33 042 Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2011

Op 11 oktober jl. heb ik u bericht over de onderzoeken die zullen worden uitgevoerd in relatie tot het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) (Kamerstuk 33 042, nr. 2). Een van deze onderzoeken betreft het onderzoek naar het werkklimaat en de bestuursstructuur van het COA. Hierbij verschaf ik u aanvullende informatie in relatie tot dit onderzoek. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd onder leiding van mevrouw drs. Jacqueline Rijsdijk en de heer prof. mr. Michiel Scheltema. Mevrouw Rijsdijk was voorheen lid van de directie van ASR Nederland N.V. en vervult thans verschillende bestuurs-, toezichts- en adviesfuncties. De heer Scheltema is thans regeringscommissaris voor de algemene regels van bestuursrecht.

De voorbereiding voor de aanbesteding van het onderzoek aan een onafhankelijk onderzoeksbureau dat mevrouw Rijsdijk en de heer Scheltema zal bijstaan bij de uitvoering van het onderzoek is inmiddels aangevangen. Het bureau zal via de mantelovereenkomst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden gecontracteerd.

Tijdens het algemeen overleg met uw Commissie Immigratie en Asiel van 12 oktober jl. is in aanvulling op de onderzoeksfocus, zoals beschreven in mijn brief aan uw Kamer van 11 oktober jl., een aantal onderzoeksonderwerpen aan de orde gekomen. Het betrof in het bijzonder de salarisontwikkeling van mevrouw Nurten Albayrak in de afgelopen jaren, de benoemingsprocedure van de te benoemen bestuursvoorzitter van het COA en de rol van het departement hierbij, de inhuur van externen door de top van het COA en de status van het COA als zelfstandig bestuursorgaan. Deze onderwerpen zullen in het onderzoek worden meegenomen.

In het algemeen overleg heb ik de verwachting uitgesproken dat het onderzoek voor het einde van het jaar gereed zou kunnen zijn. Ik zal de onderzoekers vragen mij zo spoedig mogelijk een datum te geven, waarop zij verwachten het onderzoek af te kunnen ronden. Hieruit zal blijken hoeveel tijd het onderzoek naar verwachting in beslag zal nemen. Ik merk daarbij op dat voor mij zorgvuldigheid voor snelheid gaat.

Tot slot meld ik u als nieuw lid voor de Raad van Toezicht van het COA, mevrouw mr. Ella Kalsbeek te hebben benoemd. Met haar benoeming is, in combinatie met de benoeming van de bestuursvoorzitter ad interim, de besturing van het COA gedurende de periode van het onderzoek geborgd.

De minister voor Immigratie en Asiel a.i., J. P. H. Donner

Naar boven