33 009 Innovatiebeleid

Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2017

Hierbij bericht ik uw Kamer over de uitvoering van het amendement van de leden Verhoeven en Ziengs1. Dit amendement maakte op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) voor 2017 € 3 miljoen vrij voor Innovatie Prestatie Contracten (IPC) en € 1 miljoen voor een SBIR-aanpak (Small Business Innovation Research) voor onder meer het stimuleren van veilige uitwisseling van digitale informatie via blockchaintechnologie.

Tevens informeer ik u over twee onderzoeken over SBIR die recent zijn gedaan. Het eerste onderzoek is op mijn verzoek uitgevoerd door Dialogic en stuur ik uw Kamer bij deze toe2. Het tweede onderzoek is op eigen initiatief uitgevoerd door het CPB3.

Innovatie Prestatie Contracten (IPC)

De IPC-regeling is een subsidieregeling voor (10 tot 20) samenwerkende mkb-ondernemingen in dezelfde regio, keten of branche die een meerjarig innovatietraject uitvoeren. De regeling heeft tot doel om mkb-ondernemingen te laten groeien en om kennis van kennisinstellingen en kennisintensieve bedrijven toegankelijk te maken voor het mkb. Met de regeling wordt innovatie in het mkb en samenwerking tussen bedrijven gestimuleerd.

De IPC-regeling kent een grote belangstelling en heeft een breed bereik. Dit jaar heb ik, naast de landelijke IPC-regeling (€ 3 miljoen), samen met de provincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag een regionale IPC-pilot uitgevoerd (€ 1,5 miljoen). Deze pilot richt zich op projecten in Zuid-Holland, waarbij mkb’ers samenwerken met fieldlabs op onder andere het terrein van robotisering, big data en sensortechnologie.

Small Business Innovation Research (SBIR)

SBIR is een pre-commerciële vorm van overheidsinkopen van onderzoek- en ontwikkelingsdiensten met als doel om innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken. Een ministerie of andere overheidsdienst identificeert een specifieke uitdaging en stelt een budget beschikbaar. Partijen met relevante ideeën voor deze uitdaging dienen binnen de tenderperiode een offerte in. De beste ideeën krijgen een opdracht voor een haalbaarheidsonderzoek (fase één van de SBIR-aanpak). De beste haalbaarheidsonderzoeken krijgen een vervolgopdracht om een prototype te ontwikkelen en te demonstreren (fase twee van de SBIR-aanpak). In fase drie van de SBIR-aanpak maken de bedrijven de producten klaar voor de marktintroductie. De overheid financiert deze laatste fase niet.

Bij het opzetten van drie nieuwe SBIRs werk ik samen met de provincie Groningen en de steden Rotterdam en Amsterdam. Door de samenwerking tussen overheden (Rijk, provincies en gemeenten) is er meer onderlinge kennisuitwisseling en ontstaat er vanwege matching een groter budget.

SBIRs Groningen en Rotterdam

Ik heb in mei en juni dit jaar samen met de provincie Groningen en de gemeente Rotterdam SBIR calls uitgezet voor toepassingen van blockchaintechnologie. Blockchain is een softwaretechnologie waarmee gegevens vastgelegd kunnen worden voor het verrichten van veilige digitale transacties. Informatie kan wel worden vastgelegd en geactualiseerd, maar niet gemanipuleerd.

De SBIR met Groningen daagt ondernemers uit om innovatieve toepassingen te ontwikkelen op basis van blockchaintechnologie voor de thema’s: «Gezondheid», «Zekere, schone en efficiënte energie» en «Uitvoeren van taken van publieke of semipublieke organisaties». Een budget van € 395.000 is hiervoor vanuit EZ gereserveerd. De provincie Groningen zet daarnaast nog € 250.000 in voor deze SBIR. De winnaars van de eerste fase zijn eind september bekend gemaakt. Vijf innovatieve oplossingen op basis van blockchain gaan nu een haalbaarheidsstudie uitvoeren, zoals een voorstel voor het voorkomen van btw-fraude of voor het opzetten van een online platform voor de afhandeling van gemeentelijke diensten.

De SBIR met Rotterdam daagt ondernemers uit om blockchaintoepassingen te ontwikkelen om een gedistribueerde energiemarkt mogelijk te maken, in eerste instantie door het faciliteren van onderlinge transacties en nieuwe verdienmodellen. Een budget van € 250.000 is hiervoor vanuit EZ gereserveerd. De gemeente Rotterdam zet € 200.000 in voor deze SBIR. Bij deze SBIR zijn de winnaars eind september bekendgemaakt. Hierbij gaan vier partijen een prototype ontwikkelen, bijvoorbeeld een voorstel voor een warmterotonde op basis van blockchaintechnologie.

Innovatiepartnerschap Amsterdam

Ik zet samen met de gemeente Amsterdam een Innovatiepartnerschap op.

Het Innovatiepartnerschap lijkt op SBIR maar biedt, in tegenstelling tot SBIR, ook de gelegenheid om een onderzoek- en ontwikkelingstraject te combineren met daadwerkelijk commercieel inkopen. Bij het Innovatiepartnerschap is het doel om een oplossing voor een bepaald probleem in te kopen. In het tweede deel van deze brief, waar ik rapporteer over twee onderzoeksrapporten, ga ik nader in op het Innovatiepartnerschap.

In dit geval zoekt de gemeente Amsterdam naar innovatieve oplossingen voor de renovatie van kademuren, die minder hinder veroorzaken, kostenneutraal en schaalbaar zijn. Ik ben voornemens om hiervoor een budget van € 375.000 beschikbaar te stellen, de gemeente Amsterdam is voornemens om minimaal € 375.000 beschikbaar te stellen.

Beleidsonderzoek Dialogic naar effectiviteit en impact van SBIR

Met het oog op mogelijk toekomstig gebruik van de SBIR-aanpak heb ik Dialogic de opdracht gegeven om de effectiviteit en impact van SBIR te onderzoeken. Het onderzoek richt zich op de periode vanaf de invoering van SBIR in 2005 tot en met 20164.

Samenvatting

De onderzoekers van Dialogic komen tot een positieve conclusie over de toegevoegde waarde van SBIR voor het stimuleren van innovatie. Volgens het bureau draagt SBIR bij aan het ontwikkelen van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en kent de aanpak een bewezen maatschappelijke meerwaarde. Daarbij maken de onderzoekers de kanttekening dat de projecten niet altijd direct in marktrijpe oplossingen resulteren, bovendien is er niet altijd direct een kant-en-klare markt beschikbaar. Dit valt te verklaren door de huidige opzet van SBIR; SBIR richt zich op het ontwikkelen van innovatieve oplossingen die nog niet in de markt aanwezig zijn. Economische effecten zijn daardoor, zoals Dialogic terecht stelt, moeilijk aan te tonen.

Aanbevelingen

De conclusies van Dialogic zijn positief over de SBIR-aanpak, maar het bureau doet ook verschillende aanbevelingen om het potentieel van SBIR nog beter te benutten en de economische en maatschappelijke impact te vergroten. De aanbevelingen in het rapport zijn in drie typen in te delen, hieronder treft u mijn reactie hierop. Voor een beschrijving van alle aanbevelingen verwijs ik u naar het rapport5.

1) Het verbeteren en continueren van de SBIR opzet

  • Het bureau beveelt aan om de huidige opzet, nazorg en werkwijze (zoals het competitieve element en het centraal stellen van een specifieke vraag) van SBIR te waarborgen en te waken voor verdere formalisering. Ik onderschrijf deze aanbevelingen van harte, innovatie is gebaat bij enige vrijheid en laat zich zelden exact reguleren.

  • Vergroot de impact van SBIR door meer departementen en andere overheden te stimuleren SBIR te gebruiken. Voor de invulling van het amendement van de leden Verhoeven en Ziengs heb ik bewust de samenwerking opgezocht met steden en regio’s om de impact van SBIR te vergroten.

