Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2012
Hierbij bied ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie, Dr. Henk Bleker, de brief aan over hoe de Nederlandse regering omgaat
met de incidenten die tijdens het walvisjachtseizoen plaatsvinden, alsmede over de
stand van zaken rondom de walvisconferentie en de pogingen om de walvisjacht door
de verschillende daarbij betrokken landen te beperken. Deze verzoeken werden ingezonden
op 24 januari 2012, respectievelijk op 3 februari 2012.
Sinds medio december 2011 bevinden de Japanse walvisvloot en de schepen van de Sea Shepherd Conservation Society (SSCS) zich in de Zuidelijke Oceaan. De Japanse vloot jaagt daar op walvissen ten
behoeve van wetenschappelijk onderzoek, aldus Japan. De SSCS poogt deze walvisjacht
actief te bestrijden.
Zoals bekend, geldt voor de lidstaten van de IWC een moratorium op de commerciële
walvisvaart. De jacht op walvissen voor wetenschappelijk onderzoek wordt evenwel toegestaan.
Nederland is van oordeel dat er geen noodzaak is voor het doden van walvissen voor
wetenschappelijke doeleinden en heeft meermalen herinnerd aan zijn bezwaar tegen deze
walvisvangst door Japan. De Nederlandse regering zal dit ook blijven doen.
In de jaarvergadering van de International Whaling Commission in juli 2011 (zie de brief van staatssecretaris Bleker aan uw Kamer van 22 augustus
2011 – Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 201) heeft Nederland het recht op vreedzame demonstraties op volle zee, binnen de regels
van de wet en zolang de veiligheid op zee niet in gevaar komt, opnieuw onderstreept.
In een door Japan ingediende resolutie inzake veiligheid op zee heeft Nederland, met
steun van de Verenigde Staten, Nieuw Zeeland en Australië, onder meer een amendement
kunnen aanbrengen dat alle partijen hun verantwoordelijkheid moeten nemen om die veiligheid
te verzekeren. Ook wees Nederland er op dat het vraagstuk van de veiligheid op zee
in de eerste plaats valt onder de verantwoordelijkheid van de International Maritime Organization.
Op 14 december 2011 heeft Nederland, net als in voorgaande jaren, samen met Australië,
Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten een gezamenlijke verklaring gepubliceerd waarin
het recht op vreedzame demonstratie wordt onderstreept en alle partijen worden opgeroepen
om terughoudendheid te betrachten en zich te houden aan de geldende (inter-)nationale
wet- en regelgeving inzake de veiligheid op zee. De verklaring wijst de walvisvangst
opnieuw af, ook in het kader van wetenschappelijk onderzoek.
Desondanks vonden in januari 2012 diverse confrontaties op zee plaats tussen de Japanse
walvisvloot en SSCS-activisten. Na ieder voorval tekent Japan protest aan bij Nederland
tegen de gedragingen van de SSCS en verlangt het dat Nederland de SSCS oproept dergelijke
acties te staken. Teneinde een vollediger beeld te krijgen van wat zich heeft voorgedaan,
verzoekt Nederland beide partijen om additionele informatie ten aanzien van de gemelde
voorvallen (zoals beeldmateriaal, geografische posities, logboeknotities). Op basis
van deze informatie kan Nederland, indien toepasselijk, een of beide partijen oproepen
om specifieke acties, die de veiligheid op zee ernstig in gevaar brengen, te staken.
Daarnaast zou ook het Openbaar Ministerie kunnen besluiten om, op basis van beschikbare
informatie, een nader strafrechtelijk onderzoek te starten naar de gedragingen die
zich hebben voorgedaan.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal