33 006 Wijziging van enkele belastingwetten (Geefwet)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 november 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

De Successiewet 1956 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 32, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 3° wordt «door een instelling als bedoeld in artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001, voorzover» vervangen door: door een algemeen nut beogende instelling, voor zover.

2. Onderdeel 8° komt te luiden:

8°. door een sociaal belang behartigende instelling, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het sociaal belang;.

B. Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 4° wordt «door een instelling als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001, voorzover» vervangen door: door een algemeen nut beogende instelling, voor zover.

2. In onderdeel 10° wordt «van een instelling als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001, voorzover» vervangen door: van een algemeen nut beogende instelling, voor zover.

3. Onderdeel 13° komt te luiden:

13°. door een sociaal belang behartigende instelling, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het sociaal belang.

2

In het in artikel IV, onderdeel E, opgenomen artikel 35 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt «eerst eerst» vervangen door: eerst.

3

In het in artikel VI opgenomen artikel 69, tweede en derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt «een sociaal belang behartigende instelling» vervangen door «een instelling» en wordt «bedoeld in artikel 32, eerste lid, onderdeel 8°, onder a tot en met c, van de Successiewet 1956» vervangen door: bedoeld in artikel 5c, onderdelen a en b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

4

Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «twee onderdelen» vervangen door: drie onderdelen.

2. Het in dat onderdeel opgenomen artikel 2, derde lid, onderdeel n, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt vervangen door:

n. culturele instelling: een instelling als bedoeld in artikel 5b, vierde lid;

o. sociaal belang behartigende instelling: een instelling als bedoeld in artikel 5c.

b. Onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden: Na artikel 5a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:.

2. In het in dat onderdeel opgenomen artikel 5b, derde lid, onderdeel i, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt «spritualiteit» vervangen door: spiritualiteit.

3. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 5c

Een sociaal belang behartigende instelling is een instelling:

a. die in overeenstemming met haar regelgeving een sociaal belang behartigt;

b. die niet aan een winstbelasting is onderworpen dan wel daarvan is vrijgesteld;

c. die aan de leden van het orgaan van de instelling dat het beleid bepaalt ter zake van de door die leden voor de instelling verrichte werkzaamheden geen andere beloning toekent dan een vergoeding voor gemaakte onkosten en een niet bovenmatig vacatiegeld;

d. die is gevestigd in het Koninkrijk, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een bij ministeriële regeling aangewezen staat.

Toelichting

Met deze nota van wijziging wordt de overbrenging van de definitie van sociaal belang behartigende instelling van de Successiewet 1956 naar de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) gerealiseerd. Hiermee wordt onder meer tegemoetgekomen aan een verzoek van het lid Omtzigt op dit punt. De wijziging in onderdeel 3 strekt ertoe artikel 69, tweede en derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag in overeenstemming te brengen met het feit dat de definitie van sociaal belang behartigende instelling wordt opgenomen in de AWR. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog enkele technische correcties aan te brengen in het wetsvoorstel.

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers

Naar boven