  • Wijs de opdrachtgevers op de voor- en nadelen van het Innovatiepartnerschap ten opzichte van SBIR. Het verschil met SBIR is dat niet de ontwikkeling van een prototype centraal staat, maar dat bij het Innovatiepartnerschap de opdrachtgever sterker gecommitteerd is om de oplossing later daadwerkelijk aan te schaffen (zo worden er afspraken gemaakt over de prijs, minimale kwaliteit en totale afname). Het voordeel hiervan is dat het aantrekkelijker is voor bedrijven om te participeren vanwege de inkoopgarantie. Nadeel hiervan is dat het innovatiepartnerschap geen garantie biedt dat de opdrachtgever de optimale oplossing inkoopt. Dialogic stelt dat het Innovatiepartnerschap een betere keuze is indien een gezochte oplossing concreet, afgebakend, eenvoudig en sneller te ontwikkelen en makkelijk aan te schaffen is. Om het potentieel van het Innovatiepartnerschap verder te onderzoeken ben ik, zoals eerder in deze brief vermeld, momenteel met de gemeente Amsterdam een Innovatiepartnerschap aan het opzetten.

2) Het verbeteren van de data en het meten van effecten

  • Het onderzoeksbureau beveelt aan om de kwaliteit van de administratieve data te verbeteren. Ik zou graag zien dat we de impact van SBIR in de toekomst beter kunnen meten. Empirische beleidsevaluaties leveren meer inzichten op wanneer de beschikbare data van hogere kwaliteit is. Om dit te waarborgen neem ik de richtlijnen van de Commissie Theeuwes in acht6.

3) Voorstellen die extra (financiële) rijksmiddelen vergen

  • Het onderzoeksbureau beveelt aan om te investeren in een betere infrastructuur door het opzetten van een digitaal platform voor SBIR. Een brede infrastructuur voor SBIR om het gebruik te bevorderen, zoals de onderzoekers voorstellen, kan wellicht voortkomen uit de SBIR Gegevenslandschap, die vanuit mijn ministerie is uitgezet. Deze SBIR daagt ondernemers uit om nieuwe oplossingen te vinden voor een goede en veilige digitale dienstverlening vanuit de overheid aan burgers en organisaties met de focus op gegevensgebruik7.

  • Daarnaast wordt aanbevolen om te onderzoeken of er vanuit EZ een vast SBIR-budget kan worden vastgesteld. Dit vaste budget kan deels worden ingezet om SBIR-projecten in de breedte te cofinancieren en kan als hefboom fungeren richting andere partijen. Over een mogelijk vast budget in de begroting beslist het nieuwe kabinet.

CPB-analyse SBIR

In het rapport Kansrijk innovatiebeleid stelt het CPB dat SBIR in Nederland relatief weinig wordt gebruikt maar dat SBIR een potentieel effectieve aanpak is om innovatie te bevorderen8. Het CPB heeft naar aanleiding daarvan complementair aan het onderzoek van Dialogic een nadere analyse gedaan naar SBIR. Het CPB heeft vanuit de economische theorie en een internationale vergelijking lessen getrokken voor eventuele toekomstige toepassingen van SBIR. De onderzoekers bevestigen dat SBIR een geschikt beleidsinstrument is voor situaties waarin een overheidsorganisatie een concreet doel nastreeft waarvoor geen bestaande oplossing voorhanden is9. Het is goed om te zien dat ook deze analyse de (potentiële) werking van de SBIR-aanpak bevestigt.

De onderzoekers bevelen voor de toekomst aan om meer te experimenteren met kennisuitwisseling tussen de partijen, de verantwoordelijkheid bij het vakdepartement te plaatsen en de winnaar van fase 2 (demonstratie prototype) te belonen met een geldbedrag. Het CPB doet deze aanbevelingen om het aantrekkelijker te maken voor bedrijven en overheidsorganisaties om van de SBIR-aanpak gebruik te maken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 18.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Analyse en internationale vergelijking SBIR, CPB, 2017. Gepubliceerd op https://www.cpb.nl/publicatie/notitie-cpb-analyse-en-internationale-vergelijking-sbir.

X Noot
4

Evaluatie Small Business Innovation Research (SBIR), Dialogic, 2017, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Uit het rapport «Durf te Meten: Eindrapport Expertwerkgroep Effectmeting» van november 2012 (bijlage bij Kamerstuk 32 637, nr. 44)

X Noot
8

Kansrijk innovatiebeleid, CPB, 2016

X Noot
9

Analyse en internationale vergelijking SBIR, CPB, 2017

Naar boven