33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

33 514 (R1998) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

M1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2019

Het regeerakkoord verwijst naar de aanbevelingen van de staatscommissie Herijking ouderschap op het terrein van juridisch meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap. Het stelt daarbij dat de onderzoeken zoals aanbevolen door de staatscommissie zullen worden uitgevoerd. Zoals eerder aangekondigd,2 bied ik u hierbij, mede namens mijn collega van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de adviezen aan die de regering heeft ingewonnen.3 Een kabinetsreactie op de aanbevelingen van de Staatscommissie wordt het komend voorjaar aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden.

In de bijlagen4 treft u aan:

  • een advies van de Staatscommissie Internationaal Privaatrecht over de internationaal privaatrechtelijke aspecten van verschillende aanbevelingen op het terrein van afstamming en adoptie van de Staatscommissie Herijking ouderschap en aan mogelijke bijzondere knelpunten op het terrein van het nationaliteitsrecht en het conflictenrecht ten aanzien van namen;

  • een advies van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken over de vraag of en op welke wijze de door de Staatscommissie aanbevolen regelingen kunnen worden vormgegeven, zodat voorkomen wordt dat deze bij invoering zouden kunnen leiden tot misbruik met als doel aanspraak op een verblijfsrecht binnen Nederland;

  • een reflectie van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie op de gevolgen van juridisch meerouderschap en draagmoederschap voor het erfrecht en de uitvoeringsconsequenties daarvan;

  • een reactie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op het verzoek om inzichtelijk te maken in hoeverre in de praktijk gebruik wordt gemaakt van de onderhoudsverplichting van kinderen jegens hun juridische ouders en (in het verlengde daarvan) of, en zo ja hoe, deze onderhoudsverplichting vorm zou kunnen krijgen in het geval een kind meer dan twee juridische ouders heeft.

Deze adviezen zijn tevens aangeboden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer.

Op 20 november 2018 is aan de Voorzitter van de Tweede Kamer het advies van het Zorginstituut Nederland toegezonden door mijn collega voor Medische Zorg en Sport.5 Dit advies betreft de vraag of en zo ja op welke wijze complexere IVF-behandelingen bij draagmoederschap kunnen worden gefinancierd.

Op de fiscale consequenties zal in de kabinetsreactie eveneens worden ingegaan.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Letter M heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 33 032.

X Noot
2

Kamerstukken II 2017/18, 33 836, 24.

X Noot
3

Kamerstukken II 2016/17, 33 836, 18, bijlage.

X Noot
4

De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 160302.02.

X Noot
5

Kamerstukken II 2018/19, 35 000-XVI, 105, bijlage.

Naar boven