Kamer hierbij de eindrapportage aan1. De resultaten van de onderzoekscommissie COA verwacht ik eind maart 2012.

In het rapport van Ernst & Young wordt ingegaan op de volgende vragen:

  • 1. Is de financieringssystematiek van het COA nog adequaat in deze tijd van lage aantallen asielzoekers?

  • 2. Een oordeel over de hoogte van de kostprijs per asielzoeker en de toerekening naar kostendrager.

De onderzoekers hebben bij het beantwoorden van de eerste onderzoeksvraag onderscheid gemaakt naar opzet, invulling en toepassing van de financieringssystematiek. Concluderend wordt gesteld dat de systematiek de afgelopen jaren niet op alle onderdelen voldoende heeft gefunctioneerd. De opzet ervan was voldoende flexibel en doelmatig gegeven de keuze om COA de opdracht te geven om opvangcapaciteit te leveren. Over de invulling ervan heeft Ernst & Young in het korte tijdsbestek van het onderzoek geen oordeel kunnen geven. De toepassing van de systematiek behoeft verbetering.

Het onderzoek heeft aanbevelingen ten aanzien van de financieringssystematiek opgeleverd:

  • Het herzien van de kostendrager capaciteitsplaatsen: bijvoorbeeld het bestellen in aantallen asielzoekers in plaats van het bestellen van capaciteitsplaatsen om recht te doen aan de aard en de opdracht van een uitvoeringsorganisatie.

  • Het herzien van de overlegstructuur tussen eigenaar, opdrachtgever, Raad van Toezicht en COA in combinatie met het meer inhoud en transparantie geven aan de bedrijfsvoering en de raming van de aantallen aan de hand van een rolling forecast.

  • Het herzien van de afbestelprocedure, zowel procesmatig als inhoudelijk.

  • Het herzien van de volledige jaarlijkse indexering, het budgethouderschap van de programmakosten van de Regelingen en de kosten voor gezondheidszorg.

  • Het herzien van de periode en de systematiek van herijking van de kostprijzen (geen automatische toekenning van het kostenniveau van COA in de kostprijzen van de realisatie).

  • Het bezien van de definitie van extreme groei en krimp, de tarieven van de optie en te lage bestelling.

  • Het bezien van de aanwending van 20% van het positieve bedrijfsresultaat van het COA.

  • Het doorvoeren van additionele prikkels ten behoeve van de verbetering van doelmatigheid van COA.

  • Het eenduidig benoemen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden (rollen), de onderliggende procedures – zowel aan de kant van COA (inclusief Raad van Toezicht) als aan de kant van de eigenaar en opdrachtgever – en de verdeling van de risico’s vanuit het perspectief van de financieringsrelatie.

Over de hoogte van de kostprijs van het COA hebben de onderzoekers geen volledig oordeel kunnen geven. Met betrekking tot de component overhead stellen zij dat het COA in de huidige situatie meer FTE in de overhead heeft dan het gemiddelde van de benchmark van ZBO-organisaties. Zij doen geen uitspraak over de optimale omvang van de overhead. Voor de beoordeling van de overige componenten van de kostprijs geeft Ernst & Young aan dat het lastig is om vergelijkbare organisaties te vinden vanwege het unieke karakter van het COA.

De aanbevelingen uit het rapport van Ernst & Young die raken aan de onderzoeksopdracht van de onderzoekscommissie COA bied ik u ter kennisneming aan. Deze zal ik niet eerder uitwerken dan na beschikbaar komen van de resultaten van de onderzoekscommissie COA. Op dat moment kunnen ze in het perspectief van het brede onderzoek worden bezien. De onderzoekscommissie COA verricht momenteel een onderzoek naar o.a. de formele bestuursstructuur en juridische positionering van het COA. In dit onderzoek worden bijvoorbeeld de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken actoren bezien. Als onderdeel daarvan wordt ook het departement in de rol van opdrachtgever en eigenaar en de verhouding ten opzichte van de Raad van Toezicht belicht. Ook de status als ZBO is onderwerp van onderzoek.

Om de doelmatigheid en de flexibiliteit van de financieringssystematiek van het COA te vergroten stelt Ernst & Young voor een traject te starten waarin deze wordt herzien. Ik ben inmiddels binnen het ministerie in samenwerking met het COA een traject gestart, waarin de technische aanbevelingen uit het rapport van Ernst & Young worden opgepakt. Dit betreft zaken als een wijziging van de kostendrager capaciteitsplaatsen naar de kostendrager asielzoekers, het herzien van de afbestelprocedure en het bezien van de definitie van extreme groei en krimp en van enkele tarieven. Deze zaken kunnen los van mogelijke wijzigingen in de organisatie- en overlegstructuur worden opgepakt. Met deze voortvarende uitwerking beoog ik in de loop van 2012 aan de hand van een aangepaste systematiek bestellingen voor 2013 te kunnen doen.

De informatieverstrekking vanuit het COA is de afgelopen maanden sterk verbeterd. Binnen de bestaande overlegstructuur wordt daardoor in de praktijk nu al invulling gegeven aan de aanbeveling om meer inhoud en transparantie te geven aan de bedrijfsvoering. Ook heeft het COA in september jl. reeds een personeelsreductie op het hoofdkantoor aangekondigd, waarmee de verhouding tussen FTE in de overhead en in het primaire proces zal afnemen. Het COA is momenteel bezig om snel een exacte invulling te geven aan deze krimpoperatie.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven