Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2017
Hierbij informeer ik uw Kamer over mijn besluit om informatie over de inventarisatie
van plankosten voor niet gerealiseerde COA-opvanglocaties te publiceren naar aanleiding
van een tweetal verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob)1. In deze brief informeer ik u tevens over de financiële afwikkeling van de door gemeenten
gemaakte plankosten.
Ten tijde van de verhoogde asielinstroom 2014–2016 heeft het kabinet zowel gepoogd
om deze asielinstroom te verminderen als om voldoende voorbereidingen te treffen voor
opvang in het geval dit niet zou lukken. Gelukkig is het mede dankzij intensieve inspanningen
van het kabinet gelukt om de instroom te verminderen, waardoor veel inspanningen op
het terrein van opvang niet meer noodzakelijk waren.
Inmiddels hadden gemeenten op verzoek van het kabinet wel al planvormingskosten gemaakt
om de mogelijk noodzakelijke opvangcapaciteit te helpen realiseren. De kosten die
in dit scenario zijn gemaakt worden niet ondervangen door de bestaande financiële
regelingen van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers en kunnen ook niet in de
begroting van gemeenten zelf worden ondervangen.
In nauw overleg met de VNG is daarom een inventarisatie van de daadwerkelijk gemaakte
kosten uitgevoerd met het oog op tegemoetkoming naar de desbetreffende gemeenten.
Uit de documenten bij het Wob-besluit komt naar voren welke compensatieverzoeken er
door gemeenten zijn gedaan. Het totaal aan geïnventariseerde plankosten kwam neer
op ca. 6,5 miljoen euro. Op basis van de inventarisatie is met de VNG een eenmalige
afspraak gemaakt over tegemoetkoming hiervan.2 De afspraak ziet erop dat gemeenten gecompenseerd worden voor drie soorten plankosten:
kosten ten aanzien van publiekscommunicatie, kosten voor locatieonderzoek en een percentage
van de specifiek gemaakte personele kosten. Inmiddels heeft het COA alle declaraties
ontvangen – de beoordeling en uitkering ervan is naar verwachting voor eind 2017 gereed.
In de voorjaarsnota 2017 is hiervoor 6 miljoen euro gereserveerd (Kamerstuk 34 730, nr. 1).
Gemeenten zijn een strategische partner bij de realisatie van vluchtelingenbeleid
en hebben voldoende financiële middelen nodig voor hun inzet daarbij. Daarom wordt
de hierboven beschreven afspraak betrokken bij de voorgenomen vernieuwing van de genoemde
compensatieregelingen als ook bij de voorgenomen flexibiliseringsmaatregelen ten aanzien
van de opvangcapaciteit.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff